Leer jezelf ecologisch tuinieren/De basis
De Inca's vereerden de zonnebloemen als beeld van hun zonnegod.
Samenstelling van de bodem
[bewerken]Een belangrijke vereiste voor succesvol tuinieren is een goede bodemstructuur. Het hangt namelijk van de bodemstructuur af of en welke planten volledig tot hun recht zullen komen. De bodem in Nederland bestaat uit verschillende grondsoorten. De eigenschappen van de grond hangen grotendeels af van de samenstelling van de grond uit de verschillende bestanddelen en de concentraties van deze bestanddelen in de bodem. Als je precies wilt weten waaruit de grond van de tuin bestaat, kan je monsters nemen en deze laten onderzoeken. Een andere mogelijkheid is goed rondkijken in nabije tuinen en natuur welke gewassen er florissant bijstaan en welke niet.
Waaraan herken je de grondsoort?
[bewerken]Bij de aanleg van een tuin is het goed om te letten op bovengenoemde planten. Dopheide bijvoorbeeld zal het slecht of niet doen op zwaar bemeste, gecultiveerde bodem, bloemkool echter uitstekend.
Zie ook Leer jezelf ecologisch tuinieren/Sortering naar ...#Zon - Water
De eisen waaraan de grond moet voldoen
[bewerken]De bodem/grond kunnen we onderverdelen in twee lagen:
- De teelaarde
- De ondergrond
Met de ondergrond zal je weinig te maken krijgen in tegenstelling tot de teelaarde. Doch moet je deze gewoonlijk zo min mogelijk bewerken. De grond is opgebouwd uit levenloze en levende componenten. De levenloze componenten komen in drie fasen voor:
- Vast: mineralen, oplosbare en onoplosbare zouten, in ontbinding verkerende resten van planten en dieren.
- Vloeibaar: water( een levensbehoefte van de plant, waar dus voldoende ruimte voor moet zijn in de bodem) en de hierin opgeloste zouten en zuren.
- Gasvormig: de bodem zuurstof. (Alle levende organismen hebben zuurstof nodig, dus ook de plant. Niet alleen de bovengrondse, maar ook de ondergrondse delen. Er moet dus genoeg zuurstof in de bodem zitten. Ook hiervoor moet ruimte aanwezig zijn.)
De bodemstructuur kan je opdelen in twee vormen:
- Korrelstructuur: de grond deeltjes liggen naast elkaar, zonder enig verband, dit komt niet vaak voor.
- Kruimelstructuur: de deeltjes liggen in klontjes, korrels en/of kruimels.
Het is van groot belang dat de bodem een kruimelstructuur heeft, bij deze structuur kunnen water, zuurstof en benodigde meststoffen makkelijk bij het wortelgestel van een plant komen. De kruimelstructuur kan bereikt worden met een doelmatige grondbewerking vooraf (spitten, schoffelen en harken). Daarna moet er zo weinig mogelijk gespit worden en zeker niet omgooien, omdat je dan de vruchtbare laag en het bodemleven naar boven brengt. Het gevolg hiervan is dat de grond uitdroogt en je steeds weer moet blijven bemesten. Ook vorst heeft een goede uitwerking op de structuur. Bewerk de grond dus vlak voor de vorstperiode.
Organismen zoals wormen veroorzaken holten in de grond, wat de bodemstructuur tevens ten goede komt. Verder is wormenmest een uitstekende meststof. Als de bodem geen kruimelstructuur of de poriën (ruimte tussen de korrels) te klein zijn , kan de grond door heftige neerslag dicht spoelen. Het water moet zich door de bodem naar beneden kunnen verspreiden. Een goede methode om de grond 'luchtig' te houden is prikken met een hooivork of bewerken met een grelinette (woelvork}. De meeste cultuurgewassen ontwikkelen zich beter op een wat droge, kruimelachtige structuur dan op een natte grond.
Grondbewerking
[bewerken]De meeste tuinders keren de grondlagen om. Ploegen en spitten moet eigenlijk maar één keer plaats vinden, namelijk als we van een ruw stuk terrein (weiland) een moes- of siertuin willen maken. Daarna gebruiken we de spa hooguit voor het verplanten van gewassen.
Bij ploegen en spitten keer je de grondlagen om, je brengt omhoog wat laag was en andersom. Behalve dat de vruchtbare teeltlaag zo steeds verstoord wordt, verhuis je ook het (on)kruidzaad naar beneden en komt er telkens meer mee naar boven en dat zaad heeft zich lekker kiemgereed kunnen maken in de vruchtbare laag. Dat geeft dus veel werk. Laat dat liever over aan de wormen en mollen, die houden je grond luchtig genoeg als het goed is. Laat een stuk niet gebruikte grond ook eens een jaar tot rust komen (braak liggen). Zaai eventueel een groenbemester in. Ook kan je in het najaar flink wat compost door de grond harken en het hele jaar rustig alle (on)kruid wat opkomt verwijderen. Eventueel steek je met een spitvork of grelinette in de grond om zo wat luchtgaten te creëren.
Grond bewerken is werk wat werk maakt. Zoveel mogelijk vermijden dus. Doe de natuur na waar het kan en pas zo veel mogelijk grond bedekking toe. Geen al te zware want dat houdt in het voorjaar het opwarmen weer tegen en dan komt je tuin later op gang.
Toevoegingen voor een betere bodemstructuur
[bewerken]In de bodem moet altijd humus aanwezig zijn, humus zorgt ervoor dat de plant belangrijke voedingstoffen krijgt. Humus kan toegevoegd worden door
het toevoegen van kalk (gemalen eierschalen) wat ervoor zorgt dat de zuurtegraad van de bodem naar beneden gaat. Sommige planten vragen voor een optimale groei een bepaalde zuurgraad. De zuurtegraad hangt af van de soort grond. De beste zuurtegraden zijn:
- Kleigrond pH 7
- Zandgrond pH 6
- Veengronden pH 6-6.5
Kleigronden kunnen het best bewerkt worden voor de winter, andere grondsoorten kunnen ook in het voorjaar bewerkt worden. Ook kan stalmest toegevoegd worden om de grond lichter of zwaarder te maken, waardoor het noodzakelijke humusgehalte wordt opgevoerd. In de volgende jaren spreid je regelmatig compost uit.
Compost
[bewerken]Er zijn vele manieren om zelf compost te maken van je tuin- en keukenafval, maar de hier beschreven methode werkt het best.
De composthoop moet aan twee voorwaarden voldoen, warm (niet in de zon!) en vochtig (niet nat!). De beste plaats is onder bomen en niet te laag (in een kuil). Leg op de grond een laag takken (zo kan er lucht onderdoor stromen). Stro mag ook. Maak de hoop anderhalf tot twee meter breed en zo lang als je ruimte hebt. Op de basis strooi je het blad, stengels, rot fruit, rotte groenten, enz. Geen broodresten (geef die aan de vogels) want dat geeft een penicilline schimmel die het proces verstoort. Een laagje kalk (een paar handjes maerl of spaar eierschalen die je fijn stampt) eroverheen en vervolgens wat aarde uit de tuin. Dan wat beendermeel en opnieuw beginnen tot de hoop hoog genoeg is. Als laatste met aarde bedekken. Vergeet niet 'schoorstenen' te plaatsen voor de beluchting. Om de 1,5 meter een paal in de hoop inbouwen die je weer verwijdert. Bij strenge vorst een prop papier in het gat. Als de schoorsteen 'inzakt' is de hoop klaar voor gebruik.
Bij lange droogte een paar emmers water erover gieten, niet te veel want dan gaat de boel rotten. Houd de hoop zo veel mogelijk onkruidvrij want het zaad wordt weer mee door je tuin verspreid. Elk jaar moet de hoop gekeerd worden, de buitenzijde breng je dan aan de binnenkant en andersom. In de hoop ontstaan wormeneitjes, zwamsporen, bacteriën, voedingszouten en sporenelementen. Na een paar jaar heb je prachtige zwarte teeltaarde.
Een zwart(e) compostvat/bak werkt ook prima! En bovendien kun je de compost die je nodig hebt onder uit het compostvat halen, deze is "rijp". De rest blijft in het vat om verder te rijpen. Nog een ander voordeel is dat je geen last hebt van vliegen en wespen in de buurt van het vat aangezien er een deksel op zit.
Gesteentenmeel
[bewerken]Groenbemesting
[bewerken]Zaai op een niet gebruikt stuk planten in die de grond verrijken, zoals (gele of witte) lupine, gele mosterd, phacelia, wikke, serradella en boekweit. Je laat deze éénjarige planten afsterven.
Mulchen
[bewerken]Mulch is een beschermende laag aangebracht op de bodem, met als belangrijkste doel de nadelen van het klimaat ter plaatse te compenseren.
Zie verder de pagina Leer jezelf ecologisch tuinieren/De basis/Bodembedekking.
Gereedschappen
[bewerken]Kwantiteit of kwaliteit. Kies voor het laatste, je hoeft echt niet alles te hebben wat een tuincentrum je voorspiegelt. Dit hoofdstuk probeert je te helpen een juiste keuze te maken voor tuingereedschap wat je vindt dat noodzakelijk is. Bespaar echter niet op kwaliteit. Een goede snoeischaar, is sterk, kan je zelf slijpen en gaat jaren mee. Een slechte is een bron van ergernis. Ga daarom naar een goede (vak)handel. Soms zijn er winkels van boerencoöperaties die over het algemeen degelijk gereedschap verkopen.
Vaak zijn stelen van tuingereedschap van essenhout gemaakt. Dat hout is sterk en vangt trillingen goed op. Het nadeel van een stalen steel (hoewel 'onbreekbaar') is dat trillingen niet opgevangen worden en in de winter vriezen je handen eraan vast. Glasvezel stelen zijn ook sterk, vangen geen trillingen op en geeft weer afval bij breken. Een houten steel kan je vaak wat inkorten en als die echt op is kan die op de composthoop.
Aandrukplank
[bewerken]Deze gebruik je om het zaad aan te drukken. Je kan daarvoor met de platte kant van de spade op de grond slaan. Ook een roller of rollen met een fles is mogelijk. Het makkelijkst (vooral grotere oppervlakken) gaat het met een zware plank waarop recht of schuin een steel bevestigd is.
Zelf maken kan eenvoudig. Neem een dikke, stevige plank van ongeveer 30 cm in het vierkant, boor er een gat in ter dikte van een (oude bezem?) stok en bevestig die in het gat. Om het steviger te maken kan je ook eerst een blok(je) hout op de plank schroeven en het gat hier door en door in boren. De steel kan je dan extra zekeren met een schroef.
Na het zaaien van zaad wat oppervlakkig gezaaid moet worden (bijvoorbeeld gras) stamp je met de plank de boel glad.
Plantschepje
[bewerken]Een plantschopje is van hard staal, de steel kan zowel van metaal of hout zijn. Deze wordt veel gebruikt op plaatsen waar geen spade mogelijk is, bijvoorbeeld in een ontwikkelde border.
Pootstok
[bewerken]Deze is zo'n 35 centimeter lang en aan de ene kant aangepunt. Bovendien is hij voorzien van een T-vormig handvat aan de andere kant.
Tuinkoord
[bewerken]Grelinette
[bewerken]Spitvork
[bewerken]Deze wordt gebruikt om wortelonkruiden te spitten. Dit werkt beter dan een steekschop, aangezien deze gemakkelijk dwars door de wortels steekt. Een spitvork kan je ook gebruiken om de grond los te maken en lucht te geven. Steek de vork in de grond en beweeg een beetje heen en weer.
Hak
[bewerken]De hak heeft een stalen blad dat via een gebogen hals aan een niet zo lange steel zit. Hiermee kan eenvoudig het onkruid uit de grond worden verwijderd en tegelijkertijd de grond worden losgemaakt. Daarbij worden grote kluiten in kleine kruimels gehakt. Deze werkt licht op zware gronden, omdat de hak al trekkend gebruikt wordt.
Schoffel
[bewerken]Deze wordt naar voren over de grond geschoven, even onder het grondoppervlak. Schoffels zijn met een scherp stalen blad uitgerust en onkruiden worden vlak onder de grond afgesneden van de wortel. Ze zijn ideaal geschikt voor lichte gronden.
Hark
[bewerken]Deze wordt voor veel dingen gebruikt, maar is het best geschikt om grond gelijk te harken. De hark is niet geschikt voor zandgrond, omdat deze de structuur vernielt.
Cultivator
[bewerken]Een cultivator heeft één, drie of vijf kromme, klauwachtige tanden die men door de grond trekt. De cultivator kan een stuk grond van tot 35 centimeter bewerken. Dit gereedschap wordt vaak gebruikt voor de bewerking van de bovengrond. Hiermee kan men bijvoorbeeld compost toevoegen aan de grond, waardoor deze luchtig wordt. Voor grotere stukken tuin is dit gereedschap goed bruikbaar.
Snoeischaar
[bewerken]Deze bestaat in vele modellen en formaten. Deze is ideaal voor het snoeien van dikke takken of struiken met stekels/doornen.
Mes
[bewerken]Mestvork
[bewerken]Deze is te herkennen aan gebogen tanden die ver uit elkaar staan. Hiermee worden grove materialen opgeschept.
Kruiwagen
[bewerken]Een kruiwagen heeft een volume van 70 liter. Zeer handig voor het vervoeren van een grote hoeveelheid snoeiafval, of voor het verpaatsen van materiaal.
Zeis
[bewerken]Grasmaaier
[bewerken]Deze zijn er in soorten, waaronder kooimaaiers, cirkelmaaiers en balkenmaaiers. Deze dient uiteraard voor het onderhouden van het gazon. Ze kunnen zowel handaangedreven zijn als met een motor.
Spade
[bewerken]Zoals eerder vermeld gebruik je een spade in het begin om je tuin te ontginnen. Daarna laat je die zo veel mogelijk in de schuur. Hooguit komt een spa nog tevoorschijn bij het (over)planten van struiken en bomen, voor kleine planten heb je meer aan een plantschepje. Voor kleigrond kan je beter een smalle spa gebruiken, bij zandgrond of lichte klei heb je meer aan een brede.
Schep
[bewerken]Hiermee wordt materiaal opgeschept, verplaatst en verspreid. Het blad lijkt op een schotel en staat gebogen, zodat er zonder al te veel bukken toch veel kan worden gewerkt.
Sproeier
[bewerken]Verstuiver
[bewerken]Zagen
[bewerken]Er zijn verschillende soorten zagen voor tuin gebruik.
Takkenzaag
[bewerken]Een licht gekromde handzaag voor het snoeien van wat dikkere takken die met de snoeischaar niet te behandelen zijn. Het blad van de takkenzaag heeft grove tanden om door het levende hout te kunnen zagen. Er bestaat ook een uitvoering met een lange steel, de stokzaag, een lichtgewicht takkenzaag die op een lange, vaak uitschuifbare, stok gemonteerd is om takken die hoger in de boom zitten te kunnen bereiken. De zaag is aan het uiteinde vaak voorzien van een grote uitstekende punt, zodat de zaag aan de tak blijft hangen.
Boomzaag
[bewerken]Boomzagen zijn bedoeld om heel dikke takken af te zagen of bomen om te zagen. Ze zijn in verschillende afmetingen te koop, kleine voor gebruik door één persoon of grotere die je aan beide zijden kan vasthouden, dus met z'n tweeën kan gebruiken. Ze bestaan uit een beugel waarin een zaagblad is gespannen.
Kettingzaag
[bewerken]Deze is voor in de tuin niet nodig, tenzij je een houtkachel hebt of grote bomen moet omzagen.