Italiaans/Les08

Uit Wikibooks

Italiaans

Inleiding
  1. Inleiding op de cursus
Lessen
  1. Alfabet en uitspraak
  2. Regelmatige werkwoorden
  3. Lidwoorden en venire
  4. Voltooid tegenwoordige tijd en delend lidwoord
  5. Wederkerende werkwoorden
  6. Bijvoeglijk naamwoord, bezittelijk voornaamwoord
  7. Andare, teksten lezen en klokkijken
  8. Getallen, tenere en dovere
  9. Voorzetsel, rimanere, uscire en stare
  10. Meewerkend voorwerp, vraagwoorden en dare
  11. Bijwoord, onbepaald voornaamwoord, toekomende tijd
  12. Gebiedende wijs, rangtelwoorden
  13. Verleden tijd
  14. Vergelijking en bere
  15. Ci en ne
  16. Onvoltooid deelwoord
  17. Persoonlijk voornaamwoord
  18. Congiuntivo en passivum
  19. Condizionale en voegwoorden
  20. Afsluitend examen
  21. Einde
Toetsen
  1. Toets les 2 en 3
  2. Eindexamen
  3. Luistertoets
Overig
  1. Nuttige woorden
  2. Grammatica
  3. Grammatica-overzicht
  4. Woordenlijst
  5. Cultuur en eetgewoonten van Italië
  6. Huurcontract met woordenlijst
  7. Dante Divina Commedia: Inferno Canto I
  8. Liedtekst Volare van Modugno en Migliacci
  9. Liedtekst Per amore van Andrea Bocelli
  10. Liedtekst Va Pensiero uit Verdi's opera Nabucco
  11. Meningen
  12. Antwoordenboek
Auteurs
  1. Dion
  2. Hansmuller, woonde en werkte vier jaar in Rome
<Inhoudsopgave - Les 7 - Les 8 - Les 9>

Onderwerp van les 8[bewerken]

Deze les (Lezione Otto) gaat over de getallen boven de 20 en e werkwoorden 'tenere' en 'dovere'. De getallen tot 20 ontmoetten we in Les 2 en 4. Vanzelfsprekend komen er weer woorden bij.

Getallen boven de 20[bewerken]

Tientallen[bewerken]

De klemtoon is vet aangegeven.

Tientallen
dieci (uitspraak: "djètjie") tien 10
venti twintig 20
trenta dertig 30
quaranta veertig 40
cinquanta vijftig 50
sessanta zestig 60
settanta zeventig 70
ottanta tachtig 80
novanta negentig 90
cento (uitspraak: "tsjentoh", met korte "oh") honderd 100
centodieci honderdtien 110
centoventi honderdtwintig 120

...e via dicendo = evd = enzovoorts

Honderdtallen[bewerken]

Honderdtallen
cento honderd 100
duecento tweehonderd 200
trecento driehonderd 300
quattrocento vierhonderd 400
cinquecento vijfhonderd 500
seicento zeshonderd 600
settecento zevenhonderd 700
ottocento achthonderd 800
novecento negenhonderd 900

Duizendtallen[bewerken]

Duizendtallen
mille duizend 1000
diecimila tienduizend 10.000
ventimila twintigduizend 20.000
cinquantamila vijftigduizend 50.000
evd.
centomila honderdduizend 100.000
duecentomila tweehonderdduizend 200.000
un milione één miljoen 1.000.000

Doortellen vanaf 20[bewerken]

venti 20
ventuno 21 (een -i- valt weg tussen venti en uno)
ventidue 22
ventitre 23
ventiquattro 24
venticinque 25
ventisei 26
ventisette 27
ventotto 28 (een -i- valt weg tussen venti en otto)
ventinove 29
trenta 30
trentuno 31 (een -a- valt weg tussen trenta en uno)
trentadue 32
trentatre 33
evd.
trentotto 38 (een -a- valt weg tussen trenta en otto)
trentanove 39
quaranta 40
quarantuno 41 (een -a- valt weg tussen quaranta en uno)
quarantadue 42
evd.
quarantotto 48 (een -a- valt weg tussen quaranta en otto)
cinquanta 50
cinquantuno 51 (een -a- valt weg tussen cinquanta en uno)
cinquantadue 52
evd.
cinquantotto 58 (een -a- valt weg tussen cinquanta en otto)
cinquantanove 59
sessanta 60
sessantuno 61 (een -a- valt weg tussen sessanta en uno)
sessantadue 62
evd.
sessantotto 68 (een -a- valt weg tussen sessanta en otto)
settanta 70
settantuno 71 (een -a- valt weg tussen settanta en uno)
settantadue 72
evd.
settantotto 78 (een -a- valt weg tussen settanta en otto)
ottanta 80
ottantuno 81 (een -a- valt weg tussen ottanta en uno)
ottantadue 82
evd.
ottantotto 88 (een -a- valt weg tussen ottanta en otto)
ottantanove 89
novanta 90
novantuno 91 (een -a- valt weg tussen novanta en uno)
novantadue 92
evd.
novantotto 98 (een -a- valt weg tussen novanta en otto)
novantanove 99
cento 100
centuno 101 (een -o- valt weg tussen cento en uno)
centodue 102
evd.
centotto 108 (een -o- valt weg tussen cento en otto)
centonove 109
centodieci 110
centoundici 111 (pas op: centoundici WEL met -o- van cento)
centododici 112
centotredici 113
centoquattordici 114
centoquindici 115
centosedici 116
centodiciassette 117
centodiciotto 118
centodiciannove 119
centoventi 120
centoventuno 121 (een -i- valt weg tussen centoventi en uno)
centoventidue 122
evd.
centoventotto 128 (een -o- valt weg tussen centoventi en otto)
centotrentuno 131 (een -a- valt weg tussen centotrenta en uno)
centotrentadue 132
evd.

BIJ GETALLEN EINDIGEND OP 1 en 8 VERVALT DE TUSSENKLINKER -i OF -a MEESTAL !!!
Voorbeelden 91 novantuno en 118 centodicciotto.

Voor de rest is het altijd zoals bij het rijtje van venti (20)...

De werkwoorden 'tenere' en 'dovere'[bewerken]

Het werkwoord 'tenere' betekent 'houden' en 'dovere' betekent 'moeten'.

tenere dovere
io tengo devo
tu tieni devi
lui/lei tiene deve
noi teniamo dobbiamo
voi tenete dovete
loro tengono devono

'tenere' en 'dovere' worden gewoon met 'avere' vervoegd; de voltooide deelwoorden worden enkel vervoegd als er correspondentie optreedt met een eventueel lijdend voorwerp dat voor het hulpwerkwoord staat.

Het voltooid deelwoord van 'tenere' is 'tenuto' (verbogen als 'tenuta/tenuti/tenute')

Het voltooid deelwoord van 'dovere' is 'dovuto' (verbogen als 'dovuta/dovuti/dovute')

Woorden[bewerken]

De klemtoon is vet aangegeven.

301. già = al

302. tutti e due = allebei

303. l'ambulanza v = de ambulance

304. la palla = de bal een grotere soort: il pallone = voetbal, handbal enz.

305. giù = beneden

306. per esempio = bijvoorbeeld

307. il panino = het broodje

308. gli occhiali (meervoud) = de bril

309. là = daar

310. questo = deze (questa, questi, queste)

311. quello = die (quella, quelli, quelle)

312. lo zoo = de dierentuin (de -z- van zoo vereist lo als lidwoord, spreek uit als lo dzoo))

313. il dottore = de (mannelijke) dokter, of doctorandus (academische graad)

314. la dogana = de douane

315. spingere = duwen

316. caro = duur, lief, beste (aanhef brief)

317. la festa = het feest

318. sbagliato = fout (bijvoeglijk naamwoord)

319. facile = makkelijk

320. molto = heel/zeer

321. il gelato = het ijs (consumptieijs)

322. la stanza = de kamer

323. niente = niets

324. mangiare = eten

325. cattivo = slecht

326. cercare = zoeken

327. vivere = leven

328. dormire = slapen

329. c'è = er is, dat wil zeggen

330. perché? = waarom?

U kent nu 330 woorden

Oefeningen[bewerken]

1. Lees de volgende tekst en beantwoord daarna de vragen.

La Citta del Vaticano
La Città del Vaticano (Status Civitatis Vaticanæ) è uno stato indipendente europeo posto sotto l'autorità del Papa della Chiesa cattolica, che vi esercita i poteri di un monarca assoluto, anche se le principali azioni di governo sono svolte dal Cardinal Segretario di Stato. Con una superficie di appena 0,44 km2, inserita nel tessuto urbano di Roma, sulla riva destra del Tevere, il Vaticano è il più piccolo stato indipendente del mondo, sia in termini di popolazione che di estensione territoriale.
Uit de Italiaanstalige Wikipedia.

1.1. Van welke taal zal de benaming 'Status Civitatis Vaticanae' zijn afgeleid?

1.2. Wat betekent het woord ' Papa ' (regel 2)?

1.3. Wat is de oppervlakte van Vaticaanstad?

1.4. Wat is er bijzonder aan het Vaticaan?

    A. Het Vaticaan is de woonplaats van de koning van Italië
    B. In Vaticaanstad is het verboden te roken
    C. Vaticaanstad is het kleinste land ter wereld.

1.5. Vertel in het kort wat de 'papa' doet. (voor deze vraag moet u vraag 2 goed hebben)


2. Vervoeg de vormen van 'tenere' en 'dovere' in de gevraagde vorm.

1. dovere (1e persoon enkelvoud, onvoltooid tegenwoordige tijd)

2. tenere (1e persoon enkelvoud, voltooid tegenwoordige tijd)

3. tenere (3e persoon meervoud, onvoltooid tegenwoordige tijd)

4. dovere (2e persoon enkelvoud, voltooid tegenwoordige tijd)

5. tenere (2e persoon meervoud, onvoltooid tegenwoordige tijd)


3. Schrijf de volgende getallen voluit

1. 52

2. 101

3. 268

4. 25

5. 99

6. 71

7. 9

8. 155

9. 121

10. 44


4. Vertaal de volgende woorden en zinnen in het Nederlands

1. Chi è là?

2. Lui è un dottore e lei è la sua bambina.

3. (Io) non mangio niente.

4. È noioso.

5. Quel gelato è buono!


5. Vertaal de volgende woorden en zinnen in het Italiaans

SCHRIJF DE GETALLEN VOLUIT!

1. Dat is € 99,-

2. Ik eet geen ijs.

3. Jij zoekt Carlo.

4. Daar leeft niets.

5. Zij gaan naar deze dierentuin.


De antwoorden zijn hier te vinden: Italiaans/Les08_Antwoorden

<Inhoudsopgave - Les 7 - Les 8 - Les 9>
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.