Italiaans/Les05
Onderwerp van les 5
[bewerken]Les 5 (La Lezione Cinque) gaat over de wederkerende werkwoorden en de onregelmatige werkwoorden volere en potere. Vanzelfsprekend komen er ook weer woorden bij. Na deze les is er ook weer een toets.
Wederkerende werkwoorden
[bewerken]Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden zoals 'zich wassen'. Als een werkwoord in het Nederlands niet wederkerend is, kan dat in het Italiaans wel zo zijn, zoals 'heten' is in het Nederlands niet wederkerend, maar in het Italiaans wel: chiamarsi. In de infinitief is aan het achtervoegsel -si te zien dat een werkwoord wederkerend is. Dit soort werkwoorden wordt in het Italiaans als volgt gevormd:
(evt.) persoonlijk voornaamwoord + wederkerend voornaamwoord + vervoegd werkwoord
De wederkerende voornaamwoorden zijn:
mi | mij |
ti | je |
si | zich (enkelvoud) |
ci | ons |
vi | jullie |
si | zich (meervoud) |
Wederkerende werkwoorden in het Italiaans zijn bijvoorbeeld:
chiamarsi | heten |
incontrarsi | ontmoeten |
lavarsi | zich wassen |
riposarsi | (uit)rusten |
svegliarsi | wakker worden |
Het rijtje (vervoeging) van 'chiamarsi' in de onvoltooid tegenwoordige tijd:
chiamarsi | heten |
mi chiamo | ik heet |
ti chiami | jij heet |
si chiama | hij/zij/u heet |
ci chiamiamo | wij heten |
vi chiamate | jullie heten |
si chiamano | zij heten |
Voltooid tegenwoordige tijd
[bewerken]De voltooid tegenwoordige tijd van wederkerende werkwoorden wordt (net als in het Frans) vervoegd met 'essere'. Dit betekent dat u goed moet letten op de uitgangen.
Dan wordt het rijtje van chiamarsi:
mi sono chiamato/chiamata | ik heb geheten |
ti sei chiamato/chiamata | jij hebt geheten |
si è chiamato/chiamata | hij/zij/u heeft geheten |
ci siamo chiamati/chiamate | wij hebben geheten |
vi siete chiamati/chiamate | jullie hebben geheten |
si sono chiamati/chiamate | zij hebben geheten |
De werkwoorden 'volere' (willen) en 'potere' (kunnen)
[bewerken]volere willen |
potere kunnen | |
(io) | voglio | posso |
(tu) | vuoi | puoi |
(lui/lei) | vuole | può |
(noi) | vogliamo | possiamo |
(voi) | volete | potete |
(loro) | vogliono | possono |
Beide werkwoorden worden gewoon vervoegd met 'avere'.
Het voltooid deelwoord van potere is potuto (gekund). Ho potuto, ik heb gekund.
Het voltooid deelwoord van volere is voluto (gewild). Ho voluto, ik heb gewild.
Woorden
[bewerken]De klemtoon is vet aangegeven
127. nero = zwart
128. bianco = wit
129. grigio = grijs
130. giallo = geel
131. rosa = roze
132. marrone = bruin
133. arancione = oranje
134. viola = paars
135. il computer = de computer (meervoud: i computer). Of: il PC (il pie-tsjie)
136. l'indirizzo m = het adres
137. il posto = de plaats
138. la piazza = het plein
139. la pizza = de pizza
140. tutto = alles
141. ottimo! = prima!
142. la cucina = de keuken
143. la piscina = het zwembad
144. nuotare = zwemmen
145. oggi = vandaag
146. ieri = gisteren
147. domani = morgen
148. per = voor (voorzetsel)
149. il dio = de god
150. la scuola = de school
151. tirare = trekken, (schot) lossen, (boek) drukken
152. la società = de maatschappij, de vereniging, het bedrijf
153. riservare = reserveren, opzij leggen NB reserveren in de zin van boeken = prenotare)
154. il sole = de zon
155. solo = alleen
156. il pesce = de vis
157. la carne = het vlees
158. quanto? = hoeveel?
159. quasi = bijna
160. viaggiare = reizen
161. Salve! = Dag!
162. il minuto = de minuut
163. il secondo = de seconde, de tweede
164. la toilette/la toletta = het toilet, de wc
165. Italiano = Italiaans
166. contento = 1. blij 2. tevreden, voldaan
167. la banana = de banaan
168. pagare = betalen*
169. la lettera = de brief
170. la canzone = het lied
171. ora/adesso = nu
172. il nome = de naam
173. ma (uitspraak: maa) = maar
174. il tè (uitspraak: iel thèh) = de thee
175. la finestra = het raam
176. la testa = het hoofd
177. l'edificio m= het gebouw
178. se (uitspraak: see) = als
179. dietro = achter
180. la sera = de avond
181. la notte = de nacht
182. la famiglia = het gezin, de familie
183. bere = drinken
184. sempre = altijd
185. il pollo = de kip
186. il giornale = de krant
187. il biglietto = het kaartje
188. buono = goed/lekker
U kent nu al 188 woorden!
Oefeningen
[bewerken]In dit oefenblok wordt de eerste tekst geïntroduceerd. Dit is, net als woordkennis en grammatica, een belangrijk onderdeel van het Italiaans.
1. Lees de volgende tekst en beantwoord daarna de vragen.
I Paesi Bassi |
I Paesi Bassi (Nederland - spesso indicati come Olanda) sono uno Stato dell'Europa occidentale confinante a sud con il Belgio, a est con la Germania e a nord e a ovest con il Mare del Nord. Essi costituiscono la parte principale del Regno dei Paesi Bassi, che comprende anche le isole caraibiche delle Antille Olandesi e di Aruba. |
Uit de Italiaanse Wikipedia. |
1.1. Wat wordt er gezegd over Nederland?
A. Dat de Nederlanders veel kaas eten. B. Dat Nederland in het zuiden aan België, in het oosten aan Duitsland en in het noorden en westen aan de Noordzee grenst. C. Dat de hoofdstad van Nederland Amsterdam is
1.2. Wat hoort volgens deze tekst nog meer bij Nederland?
1.3. Is Nederland (volgens deze tekst)...
A. Een Europees land B. Een van de rijkste landen ter wereld C. Een groot land
2. Vul de juiste vorm van het wederkerige werkwoord in.
1. Chiamarsi (1e persoon meervoud (wij..), voltooid tegenwoordige tijd)
2. Lavarsi (2e persoon enkelvoud (jij..), onvoltooid tegenwoordige tijd)
3. Svegliarsi (2e persoon meervoud, voltooid tegenwoordige tijd)
4. Incontrarsi (1e persoon meervoud, onvoltooid tegenwoordige tijd)
5. Chiamarsi (1e persoon enkelvoud, onvoltooid tegenwoordige tijd)
3. Vertaal de volgende vormen van 'volere' en 'potere'
1. puoi
2. vogliono
3. voglio
4. possiamo
5. vuole
4. Vertaal de volgende woorden en zinnetjes in het Nederlands
1. Mi piace il té.
2. La pizza è ottima!
3. Ieri, ho avuto del pollo.
4. Il biglietto è bello.
5. Riservo la prima colazione.
5. Vertaal de volgende woorden en zinnen in het Italiaans
1. Nu!
2. Het bed is bruin.
3. Ik heb gisteren een pizza gehad.
4. Ik wil een pizza, twee citroenen en aardbeien.
5. De thee is lekker.
De antwoorden zijn hier te vinden: Italiaans/Les05/Antwoorden
Toets
[bewerken]Over niet al te lange tijd, kunt u weer uw kennis testen met behulp van een toets. Deze zal nu gaan over les 4 tot en met 8. Dit is anders dan in les 1 vermeld staat, maar anders kan de maker blijven doorgaan met het maken van toetsen.