Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Heksenvervolging elders in Europa en Amerika
11. Heksenvervolging elders in Europa en in Amerika
In Midden- en Zuid-Italië, in Zuid-Spanje, Oost-Europa en Ierland zijn nauwelijks heksenprocessen geweest, in Polen pas veel later. Hier bleef de feodale maatschappij veel langer behouden. Men trouwde jong onder de hoede van de ouders en gaf het traditionele familiesysteem en de man-vrouw rolverdeling door. Het individualisme ontwikkelde zich trager. Hier was geen voedingsbodem voor heksenangst noch voor de protestantse ethiek die meer individualistisch was.
Heksenvervolging in Engeland
[bewerken]Het accusatoire rechtssysteem bleef in Engeland grotendeels intact. Beide partijen waren voor de rechter gelijkwaardig en mochten getuigen oproepen. Als de beschuldigde (heks) in de gemeenschap populairder was dan de aanklager, kon zij door het oproepen van getuigen terugslaan en de klager een proces wegens smaad aandoen. Wat hekserij betrof, moest er een aanklacht uit het volk komen door iemand die zich door de heks benadeeld voelde (middels maleficiën). Klachten uit het volk bleven dus in Engeland de enige bron van de heksenprocessen. Maar maleficiën kwamen op bovennatuurlijke wijze tot stand en waren moelijk om te bewijzen. Verder waren er in maleficiën gradaties mogelijk zodat er ook lichtere straffen gegeven konden worden.
Er mocht niet gemarteld worden dus aanklachten over een verbond met de duivel hadden weinig kans van slagen net zoals aanklachten over deelname aan een heksensabbat. Doordat men de beschuldigde niet zo ver kreeg om deelname aan een sabbat toe te geven, kreeg men haar ook niet zo ver om de namen van andere deelnemers aan die sabbat te noemen en daarom zijn er in Engeland nauwelijks massaprocessen geweest.
Vaak werden bedelaressen aangeklaagd. Volgens geschiedkundige Keith Thomas zou een proces meestal als volgt tot stand komen: de aanklager had de bedelares eerst weggestuurd zonder haar iets te geven en daarover had hij een schuldgevoel. Als er dan later iets fout ging met hem of zijn familie, vee, gewassen of spullen, dan gaf hij haar de schuld. Als hij bijvoorbeeld geen sokken van haar had gekocht en later kreeg hij last van zijn voeten, dan was het wel duidelijk aan wie hij dat te danken had. De aanklager moest dus (vreemd genoeg) kunnen aantonen dat hij de heks slecht behandeld had om aannemelijk te maken dat zij zich op hem gewroken had.
In Engeland werd een grote ramp, een epidemie of brand dan ook zelden aan een heks toegeschreven. Want dan zou de hele maatschappij moeten toegeven de heks slecht behandeld te hebben. Dit soort rampspoed werd in Engeland toegeschreven aan God, of aan de zonden van de inwoners, of aan zondebokken als leden van een ander geloof, of aan een nationale vijand, of aan de Joden. Op het continent echter werd de heks beschuldigd van een verbond met de duivel en de duivel kon wèl grootschalige rampen als de pest en stormen veroorzaken, zodat een heks op het continent daar ook de schuld van kon krijgen.
In Engeland begonnen de heksenprocessen pas na 1540. Slechts 24% van de beschuldigden werd geëxecuteerd (in Duitsland na 1560 bijna 100%). In totaal zouden er in Engeland slechts 500 - 1000 heksen geëxecuteerd zijn.
Duitsland
[bewerken]Minstens de helft van alle massaprocessen in Europa vond plaats in het huidige West-Duitsland. Deze massaprocessen werden na 1560-1590 gevoerd door speciale rechtbanken, voorgezeten door professionele juristen die waren aangewezen door de Duitse prinsen. Deze rechters hadden aan de universiteit de Romeinse en inquisitoire methodes bestudeerd en waren doordrongen van de ethiek van de morele reformatie. Deze speciale rechtbanken gingen ook naar de dorpen toe. Na 1575 hoefden maleficiën niet meer in de aanklacht te zitten (deze waren moeilijk te bewijzen). Elke 'aangetoonde' betrokkenheid van de heks met de duivel was voldoende om haar tot de brandstapel te veroordelen. De beschuldigden hadden geen enkel recht meer.
Men begon doorgaans met een oud, hulpeloos vrouwtje te martelen, die dan het pact en de geslachtsgemeenschap met de duivel toegaf. Daarna moest zij ook nog de namen van vele anderen noemen. Die namen werden haar vaak in de mond gelegd door de rechter of de beul. Als de marteling slechts eerstegraads was (duimschroeven, nagels uittrekken), werd het voorgesteld alsof ze vrijwillig bekend had. Vaak ging de marteling veel verder, soms stierf de beschuldigde eraan. Soms moest de beschuldigde geld aan de beulen betalen om van hen te vernemen welke de 'juiste' namen waren van mensen die zij moest aangeven. Dat waren de namen die de rechters graag wilden horen. Op die manier kon zij aan het martelen een eind maken en sterven.
Eén enkel massaproces kon leiden tot meer dan 400 slachtoffers (1618). Soms noemden de heksen ook de namen van mensen uit andere steden. Dan ontstond daar weer de kiem van een nieuw massaproces. Soms werden de rechters zelf beschuldigd en geëxecuteerd, maar ook priesters, leraren, adellijken en rijke kooplieden konden beschuldigd worden. De families van invloedrijke slachtoffers gingen klagen bij keizer Ferdinand II. Vanaf 1630 verbood deze de processen in die streken waar hij invloed op kon uitoefenen.
De paus zond in 1636 twee Italiaanse kardinalen op inspectie die ontzet hun bevindingen aan hem rapporteerden. De heksenprocessen werden daarop door de paus verboden in die gebieden waarin hij zijn gezag kon doen gelden. Maar in sommige protestantse gebieden in Noord-Duitsland en in het katholieke Beieren duurden ze nog tot 1720 voort en in sommige achtergebleven gebieden in Europa werden 'heksen' nog in de negentiende eeuw door het volk gelyncht.
Zwitserland
[bewerken]Nergens werden zoveel heksen verbrand als in Zwitserland. Met name in Vaud werden tussen de 15e en 17e eeuw meer dan 2000 doodvonnissen uitgesproken.[1] De allerlaatste heksenverbranding in 1788 vond ook plaats in Zwitserland.[2]
Frankrijk
[bewerken]Hier waren niet zo veel massaprocessen als in Duitsland. Na 1600 begonnen de vervolgingen af te nemen.
Scandinavië
[bewerken]Hier begon de heksenvervolging pas na 1650 toen Scandinavië onder Duitse invloed kwam. Voor die tijd werd er daar niet gemarteld en was er geen inquisitoire procedure.
Schotland
[bewerken]De heksenvervolging was hier haast net zo erg als in Duitsland.
Spanje
[bewerken]Hier werden (merkwaardig genoeg) bijzonder weinig heksen geëxecuteerd. De Spaanse inquisitie liet de heksen bijna volledig links liggen. Mogelijk kwam dat omdat men qua zondebok voldoende had aan de Joden en de Moslims. Verder had Spanje geen traditie van vijanden binnen het geloof (als ketters en heksen) maar wel een grote traditie van vijanden buiten het geloof (als Joden en Moslims).
In 1611 verzamelde een Spaanse rechter van inquisitie, Salazar, een aantal Franse heksen, die allen bekend hadden dat zij hadden deelgenomen aan een heksensabbat. Hij liet hen deze sabbat naspelen in het dorp waarin deze zich zou hebben afgespeeld. Hij kwam tot de conclusie dat hun verhalen absoluut niet met de werkelijkheid strookten en ook nog met elkaar in strijd waren. Daarna werden er in Spanje geen heksen meer vervolgd.
Italië, Zuid-Spanje, Oost-Europa en Ierland
[bewerken]In Midden- en Zuid-Italië, in Zuid-Spanje, Oost-Europa en Ierland zijn nauwelijks heksenprocessen geweest, in Polen pas veel later. Hier bleef de feodale maatschappij veel langer behouden. Men trouwde jong onder de hoede van de ouders en gaf het traditionele familiesysteem en de man-vrouw rolverdeling door. Het individualisme ontwikkelde zich trager. Hier was geen voedingsbodem voor heksenangst noch voor de protestantse ethiek die meer individualistisch was.
Heksenvervolging in Amerika
[bewerken]Tijdens de kolonisatie van Amerika is de heksenvervolging ook daarheen geëxporteerd, onder andere in Salem.
- ↑ [1]
- ↑ Europese ‘heksen’ werden vervolgd en gemarteld, historianet.nl