Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Heksensabbat
Uiterlijk
6. Heksensabbat
Na 1560 werden heksen ervan beschuldigd dat ze vrijwillig geslachtsgemeenschap met de duivel hadden tijdens de heksensabbat. De heksen zouden een zalf maken van gekookte, pasgeboren kinderen (liefst ongedoopte jongetjes). Door zich met die zalf in te smeren, zouden ze kunnen vliegen naar bijeenkomsten (heksensabbatten) waar ze met de duivel dansten en hem in de gedaante van een bok of kater aanbaden. Ze zouden er kindervlees verslinden en met de duivel en met elkaar geslachtsgemeenschap hebben. Deze beschuldigingen kwamen niet uit het volk voort, maar uit de geestelijkheid en de burgerij.
Meer lezen
[bewerken]- Zie ook Hekserij/Heksensabbat