Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Begin van de heksenvervolging, ca. 1300-1450
2. Begin van de heksenvervolging, ca. 1300-1450
Magiërs bestonden al in de vroege middeleeuwen.[1] Elk dorp had wel een magiër. Zij konden op bovennatuurlijke wijze ingrijpen in het dagelijkse leven.
Witte magiërs genazen ziekten of ze vonden gestolen goederen terug. Zij zijn nauwelijks ooit vervolgd.
Zwarte magiërs (of heksen) zouden mensen en dieren ziek maken of laten sterven, misoogsten veroorzaken of handelingen laten mislukken, zoals het maken van boter uit melk. Men sprak van maleficiën. Deze maleficiën konden zij onder andere doen door aanraking, het uitspreken of opschrijven van een vervloeking, door poppen te maken van hun slachtoffer en daar pinnen in te steken, of door alleen maar ergens naar te kijken. Sommige heksen wisten zelf niet dat ze dit "boze oog" hadden ...Verder zouden ze drankjes brouwen om de bevruchting van de vrouw te voorkomen, om impotentie bij de man te veroorzaken, of om liefde tussen een man en een vrouw aan te wakkeren dan wel te laten bekoelen.
Tot 1300 waren er geen heksenprocessen want zwarte magie werd in de dorpen bestraft door de burgerwacht (vigilantes) of middels een wraakactie (vendetta).
Tussen 1325-1330 waren er een aantal politieke showprocessen waarin vorsten hun tegenstanders ervan beschuldigden om met hulp van de duivel samenzweringen tegen hen te smeden. Dit leek enigszins op de latere heksenprocessen.
Tussen 1330 en 1375 zijn er van slechts 25 heksenprocessen in heel Europa de stukken bewaard gebleven. Heksen werden toen alleen van maleficiën beschuldigd. De heks kreeg daarvoor een passende straf. Een moord die gepleegd zou zijn door toverij werd hetzelfde bestraft als een moord die met een bijl was gepleegd. Mannen en vrouwen van elke rang en stand konden van hekserij beschuldigd worden. Tussen 1300-1400 was 50-60% van de heksen vrouw.
Na 1375 begon de Dominicaanse inquisitie zich met de heksenvervolging te bemoeien. De geleerden (theologen, filosofen en rechters) geloofden niet dat een mens magie kon bedrijven zonder de hulp van de duivel. De heksen moesten dus wel een verbond met de duivel hebben gesloten: zij zouden hem aanbidden en in ruil daarvoor grote krachten krijgen om kwaad te doen.[2] Maar daarmee waren de heksen nu ketters geworden. En omdat zij ketters waren, vielen zij onder de (aanvankelijk tegen de ketters opgerichte) inquisititoire rechtspraak hetgeen inhield dat zij vrijwel rechteloos waren en gemarteld mochten worden om bekentenissen te verkrijgen.
Vanuit het volk kwam tussen 1375 en 1580 vrijwel nooit een aanklacht over duivelsverering, het volk klaagde alleen over de maleficiën waar zij het slachtoffer van meende te zijn.
Tussen 1365 en 1428 zijn er van maar 84 heksenprocessen de stukken bewaard gebleven. Tussen 1430-1500 waren er 300 bewezen heksenprocessen in heel Europa. Tussen 1400-1500 was 60-70% van de heksen vrouw.
Verouderde theorieën over hekserij
[bewerken]- Een van de eerste theorieën over hekserij was de ‘rationele’ verklaring dat hekserij een gevolg was van hallucinaties. De heksenvervolging zou slechts berusten op bijgeloof en godsdienstwaanzin. De naar macht hunkerende geestelijkheid zou teveel gemarteld hebben.
- Als reactie hierop stelden Jacob Grimm (Deutsche Mythologie, 1835) en de egyptoloog M. Murray dat de heksen in een verbond verenigd waren. Zij zouden een oeroude vruchtbaarheidscultus, ontstaan in Egypte, rond een gehoornde god met twee gezichten beoefend hebben (Janus of Diana). Dit zou in Europa tot in de 17de eeuw zelfs de heersende religie onder het gewone volk zijn geweest. Het christendom zou slechts de religie van een kleine elite zijn geweest. Met de heksenprocessen zou deze elite de volksreligie en alle geschriften ervan vernietigd hebben. De christenen zouden gesteld hebben dat de gehoornde god in feite satan was. De heksen zouden een wekelijkse ontmoeting gehad hebben: de heksensabbat. Voor deze theorie zijn echter geen bewijzen te vinden zodat ze tegenwoordig door de meeste geleerden verworpen wordt. Doordat de bekentenissen van veel heksen zo op elkaar leken, lijkt het soms alsof de hekserij inderdaad in een verbond georganiseerd was. Maar die bekentenissen werden vaak gedaan aan mensen die altijd dezelfde standaardvragen stelden en doorvroegen tot ze het antwoord kregen dat ze wilden horen. Heksen waren hoogstwaarschijnlijk niet in een verbond verenigd maar waren geïsoleerde individuen. Hoewel er wel groepen bedelaars rondtrokken om samen te slapen, te roken, te dansen en andermans koeien te melken.
- Eén theorie stelt dat de heksen dachten te kunnen 'vliegen' doordat zij hallucinogene planten gebruikt zouden hebben, maar hier is nauwelijks bewijs voor. Evenmin is er veel bewijs voor het ontstaan van dit idee te kunnen vliegen wegens ergotisme.
- Een andere theorie stelt dat de heksen leden aan psychotische hallucinaties. Er waren echter vele tienduizenden heksen. Van de grote meerderheid van de gedocumenteerde gevallen kan aangetoond worden dat ze niet psychotisch waren.
- Men denkt wel dat de heksenvervolging verband zou hebben gehad met pest, hongersnood, werkeloosheid of prijsstijgingen. Goede statistiek hierover is echter vrijwel onmogelijk, want de meeste processtukken zijn verdwenen. Wat ons van de processen rest, zijn vaak niet meer dan pamfletten van de meer sensationele processen. Toch lijkt een verband tussen deze sociaal-economische zaken en de heksenvervolging niet te hebben bestaan. De graanprijs steeg en daalde, de pest kwam en ging, maar de heksenvervolging ging door. Het volk was al arm lang voordat de heksenvervolging begon. Het bleef arm tijdens de vervolging en ook nog lang nadat ze gestopt waren.