Nieuwgrieks/Les 6
Χρώματα
[bewerken]1 - Έχεις καμιά φωτογραφία της κόρης σου;
2 - Νομίζω πως έχω. Ορίστε.
3 - Τι όμορφο κοριτσάκι! Κρίμα που η φωτογραφία δεν είναι έγχρωμη. Τι χρώμα έχουν τα μάτια της;
4 - Γαλανά σαν του πατέρα της. Όλοι στην οικογένεια του άντρα μου έχουν γαλάζια μάτια.
5 - Τα μαλλιά της όμως είναι σκούρα.
6 - Ναι, είναι καστανά.
7 - Μοιάζουν πολύ πατέρας και κόρη;
8 - Στα χαρακτηριστικά του προσώπου όχι πολύ, γιατί έχει το στόμα μου και το σχήμα της μύτης μου, αλλά έχουν και οι δυο τους το ίδιο σώμα.
Vertaling
[bewerken]Kleuren
1. Heb je een foto van je dochter?
2. Ik denk dat ik (er een) heb. Hier.
3. Wat een mooi meisje! Spijtig dat de foto niet in kleur is. Welke kleur hebben haar ogen?
4. Blauw als haar vader. In heel de familie van mijn man heeft men hemelsblauwe ogen.
5. Haar haren zijn echter donker.
6. Ja, ze zijn bruin.
7. Gelijken vader en dochter veel (op elkaar)?
8. In de karakteristieken van het gezicht niet veel, omdat ze mijn mond heeft en de vorm van mijn neus, maar ze hebben allebei dezelfde lichaamsbouw.
meer kleuren
[bewerken]Τι χρώμα έχουν τα ταξί στην Αθήνα; Κίτρινα. — Welke kleur hebben de taxi's in Athene? Geel.
Η Ελένη είναι ξανθιά και έχει γαλανά μάτια. — Helena is blond en ze heeft blauwe ogen.
Το σχολείο μας έχει πράσινους πίνακες και όχι μαύρους. — Onze school heeft groene borden en geen zwarte.
Πόσα γκρίζα σύννεφα έχει ο ουράνος! — Hoeveel grijze wolken zijn er in (heeft) de hemel!
Ο Αλέξης και ο Γιώργος έιναι μελαχρινοί και τα μάτια τους έιναι καστανά. — Alex en Joris zijn zwartharig en hun ogen zijn bruin.
Κοίταξε τα παιδιά! Τα μάγουλά τους είναι κόκκινα σαν μήλα. — Bekijk de kinderen! Hun wangen zijn rood als een appel.
Τα μαλλία της μητέρας μας είναι άσπρα. — De haren van onze moeder zijn wit.
Grammatica
[bewerken]Op regel 4 tref je het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord "men" aan, in het Grieks geven we dit weer door een derde persoon meervoud.
de genitief
[bewerken]De laatste naamval is de genitief, hij drukt het bezit uit.
| Nominatief | Genitief enk. | Genitief mv. | Uitgangen | Vertaling |
|---|---|---|---|---|
| ο ξένος | του ξένου | των ξένων | -ος → -ου / -ων | de vreemdeling |
| ο φοιτητής | του φοιτητή | των φοιτητών | -ης → -η / -ων | de leerling |
| o ταμίας | του ταμία | των ταμιών | -ας → -α / -ων | de kassier |
| Nominatief | Genitief enk. | Genitief mv. | Uitgangen | Vertaling |
|---|---|---|---|---|
| η γυναίκα | της γυναίκας | των γυναικών | -α → -ας / -ων | de vrouw |
| η φίλη | της φίλης | των φιλών | -η → -ης / -ων | de vriendin |
| Nominatief | Genitief enk. | Genitief mv. | Uitgangen | Vertaling |
|---|---|---|---|---|
| το παιδί | του παιδιού | των παιδιών | -ι → -ιου / -ιων | het kind |
| το περίπτερο | του περίπτερου | των περίπτερων | -ο → -ου / -ων | de kiosk |
| τo γράμμα | του γράμματος | των γραμμάτων | -α → -ατος / -ατων | de brief |
Merk op:
- De genitief meervoud eindigt in alle geslachten en vormen altijd op -ων.
- In de genitief (en soms ook in de accusatief meervoud) vindt er bij een aantal zelfstandige naamwoorden een accentverschuiving plaats. Voor een volledig overzicht hiervan, kijk je best naar de pagina's over de vormen van het zelfstandig naamwoord.
bezittelijke voornaamwoorden
[bewerken]De onbeklemtoonde vormen worden onmiddellijk na het zelfstandig naamwoord geschreven. Indien het zelfstandig naamwoord het accent op de derde laatste lettergreep heeft, dan ontstaat er een extra accent op de laatste lettergreep:
- το αυτοκίνητο "de auto" → το αυτοκίνητό μου "mijn auto"
Meer hierover op de pagina over fonologie.
De volledige lijst is:
μου mijn σου jouw του zijn της haar μας ons σας jullie, uw τους hun
De Griekse bezittelijke voornaamwoorden verwijzen (net als in het Nederlands) naar het geslacht van de bezitter en niet (zoals in het Frans) naar het geslacht van het zelfstandig naamwoord:
- το σπίτι του "zijn huis"
- το σπίτι της "haar huis"
Het voornaamwoord του wordt gebruikt bij mannelijke en onzijdige bezitters of als het geslacht van de bezitter niet gekend is.
Woordenschat: de delen van het hoofd
[bewerken]τα μαλλιά het haar (mv.) το αυτί het oor το μαγούλο de wang το μάτι het oog η μύτη de neus το φρύδι de wenkbrauw το στόμα de mond το μουστάκι de snor το πιγούνι de kin τα γένια de baard (mv.) το χείλι de lip το μέτωπο het voorhoofd
>> Nieuwgrieks >> Les 6