Verklarende woordenlijst biologie voor het secundair onderwijs/J
- J - |
---|
J-groeicurve
[bewerken]Grafiek die het verband weergeeft tussen de grootte van een populatie en de tijd, en dit bij een onbelemmerde exponentiële groei.
jaargrens
[bewerken]De scheiding tussen twee jaarringen. Het najaarshout van de ene jaarring, dat uit smalle houtvaten bestaat, raakt het voorjaarshout van de andere jaarring, dat uit bredere houtvaten bestaat.
jaarring
[bewerken]Laag hout die in een jaar gevormd is in de stengel van houtige gewassen. Een jaarring is als ring te zien op de dwarse doorsnede van een stam. We kunnen jaarringen onderscheiden, doordat in gunstige omstandigheden van temperatuur en neerslag (meestal lente-zomer) het hout veel sneller groeit met wijde houtvaten. In het najaar is de groei meestal trager en zijn de houtvaten veel nauwer. (Zie ook jaargrens)
In sommige jaren wordt meer dan één ring in het hout gevormd.
juk
[bewerken]Een paar tegenoverstaande blaadjes van een samengesteld geveerd blad
juveniel
[bewerken]Een jong dier. De term juveniel wordt vooral gebruikt om de specifieke verschijningsvorm van niet-geslachtsrijpe dieren aan te duiden.