Verklarende woordenlijst biologie voor het secundair onderwijs/C

Uit Wikibooks

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z


- C -
Centrosoom

C3-plant - Calvin-cyclus - CAM-plant - cambium - capillair - capillaire werking - Cara - carcinogeen - carnivoor - caroteen - cel - celcompartiment - celcyclus - celdeling - celdifferentiatie - celfusie - celkern - cellichaam - cellulase - cellulose - celmembraan - celplasma - celspecialisatie - celstrekking - celwand - centrale zenuwstelsel - centromeer - centrosoom - chemo-autotroof - chemoreceptor - chemosynthese - chemotaxis - chitine - chlamydia - chlorofyl - chloroplast - cholecystokinine - cholesterol - cholinesterase - chondroblast - chondrocyt - chorda - chorion - chromatide - chromatine - chromatinenetwerk - chromoplast - chromosoom - chromosoommutatie - citroenzuurcyclus - climax-ecosysteem - climax stadium - co-enzym - codominantie - codon - coïtus - collageen - commensalisme - compensatiepunt - competitie - compostering - concurrentie - condensatie - conditionering - conflictgedrag - consument - contractie - contractiele vacuole - convergente evolutie - convergentie - copulatie - corpus luteum - corticosteron - coöperatie - coördinatie - creatine - crossing-over - crossing-over percentage - cuticula - cyanobacterie - cytochroom - cytokinese - cytoplasma - cytosine -

C3-plant[bewerken]


Zie Wikipedia

Calvin-cyclus[bewerken]


Zie Wikipedia

CAM-plant[bewerken]


Zie Wikipedia

cambium[bewerken]

Het cambium is een meristematisch weefsel dat onder andere zorgt voor de diktegroei van de wortel en stengel van tweezaadlobbige zaadplanten.
Zie Wikipedia

celcyclus[bewerken]

De celcyclus is de opeenvolgende reeks van processen die begint op het moment dat de cel door deling ontstaat en eindigt op het ogenblik dat deze cel op haar beurt deelt in twee nieuwe dochtercellen.

De celcyclus bij eukaryoten bestaat uit de interfase en de mitose.


Zie Wikipedia

Animaties[bewerken]

Ander lesmateriaal[bewerken]

Afbeeldingen van Wikimedia Commons[bewerken]

Wikipedia
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Cell cycle op Wikimedia Commons

celdeling[bewerken]


Zie Wikipedia

celdifferentiatie[bewerken]


Zie Wikipedia

celfusie[bewerken]


Zie Wikipedia

celkern[bewerken]


Zie Wikipedia
Het organel bij (Eukaryote) cellen dat ongeveer 10% van het celvolume inneemt en dat de chromosomen van de cel bevat. De kern is omgeven door een kernmembraan.

cellichaam[bewerken]


Zie Wikipedia

cellulase[bewerken]


Zie Wikipedia

cellulose[bewerken]


Zie Wikipedia

celmembraan[bewerken]


Zie Wikipedia
Buitenste vlies van cellen, bestaande uit fosfolipiden en eiwitten, die de celinhoud afsluit van de buitenwereld, en die bepaalt welke stoffen binnen en buiten mogen gaan.

celplasma[bewerken]


Zie Wikipedia

celspecialisatie[bewerken]


Zie Wikipedia

celstrekking[bewerken]


Zie Wikipedia

celwand[bewerken]


Zie Wikipedia
Een doordringbare, extracellulaire laag uit pectine en cellulose bij (bacterieën, schimmels en) planten, die door de cel wordt uitgescheiden, en wat deze cel heel nauw omgeeft.

centrale zenuwstelsel[bewerken]


Zie Wikipedia

centromeer[bewerken]

naar het Grieks céntron en middelpunt méros

Het centromeer is de plaats waar de twee chromatiden aan elkaar gehecht blijven tot aan de anafase van de mitose (bij de meiose tot aan anafaseII).

Het centromeer verdeelt het chromosoom ook in twee armen, die gewoonlijk een verschillende lengte hebben. De korte arm noemt men p-arm, de langere q-arm. Dit wordt ook gebruikt om de genloci aan te duiden. Het genlocus voor de resusfactor is bv. 1p34.3–1p36.1, wat betekent dat het gen zich bevindt op de korte arm van chromosoom 1.


Zie Wikipedia

centrosoom[bewerken]


Zie Wikipedia

chemo-autotroof[bewerken]


Zie Wikipedia

chemoreceptor[bewerken]


Zie Wikipedia

chemosynthese[bewerken]


Zie Wikipedia

chemotaxis[bewerken]


Zie Wikipedia

chitine[bewerken]


Zie Wikipedia

chlamydia[bewerken]


Zie Wikipedia

chlorofyl[bewerken]


Zie Wikipedia

chloroplast[bewerken]


Zie Wikipedia

cholecystokinine[bewerken]


Zie Wikipedia

cholesterol[bewerken]


Zie Wikipedia

cholinesterase[bewerken]


Zie Wikipedia

chondroblast[bewerken]


Zie Wikipedia

chondrocyt[bewerken]


Zie Wikipedia

chorda[bewerken]


Zie Wikipedia

chorion[bewerken]


Zie Wikipedia

chromatide[bewerken]

Een chromatide is één van twee identieke kopieën van een gerepliceerd chromosoom.
Tijdens de S-fase van de interfase wordt het DNA gerepliceerd. Zo ontstaan er van één chromosoom twee kopieën: dat zijn de chromatiden. Tot aan de anafase van de mitose (of bij de meiose tot anafase II) bestaat een chromosoom dus uit twee bijna identieke chromatiden. Bijna identiek, want bij replicatie kunnen er fouten optreden in één van de twee strengen, waardoor er een genmutatie kan optreden. Zolang de 2 chromatiden via het centromeer met elkaar verbonden zijn zegt men dat het zusterchromatiden zijn. Na scheiding in de anafase spreekt men van dochterchromosomen.
Zie Wikipedia

chromatine[bewerken]

van het Grieks: χρώμα (chroma)

Dit is het DNA-proteïne-complex in de kern tijdens de interfase. Zoals de naam al aangeeft neemt dit complex makkelijk kleurstoffen op, waardoor de kern beter zichtbaar wordt onder een lichtmicroscoop. Chromatine heeft een vezelstructuur. De basiseenheid van zo een vezel is het nucleosoom: histonen, waarrond het DNA zich enkele malen oprolt.
Zie Wikipedia

chromatinenetwerk[bewerken]

Het chromatinenetwerk in de kern kan met behulp van specifieke kleurstoffen tijdens de interfase zichtbaar gemaakt worden als een kluwen van draden. Het wordt gevormd door de chromatinevezels waarin de chromosomen zich na beëindigen van de kerndeling ontrold hebben.

chromoplast[bewerken]


Zie Wikipedia

chromosoom[bewerken]

van het Grieks: χρώμα (chroma) = kleur; σώμα (soma) = lichaam

Chromosomen zijn structuren binnen de kern van eukaryote organismen die het erfelijk materiaal ( DNA) bevatten.
Chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten. Ze zijn enkel zichtbaar tijdens de celdeling. Tussen twee celdelingen in zijn de chromosomen ontrafeld tot het chromatine netwerk.
Bij elk organisme is het DNA verdeeld over een vast aantal chromosomen. Bij de mens zijn dat er 46. Die komen voor in 23 paar homologe chromosomen. Per paar komt één exemplaar van de moeder en het andere van de vader.
In het begin van de celdeling kunnen de chromosomen met een lichtmicroscoop waargenomen worden als twee chromatiden die via een centromeer aan elkaar vast zitten.
Zie Wikipedia

Wikipedia
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Chromosomes op Wikimedia Commons

chromosoommutatie[bewerken]


Zie Wikipedia

citroenzuurcyclus[bewerken]


Zie Wikipedia

climax-ecosysteem[bewerken]


Zie Wikipedia

climax stadium[bewerken]


Zie Wikipedia

co-enzym[bewerken]


Zie Wikipedia

codominantie[bewerken]

Twee allelen zijn codominant als ze bij een heterozygoot individu beiden tot uiting komen in het fenotype. Voorbeeld: binnen het ABO-systeem vererven de allelen voor de antigenen A en B codominant. Een heterozygoot individu heeft bloedgroep AB, omdat zowel het A-allel als het B-allel een antigen-antilichaamreactie kunnen uitlokken.


Zie Wikipedia

codon[bewerken]


Zie Wikipedia

coïtus[bewerken]


Zie Wikipedia
Het inbrengen van de penis in erectie in de vagina

collageen[bewerken]


Zie Wikipedia

commensalisme[bewerken]


Zie Wikipedia

compensatiepunt[bewerken]


Zie Wikipedia

competitie[bewerken]


Zie Wikipedia

compostering[bewerken]


Zie Wikipedia

concurrentie[bewerken]


Zie Wikipedia

condensatie[bewerken]


Zie Wikipedia

conditionering[bewerken]


Zie Wikipedia

conflictgedrag[bewerken]


Zie Wikipedia

consument[bewerken]


Zie Wikipedia

contractie[bewerken]


Zie Wikipedia

contractiele vacuole[bewerken]


Zie Wikipedia

convergente evolutie[bewerken]


Zie Wikipedia

convergentie[bewerken]


Zie Wikipedia

copulatie[bewerken]


Zie Wikipedia

corpus luteum[bewerken]


Zie Wikipedia

corticosteron[bewerken]


Zie Wikipedia

coöperatie[bewerken]


Zie Wikipedia

coördinatie[bewerken]


Zie Wikipedia

creatine[bewerken]


Zie Wikipedia

crossing-over[bewerken]

soms ook vertaald als overkruising
Crossing-over is het verschijnsel waarbij twee homologe chromosomen erfelijk materiaal ( DNA)met elkaar uitwisselen. Tijdens de profase 1 van de meiose kunnen de chromatiden van twee homologe chromosomen op de plaatsen waar ze elkaar raken (de chiasmata), stukken erfelijk materiaal uitwisselen. De herschikking van genetische informatie die het gevolg van crossing-over is, noemt men recombinatie


Zie Wikipedia

crossing-over percentage[bewerken]


Zie Wikipedia

cuticula[bewerken]


Zie Wikipedia

cyanobacterie[bewerken]


Zie Wikipedia

cytochroom[bewerken]


Zie Wikipedia

cytokinese[bewerken]

De cytokinese is de deling van het cytoplasma in twee dochtercellen, onmiddellijk nadat er twee kernen ontstaan zijn door mitose of meiose. De cytokinese gebeurt ter hoogte van het vroegere evenaarsvlak van de spoelfiguur.
Bij diercellen wordt er een contractiele ring bestaande uit myosine- en actine gevormd. Die trekt zich samen en verdeelt zo het cytoplasma over de twee nieuwe cellen.
Plantencellen hebben ook een celwand. Hier wordt in het evenaarsvlak een celplaat aangemaakt: dit is een dubbele celmembraan, waartussen door exocytose, van o.a. callose en cellulose een primaire celwand gevormd wordt. Deze celwand groeit aan van binnen naar buiten. Zodra deze voltooid is, en dus aansluit op de bestaande celwanden, zijn de twee dochtercellen van elkaar gescheiden.


Zie Wikipedia

cytoplasma[bewerken]


Zie Wikipedia

cytosine[bewerken]


Zie Wikipedia


A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.