Leer jezelf ecologisch tuinieren/Grote schorseneer
Uiterlijk
In het eerste jaar wordt er een bladrozet en een vlezige penwortel gevormd.
Alle families? |
Familie: Composieten (Asteraceae) Geslacht: Schorseneer Soort: Scorzonera hispanica |
Goede buren: | Goede buren voor deze plant: Aardbei (afstand 60-80 cm), andijvie, komkommer, sla, spinazie, stokboon, tomaat, ui (afstand 60-80 cm), wortel. |
Lokken: | Deze plant lokt en/of is vatbaar voor Aaltje. Schorseneren kunnen aangetast worden door de schimmels echte meeldauw en witte roest. |
Gebruik: | De plant wordt toegepast als groente die voor de Tweede Wereldoorlog vrij algemeen gegeten werd maar na de oorlog in diskrediet is geraakt, mogelijk door zijn bewerkelijkheid. Bij het schillen van de langwerpige, donkere wortels komt namelijk een kleverig melksap vrij. Dit feit heeft de groente de bijnaam "keukenmeidenverdriet" of "huisvrouwenleed" opgeleverd. Schorseneren zijn een typische wintergroente, met de grootste aanvoer in februari. De schorseneer wordt na het schillen in stukjes gesneden en gekookt, met een scheutje azijn om verkleuring tegen te gaan. In verband met het kleverige melksap worden bij het schillen keukenhandschoenen gedragen. Ze kunnen ook onder water met wat azijn worden geschild. Dit voorkomt het uittreden van het melksap en dus verkleuring van handen en wortel. Wat ook handig is, is om de schorseneren eerst met kokend water te overgieten, ze te laten schrikken met koud water en dan pas te schillen. Mochten de handen en/of pannen toch kleverig zijn geworden dan kan men ze schoonmaken met een beetje spijsolie. Daarna kan het eventueel met zeep worden gewassen. |
Recepten: | Recepten vind je in het Kookboek. |
FAQ: | Vragen en/of antwoorden over de Grote schorseneer? |
Maan(d) | Werk | KK | KT | LT | VW | ZD | PA | RA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3-4 | Zie zaaitijd. Na voorkiemen zaaien op lichte (zand)grond of diep door de grond veel zaagsel verwerken anders gaat de wortel zich vertakken. Zaai op een rij en druk het zaad in. Na opkomst uitdunnen op 25 cm en organische mest geven. Niet voor half april zaaien in verband met uitschieten. Bij te vroeg zaaien kunnen de planten gaan bloeien, maar de wortels blijven wel eetbaar. |
2 | 14 | 2 | 1 | |||
4 | Zie (uit)planten. Niet verplanten, maar uitdunnen. |
6 | 25 | |||||
9-11 | Zie oogsten en bewaren. Half november voorzichtig opgraven (pas op dat je ze niet beschadigt). Wat je niet eet zet je bij elkaar en bedek dat met blad of bonenloof. Ze bevriezen zo niet en je kan er steeds een paar gebruiken. De wortels zijn winterhard en kunnen de gehele winter, zolang de grond niet bevroren is, worden geoogst. De wortels kunnen tot 60 cm lang worden. Voor de oogst wordt er langs de wortels een diepe sleuf gegraven, waarna ze uit de grond kunnen worden gehaald. |
|||||||
11-12 + 4 | Zie vermeerderwijze. Laat een paar mooie wortels staan of herplant de ingekuilde wortels in april. Selecteer daarbij op niet doorgeschoten zijn en een gladde, niet-puntige wortel. Let ook op dat ze geen holle koppen hebben, en dat ze inwendig wit en niet rood kleuren. Kies een plek waar ze 5 jaar kunnen blijven staan, ze geven elk jaar zaad. Zet de wortels 50 cm uit elkaar en steun de bloemen. Er is een onregelmatige bloei dus zodra de bloem een pluisje krijgt is het zaad rijp. Deze bloem oogsten en nadrogen. In december met vochtige handen de pluisjes voorzichtig wrijven, de zaden vallen er dan uit en de pluisjes blijven kleven. In een verwarmde vertrek laten nadrogen. Elk jaar na de oogst compost geven. |
Z |