Trotski voor beginners/Wat houdt het verbond van arbeiders en boeren in
Dit idee komt oorspronkelijk ook van Marx af. Het houdt in dat er voor een revolutie een grote groep de leiding neemt; bijvoorbeeld het proletariaat of de boeren. In Russische optiek was het de bedoeling dat na de machtsovername van het proletariaat, een verbond met de boeren gesloten werd, waar later een regering uit gevormd werd. Zo was er een communistische meerderheid in Rusland; waardoor er meer machtsoverwicht was. Lenin sprak van een democratische arbeiders- en boerenregering, maar toen het eenmaal zover was werd dit een dictatuur van arbeiders en boeren. De naam bleek slechts schijn, de macht berustte uiteindelijk bij Lenin.
Volgens Trotski is het verbond van arbeiders en boeren een coalitie, die het proletariaat aan de uitgebuite lagen van stad en land voorstelt. Het proletariaat moest de leiding nemen omdat zij meer ontwikkeld waren. Dit in het opzicht van de kennis van het kapitalisme en communisme. Hij stelt ook hier nationalisatie en collectivisatie van de landbouwgrond voor; maar de boeren moeten er niet op achteruitgaan. De taak van de arbeiders is dan ook hen te ondersteunen. Trotski uitte veel kritiek jegens de sovjetdictatuur. Hij achtte het de taak van de Vierde Internationale het proletariaat van zijn oude leiding te bevrijden. De arbeiders- en boerenregering die hij predikt, blijkt een totaal andere regering dan de communistische arbeiders- en boerenregering, ontstaan na de Revolutie, die democratisch had moeten zijn, maar dat nooit is geworden.
Ter versteviging van hun macht was Trotski voorstander van bewapening van het proletariaat – het oprichten van een arbeidersmilitie die op den duur het reguliere leger zou moeten vervangen. "Tegen de benden van het fascisme kunnen slechts bewapende arbeiders, die weten dat tientallen miljoenen werkenden achter hen staan en hen steunen, doelmatig verzet bieden." Doelstellingen tot de ‘bewapening van het proletariaat’ waren:
• Algehele afschaffing van de geheime diplomatie. Alle verdragen en overeenkomsten moeten voor iedere arbeider en boer te beoordelen zijn. • Militaire instructie en bewapening van de arbeiders en boeren onder onmiddellijke controle van de arbeiders- en boerencomités. • Stichting van militaire scholen tot opleiding van bevelhebbers uit de kringen van de werkenden, gekozen door de arbeidersorganisaties. • Vervanging van het bestaande, d.w.z. in kazernes ondergebrachte leger, door een volksmilitie die voortdurend in verbinding staat met de fabrieken, mijnen en boerderijen.
Ook de boeren kregen dus een rol in dit plan.