Naar inhoud springen

Kunstgeschiedenis/20e-eeuwse performances, video en fotokunst

Uit Wikibooks

INLEIDING
KUNSTHISTORISCH ONDERZOEK
PERIODEN
1. Prehistorie
2. Oudheid

3. Middeleeuwen
4. Renaissance en barok

5. Negentiende eeuw

6. Twintigste eeuw

7. Hedendaagse kunst

8. Toegepaste kunst
9. Islamitische kunst
10. Afrikaanse kunst


11. Lexicon

Performance door een kunstenaar in Tokio

Performance art, performance of performance kunst is een vorm van heden­daagse kunst die wordt uitgevoerd door de kunstenaar zelf, al dan niet voor een publiek. De term kan worden gebruikt voor alle vormen van kunst waarbij een element van performance betrokken is, waardoor het zich als een expressievorm bevindt op het grensgebied tussen beeldende en podiumkunsten. Meestal is het avant-garde of conceptuele kunst, die uit de beeldende kunst is voortgekomen. Omdat performances slechts tijdelijke voorstellingen zijn, is het nodig dat het werk gedocumenteerd wordt, bijvoorbeeld door middel van video. De benaming duidt doorgaans op een beeldend kunstwerk dat zich uitstrekt in tijd en ruimte, en dat ook ter plekke wordt uitgevoerd door een kunstenaar, naar het idee van de kunstenaar. Een performance kan elementen bevatten uit andere kunstvormen zoals muziek, theater, dans of literatuur, maar verschilt daar vaak van doordat gebeurtenissen niet als illusies worden gepresenteerd, maar echte gebeurtenissen als kunst worden gepresenteerd. Performance verschilt ook van andere kunstvormen zoals schilderkunst of beeldhouwkunst, waarbij een fysiek object het werk vormt.

Doel en betekenis

Traditioneel gaat het om vier basiselementen: tijd, ruimte, het lichaam of de aanwezigheid van de kunstenaar in een medium, en de relatie tussen de maker en het publiek. De acties, die over het algemeen worden ontwikkeld in kunstgalerijen en musea, kunnen plaatsvinden op straat, in elke omgeving of ruimte en gedurende elke tijdsperiode. Hun doel is een reactie teweeg te brengen, soms met behulp van improvisatie en het ter discussie stellen van de traditionele esthetiek.

Kenmerken van performancekunst
  • Vergankelijkheid: Performancekunst is doorgaans van voorbijgaande aard en uniek voor elke instantie, waarbij de nadruk ligt op de live-ervaring.
  • Lichaam als medium: Het lichaam van de kunstenaar is vaak het belangrijkste materiaal dat in het werk wordt gebruikt en staat rechtstreeks in contact met het publiek.
  • Interactie met publiek: De aanwezigheid en soms deelname van het publiek zijn cruciale elementen.
  • Conceptuele focus: De nadruk ligt vaak op ideeën en concepten in plaats van op traditionele esthetiek.
  • Interdisciplinair karakter: Het kan elementen uit verschillende artistieke disciplines bevatten.
  • Locatiespecificiteit: Sommige voorstellingen zijn ontworpen voor specifieke locaties, waardoor de verbinding tussen de voorstelling en de omgeving wordt versterkt.
Historische ontwikkeling

Performancekunst heeft wortels in eerdere kunststromingen als dada, futurisme en surrealisme, die elementen van theater en live action bevatten. In de jaren zestig en zeventig was er sprake van een aanzienlijke opkomst van performancekunst onder invloed van de tegencultuur en sociale bewegingen van die tijd. Sleutelfiguren uit dit tijdperk zijn onder meer:

  • Yoko Ono: Bekend om haar 'instructional pieces' (bijvoorbeeld haar '22 Instructions for Paintings'), en haar betrokkenheid bij de Fluxus-beweging.
  • Marina Abramović: Bekend om haar 'endurance art' (uithoudingskunst) en het verkennen van fysieke en mentale grenzen.
  • Allan Kaprow: Pionier van de 'Happening', een evenement waarbij het onderscheid tussen artiest en publiek vervaagt.
  • Joseph Beuys: Gebruikte performance om politieke en sociale ideeën uit te drukken, waarbij mythe en symboliek werden gecombineerd.

Performance als beeldende artistieke praktijk vindt zijn oorsprong dus in de Europese avant-garde uit het begin van de 20e eeuw en in kunststromingen als het futurisme en het dadaïsme. De antiburgerlijke en maatschappijkritische acties van de futuristen, gepresenteerd als kunst, worden beschouwd als de eerste presentatie van het idee van performance in een artistieke context. In de jaren zestig kreeg deze expressievorm een hernieuwde relevantie onder Amerikaanse kunstenaars die met interdisciplinaire uitingen werkten, zoals de happenings van Allan Kaprow of het werk van John Cage aan het Black Mountain College.

Yoko Ono in 1966

Na de jaren zeventig werd performancekunst geassocieerd met kunstenaars die hun eigen lichaam gebruiken als uitgangspunt voor artistieke actie. Performancekunst is ook nauw verbonden met politieke discoursen zoals feminisme: in haar voorstelling Cut Piece (1964), nodigt Yoko Ono willekeurige toeschouwers uit om haar te benaderen en haar kleding met een schaar door te knippen totdat ze bijna helemaal naakt is. De voorstelling gaat over geven en nemen, representeert geweld tegen vrouwenlichamen en is indirect ook een van de meest iconische feministische performancestukken geworden.

Moderne performancekunst blijft evolueren, waarbij vaak nieuwe technologieën worden geïntegreerd en actuele sociale, politieke en culturele kwesties worden aangepakt. Kunstenaars gebruiken video, virtual reality en interactieve installaties om de grenzen van performance te verleggen. Hedendaagse performance kunstenaars zijn onder meer:

Tania Bruguera: Bekend om haar politiek geladen optredens over immigratie en mensenrechten. Laurie Anderson: Integreert multimedia, muziek en verhalen in haar werken. Matthew Barney: Combineert film, performance en installatiekunst om complexe verhalen te creëren.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.