Amerikaanse literatuur/Regionalisme en realisme
Vooral na de Oorlog van 1812 en bij romantische schrijvers manifesteerde zich in de Verenigde Staten een duidelijke drang om iets unieks Amerikaans te produceren. De uitdrukking "Great American Novel" dateert ook uit de 19e eeuw (1867) en weerspiegelt het streven naar een eigen Amerikaanse identiteit. Het contact met Europa ging echter nooit verloren. Henry James, die zich permanent vestigde zich in Engeland, maakte er zelfs het centrale thema van zijn omvangrijke werk van.
Een aantal literaire sleutelfiguren die de evolutie naar een literatuur met een eigen gezicht ondersteunden, waren Washington Irving, William Cullen Bryant, James Fenimore Cooper en Edgar Allan Poe, waarbij vooral Irving als pionier van een unieke Amerikaanse stijl naar voren wordt geschoven. Naast James Fenimore Cooper werd ook Irving als een van de eerste Amerikaanse auteurs in Europa bekend. Bij het grote publiek werd hij nog het bekendst dankzij zijn korte verhalen Rip van Winkle en The Legend of Sleepy Hollow uit zijn Sketch Book (1819), waarin duidelijk de stijl van Joseph Addison en Richard Steele is terug te vinden. Irving schreef daarnaast historische biografieën over onder meer George Washington, Oliver Goldsmith en Mohammed. Cooper is vooral bekend geworden dankzij zijn Leatherstocking Tales, een serie romans waarin de verhouding met de indianen centraal staat.
Het realisme, zoals dat in de Franse esthetische theorie verscheen, manifesteerde zich in de literatuur als nauwkeurige, niet-geromantiseerde observatie van het menselijk leven en de natuur. Een voorbeeld hiervan is het proza van Gustave Flaubert. Het realisme werd in de Verenigde Staten vooral via de import van Engelse auteurs overgenomen. Aan de Europese voorbeelden voegt de Amerikaanse traditie met onder meer Walt Whitman en Harriet Beecher Stowe meer openheid (democratie) in onderwerp en stijl toe.
In de eerste jaren na de Amerikaanse Burgeroorlog verschenen er - vaak deels autobiografische - romans en gedichten over dit thema. John William De Forests roman Miss Ravenel's Conversion from Secession to Loyalty (1867) wordt beschouwd als een van de eerste realistisch getinte literaire werken in de Amerikaanse literatuur, net als zijn latere werken Kate Beaumont (1872) en Honest John (1875). Ook Ambrose Bierce schreef enkele realistische verhalen over de Burgeroorlog.
William Dean Howells, Mark Twain en Henry James zouden het Amerikaans proza in het laatste kwart van de 19e eeuw domineren. Daarbij trad Howells op als de vriend en uitgever van beide andere mannen. Hij werd de meest invloedrijke Amerikaanse schrijver van de laatste decennia van de eeuw, en schreef een honderdtal boeken. Niet in het minst vanwege zijn talent als openbaar spreker werd Twain echter veruit de populairste van de drie. Zijn stijl was sterk beïnvloed door zijn journalistieke werk. Hij schreef net als Henry James - een belangrijke vertegenwoordiger van de psychologische roman - op een ongeornamenteerde, directe wijze, met veel aandacht voor het gewone leven en gewone mensen die hij in hun eigen dialect liet spreken. Over Henry James wordt gezegd dat zijn fictiewerk de kwintessens van het realisme vormde.
De 'grens tussen "realisme" en "regionalisme" is niet altijd scherp aan te geven. Realistische romans spelen zich wel vaak af in een stedelijke omgeving, en regionalistische romans in de 'periferie'. Mark Twain werd een "regionalist" genoemd omdat hij uit het zuiden van de VS kwam, dan een tijdje in het westen verbleef, en over beide regio’s schreef. Vooral na de Burgeroorlog bleek er veel vraag te zijn naar naïevere regionale verhalen, alsof de lezers nostalgisch wilden terugblikken naar de tijd van voor de oorlog als een tijd van onschuld.
Andere schrijvers die geassocieerd worden met het regionalisme zijn bijvoorbeeld de uitgever en journalist Francis Bret Harte (1836-1902) met zijn bekende verhalenbundel The Luck of Roaring Camp and Other Stories (1870), de dichter Edward Eggleston (1837-1902), die over de eenvoud van het leven in het Midwesten vertelde, en de dichter James Whitcomb Riley (1849-1916) die in het Hoosier-dialect van Indiana schreef.
Er werden ook nog veel romans geschreven die niet realistisch of regionalistisch waren. Veel 19e-eeuwse Amerikaanse schrijvers - zoals Nathaniel Hawthorne en William Gilmore Simms in zijn voorwoord van The Yemassee - noemden hun romans vanwege het niet-realistische karakter liever "romances" dan "novels".