Westerse astrologie/Moderne astrologie
In landen zoals India, waar slechts een minderheid opgeleid werd in westerse natuurwetenschappen, staat astrologie nog op voet van gelijkheid met de wetenschap. Het is zelfs zo dat sommige Indiase universiteiten een diplomaprogramma aanbieden in astrologie.[1] In het westen hebben de 18e eeuwse Verlichting en de natuurwetenschappen sinds Newton de astrologie wetenschappelijk in de marginaliteit verdreven.
Toch is astrologie in het westen verre van dood. Vanaf de 'New age'-periode van de jaren zestig van de 20e eeuw maakt de astrologie een ware opgang buiten het wetenschappelijk circuit en miljoenen mensen raadplegen regelmatig hun 'horoscoop' in dagbladen en tijdschriften. Astrologische scholen zoals de Kosmobiologie van Ebertin hebben in de 20e eeuw getracht de astrologie meer aanzien te verlenen door een beroep te doen op statistische methodes. Merkwaardig nochtans is dat tegenwoordig enerzijds de psychologische astrologie terrein wint - zonder aanspraak te maken op het volgen van de wetenschappelijke methode - en anderzijds de klassieke astrologie ook weer opgang maakt. Astrologen zoals deze plaatsen zich bewust buiten de wetenschappelijke traditie, die volgens hen slechts een gereduceerd mens- en wereldbeeld oplevert. Daarbij wordt het causaal-mechanistische denken van de wetenschap geplaatst tegenover een soort 'allesomvattende' zienswijze, die astrologie als een vorm van holisme presenteert.[2] Er is dus sprake van een marginalisering die in twee richtingen werkt: de wetenschap van haar kant wil niets met de astrologische methodes te maken hebben, en moderne astrologie plaatst nu meer nadruk op de eigen-zinnigheid van de astrologie als alomvattend systeem met haar eigen regels.