Naar inhoud springen

Westerse astrologie/De aspecten

Uit Wikibooks
Astrologie
De astrologische aspecten worden in de horoscooptekening voorgesteld als rechte lijnen die planeten en andere punten verbinden. Voor elk aspect wordt een andere kleur gebruikt, traditioneel rood voor de vierkanten en opposities, en blauw voor de driehoeken.

Definitie

[bewerken]

Aspecten zijn de hoeken die de hemellichamen met elkaar en met punten als Ascendant en Midhemel maken in een horoscoop. Dit kan een geboortehoroscoop zijn of betrekking hebben op een andere vorm van astrologie zoals bij de uurhoekhoroscoop of de mundaanhoroscoop het geval is. Omdat astrologie een geocentrisch systeem is, zijn aspecten de hoeken, in booggraden gemeten langs de ecliptica, die planeten maken vanuit je positie op aarde gezien. Staat bijvoorbeeld Mars links aan de horizon en Venus rechts, dan maakt Venus met Mars een hoek van 180 graden, oppositie genoemd.

Majeure aspecten

[bewerken]

De sterke (majeure) aspecten zijn:

Symbool Naam en afstand in booggraden
☌ conjunctie (0°) nul graden afstand: dat betekent dat de twee punten op dezelfde plaats staan in de horoscoop
⚹ sextiel (60°): betekent dat de twee punten op een afstand overeenkomend met twee tekens (elk 30 °) van elkaar staan
□ vierkant (90°): de twee punten staan op een afstand overeenkomend met 3 tekens van elkaar
△ driehoek (120°): de twee punten staan op een afstand van vier tekens van elkaar
☍

oppositie (180°) de twee punten staan pal tegenover elkaar in de horoscoop

Mineure aspecten

[bewerken]
Symbool Naam en afstand in booggraden
⚻ inconjunct of quincunx (150°): overeenkomend met een afstand van vijf tekens in de horoscoop[1]
∠ half vierkant (45°): de twee punten staan op het horoscoopwiel 45 graden uit elkaar
⚼ anderhalf vierkant 135 ° (90° + 45° = 135 graden)
⚺ semisextiel of half sextiel van 30 graden
Q het quintiel van 72 ° ontstaat door vijfdeling van de cirkel
bQ het biquintiel van 144 °is het dubbel van een quintiel

Volgens astrologen hoeft een aspect niet exact te zijn om werkzaam te zijn. Er geldt steeds een bepaalde afwijking (orb) die wordt getolereerd. Zo is een orb van wel 6 tot 15 graden (afhankelijk van de voorkeur van de astroloog) bij aspecten tussen Zon en Maan toegestaan. Voor het inconjunct geldt echter een veel kleinere orb dan voor de andere vermelde aspecten. De orb geeft met andere woorden de afwijking in graden of boogminuten aan die toegestaan is om nog meegerekend te worden als aspect. Hoe nauwer de orb, hoe preciezer het aspect en hoe sterker ook de uitwerking. Zo zal een vierkant tussen Venus en Mars van 89 graden minder sterk zijn dan wanneer het vierkant exact 90 graden is. Voor aspecten waarin de Zon betrokken is, wordt vaak een veel ruimere orb toegestaan, tot 15 graden. Als Zon en Maan dus op 75 booggraden van elkaar staan vormen zij nog een 'vierkant'. Bij de majeure aspecten wordt doorgaans een orb van 1 tot 8 graden gehanteerd. Bij mineure aspecten zoals inconjuncten en quintielen is een orb van maximum 1 graad gebruikelijk.

Duiding

[bewerken]

Traditioneel werden sextiel en driehoek als harmonisch of gunstig beschouwd, het vierkant en de oppositie als disharmonisch of ongunstig. Daar is men nu in "scholen" die meer nadruk leggen op psychologische duiding van afgestapt. Teveel harmonische aspecten in een geboortehoroscoop wordt niet als ideaal gezien . Immers, wanneer iemand in zijn horoscoop vooral driehoeken heeft en geen spanningsaspecten zoals vierkant of oppositie, dan ontbreekt er dynamisme en dat soort drijfkracht en energie is nodig voor iemands persoonlijke ontwikkeling. Uit vierkanten en opposities, zo luidt de theorie, kan men juist veel energie en wilskracht putten.

Voetnoten

[bewerken]
  1. Het inconjunct is een aspect dat vroeger als zwak werd beschouwd. Enkele moderne astrologen, zoals Karen Hamaker, hechten echter meer belang aan dit aspect.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.