Leer jezelf ecologisch tuinieren/Knolselderij
Uiterlijk
Selderijplanten lijken in het jonge stadium veel op elkaar. Op oudere leeftijd zijn ze te herkennen door de knol en de brede (bleekselderij) of fijne (snijselderij) bladstelen.
Alle families? |
Familie: Schermbloemen (Apiaceae) Geslacht: Moerasscherm Soort: Apium graveolens var. rapaceum | ||||||||||||||
Wortel: | Knolselderij vormt een knol met een diameter van zo'n 10 cm. | ||||||||||||||
Bodem: Meer onder dezelfde omstandigheden? |
|
||||||||||||||
Goede buren: | Goede buren voor deze plant: Boon, komkommer, prei, sla, tomaat, ui en wortel. | ||||||||||||||
Gebruik: | Het bovenste groene deel kan als groenselderij gegeten worden. Zowel de stengel als het jonge blad wordt daarvoor gebruikt. Het is rijk aan voedingsstoffen. Aan het eind van de zomer zijn de stengels volgroeid. Geraspte of in stukken gesneden knolselderij is bijzonder smaakvol met name in de erwtensoep. Ook voor het trekken van bouillon is hij heel geschikt. | ||||||||||||||
Recepten: | Recepten vind je in het Kookboek. | ||||||||||||||
FAQ: | Vragen en/of antwoorden over de Knolselderij? |
Maan(d) | Werk | KK | KT | LT | VW | ZD | PA | RA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3 AM | Zie zaaitijd. Vermeng het zaad met wat vochtig zand en laat het op een warme plek ontkiemen. Vochtig houden. Zaai het liefst in de koude bak of kas na het voorkiemen. Knolselderij heeft in het begin een warme plek nodig (± 20°C). De plantjes kiemen en groeien in het begin erg langzaam. Knol- en snijselderij overleven milde winters, maar vormen in het tweede jaar een bloemstengel en sterven daarna af. Er moet dus ieder jaar opnieuw worden gezaaid. |
5 | 14 | 2 | 1 | |||
5-6 AM | Zie (uit)planten. Geen mest geven. Vraagt wel een krachtige humeuze grond, gooi een schepje compost in het plantgat. Ook de zaaddragers uitplanten en steunstokken plaatsen. Zorg dat het hart boven de grond blijft. Bovenste bloemschermen wegnemen. |
30 | 50 | |||||
10-11 | Zie oogsten en bewaren. Vóór de strenge vorst oogsten. Het blad verwijderen en de knollen inkuilen. Zet ze net onder de grond. Je kan ook alleen het grote blad verwijderen en de knollen schouder aan schouder in de koude bak zetten. Dan kan je behalve de knol ook steeds het verse blad gebruiken. |
|||||||
10-12 | Zie vermeerderwijze. Let op planten met groot en klein blad, zaad van die met klein blad kan je later zaaien. De zaaddragers laat je overwinteren door ze in potten te zetten van minstens 20 cm. In mei plant je ze opnieuw uit. Als de bloemstengels en zaden bruin worden afsnijden en drogen (in gaasdoek). In december zaden eruit wrijven. |
Z |