Engelse literatuur/Dylan Thomas
Dylan Marlais Thomas (Glamorgan, nu in Swansea, 27 oktober 1914 – New York City, 9 november 1953) was een in Wales geboren Brits dichter en prozaschrijver.
Leven en werk
[bewerken]Dylan Marlais Thomas werd geboren op 27 oktober 1914, in Zuid-Wales op Nummer 5 van Cwmdonkin Drive in Swansea. Zijn vader was leraar Engels aan de Swansea grammar school, die de jonge Thomas te zijner tijd ook bezocht. Vader Thomas droeg vaak stukken van Shakespeare voor aan de jongen; nog voor deze kon lezen. Thomas hield ook van het geluid van kinderrijmpjes, een voorafschaduwing van zijn liefde voor de ritmische ballades van Hopkins, Yeats en Poe. Hoewel zijn beide ouders vloeiend Welsh spraken, leerden Thomas en zijn oudere zus nooit deze taal, en Thomas schreef uitsluitend in het Engels.
Thomas was een neurotisch, ziekelijk kind dat vaak van school wegbleef en niets liever deed dan op zijn eentje zitten lezen. Hij las alle poëzie van D.H. Lawrence, onder de indruk van diens levendige beschrijvingen van de natuur. Gefascineerd door taal, blonk hij uit in het Engels en het lezen, maar andere onderwerpen verwaarloosde hij. Op zijn zestien jaar ging hij van school en werd junior verslaggever voor de South Wales Evening Post.
In december van 1932 verliet hij zijn baan bij de Evening Post en besloot om zich voortaan full-time te wijden aan zijn poëzie. Het was in deze periode, in zijn late tienerjaren, dat Thomas meer dan de helft van zijn verzamelde gedichten schreef.
In 1934, Thomas was toen twintig, verhuisde hij naar Londen, won de Poet's Corner book prize, en publiceerde met veel succes zijn eerste boek, de dichtbundel 18 Poems. Thomas had het boek samengesteld uit een reeks poëzieschriften die hij in de loop der jaren had geschreven, een methode die hij ook zou toepassen met veel van zijn andere populaire boeken. Het was in deze periode van succes dat Thomas begon met zwaar drinken.
In tegenstelling tot zijn tijdgenoten T.S. Eliot en W.H. Auden was Thomas niet bezig met de behandeling van sociale en intellectuele thema's, en in zijn intense lyriek en emotionaliteit had hij meer gemeen met de romantische traditie.
Twee jaar na de publicatie van 18 Poems ontmoette Thomas de danseres Caitlin Macnamara in een Londense pub. Op dat ogenblik was zij de maîtresse van de schilder Augustus John. Macnamara en Thomas begonnen een affaire en trouwden in 1937. Ondanks de gepassioneerde liefdesbrieven die Thomas naar haar schreef, werd het huwelijk bijzonder turbulent en er waren geruchten dat beiden andere relaties hadden.
In 1940 verhuisde het koppel naar Londen. Thomas diende een tijd bij het Londense afweergeschut tijdens WO II, maar werd wegens ziekte afgewezen voor meer actieve dienst. Om de luchtaanvallen te ontvluchten, verliet het echtpaar Londen in 1944. Ze vestigden zich uiteindelijk in het Welshe plaatsje Laugharne, in het Boat House waar Thomas veel van zijn latere gedichten zou schrijven.
In januari 1950, toen hij 35 was, bezocht Thomas Amerika voor de eerste keer. De lezingen die hij doorheen de Verenigde Staten gaf, deden veel om poëzievoordrachten te populariseren. Ze vestigden echter vooral zijn faam als een tot de verbeelding sprekende archetypische romantische dichter: hij was flamboyant theatraal, een zware drinker, en presenteerde zijn werk met een melodieuze, sonore stem. Thomas toerde in totaal vier keer door Amerika. Zijn laatste publiek optreden vond plaats op het City College van New York. Een paar dagen later stortte hij in elkaar in het Chelsea Hotel, na een lang drinkgelag in de White Horse Tavern. Op 9 november 1953 stierf hij in het Ziekenhuis St. Vincent's in New York City. Hij was nauwelijks 39 jaar, maar was toen al een legendarische figuur, zowel door zijn werk als door zijn exuberante levensstijl. Dylan Thomas werd begraven in Laugharne, en bijna 30 jaar later werd een gedenkplaat voor hem onthuld in Poets' Corner in Westminster Abbey.
Een geselecteerde bibliografie
[bewerken]Poëzie
[bewerken]- Eighteen Poems (1934)
- Twenty-Five Poems (1936)
- The Map of Love (1939)
- The World I Breath (1939)
- New Poems (1943)
- Deaths and Entrances (1946)
- Collected Poems (1952)
- In Country Sleep, And Other Poems (1952) - met een van zijn bekendste gedichten: "Do not go gentle into that good night"
- Poems (1971)
Proza
[bewerken]- Notebooks (1934)
- The Portrait of the Artist as a Young Dog (1940)
- The Doctor and the Devils (1953)
- Under Milkwood (1954)
- A Child's Christmas in Wales (1954)
- Quite Early One Morning (1954)
- A Prospect of the Sea (1955)
- Adventures in the Skin Trade, and Other Stories (1955)
- Letters to Vernon Watkins (1957)
- The Beach of Falesá (1964)
- Collected Prose (1969)
- Early Prose Writings (1971)
Toneel
[bewerken]- Under Milk Wood (1954)