Engelse literatuur/Moderne poëzie
Onder de meest toonaangevende dichters vanaf het midden van de 20e eeuw rekenen we de traditionalist John Betjeman, Philip Larkin, Ted Hughes en de Noord-Ierse katholiek Seamus Heaney. Philip Larkin (1922-1985) vestigde zijn reputatie als een van de beste Engelse dichters van de 20e eeuw met de verzamelbundel The Less Deceived (1955). Ted Hughes' interesse in dieren blijkt uit The Hawk in the Rain, met gedichten over vogels en vissen. Later werd zijn poëzie rustiger en somberder van toon. Hij was de echtgenoot van Sylvia Plath, die zelfmoord pleegde in 1963. Sommigen verweten Hughes zelf verantwoordelijk te zijn voor haar dood en beriepen zich daarbij op haar intense, vaderhatende gedicht Daddy. Een andere grote naam uit deze periode is de uit Noord-Ierland afkomstige dichter Seamus Heaney, aan wie in 1997 de Nobelprijs voor literatuur werd toegewezen. Anthologieën met belangrijke Britse dichters nemen vaak ook poëzie op van Geoffrey Hill (Mercian Hymns, 1971), Tony Harrison (The School of Eloquence, 1978), Elizabeth Jennings (Collected Poems, 1967.) en D.J. Enright (The Laughing Hyena and Other Poems, 1953).