Engelse literatuur/20e-eeuwse literatuur na WO II
De Tweede Wereldoorlog had een grote impact op de hele maatschappij, en de literatuur van de naoorlogse jaren was getekend door een gevoel van fragmentatie, absurditeit en existentiële zinloosheid. Vaak wordt er verwezen naar het postmodernisme (met hoofdzakelijk Amerikaanse auteurs) om de houding en creatieve productie van na WO II, gekenmerkt door diversiteit en eclecticisme in alle kunstvormen, te beschrijven. Het belangrijkste thema van de literatuur blijft de menselijke conditie, met name de machteloosheid en de eenzaamheid van individu, verantwoordelijk voor zijn eigen lot. Een individu dat worstelt met zijn seksuele, nationale, raciale, spirituele en intellectuele identiteit, want helden zijn er niet meer.
Onder de meest toonaangevende dichters vanaf het midden van de 20ste eeuw rekenen we de traditionalist John Betjeman, Philip Larkin, Ted Hughes en de Noord-Ierse katholiek Seamus Heaney.
Belangrijke romanschrijvers uit deze periode zijn de satiricus Evelyn Waugh, Henry Green, Anthony Powell, William Golding, Anthony Burgess, Kingsley Amis, V. S. Naipaul, Graham Greene en Iris Murdoch.
Bij de toneelschrijvers werden de 'room plays' uit de naoorlogse jaren uitgedaagd door 'The Angry Young Men', zoals in het iconisch toneelstuk 'Look Back in Anger' van John Osborne. Eveneens uit de jaren 1950 dateert het sombere, absurdistische 'Waiting for Godot' van de Ierse toneelschrijver Samuel Beckett, wiens stuk een grote invloed zou uitoefenen op het Britse drama. De dramatische kunst van het absurdisme beïnvloedde diepgaand het werk van latere toneelschrijvers in de laatste decennia van de 20e eeuw. Zo worden Harold Pinters stukken vaak gekarakteriseerd door dreiging of claustrofobie. Ook in Tom Stoppards stukken is deze invloed aantoonbaar, maar zijn werk is evenzeer gekenmerkt door geestigheid en een brede interesse in intellectuele kwesties die hij in heel wat stukken op het voorplan schuift.