Afrikaans/Afrikaanse voornaamwoorden

Uit Wikibooks

Afrikaans

  1. Bijvoeglijke naamwoorden
  2. Zelfstandige naamwoorden
  3. Werkwoorden
  4. Voornaamwoorden
  5. Klankveranderingen
  6. Ander woordgebruik
  7. Gevaarlijke woorden
  8. Engelse invloed
  9. Duitse invloed
  10. Andere komaf
  11. Bronnen
Video's
  1. Video 1

Er is veel overeenkomst in de voornaamwoorden van het Afrikaans en Nederlands, maar er zijn ook opmerkelijke verschillen:

Persoonlijke voornaamwoorden[bewerken]

Afrikaans Nederlands
ek my ik mij, me
jy jou jij,je jou, je
u u u u
hy hom hij hem
sy haar zij, ze haar, ze
dit dit het het
ons ons wij, we ons
julle julle jullie jullie
hulle hulle zij, ze hen, hun, ze

Enige verschillen:

  1. Er wordt in het Afrikaans geen verschil gemaakt tussen volle en zwakke vormen (zoals jij-je, mij-me, zij-ze).
  2. Het woord het komt alleen voor als werkwoord (en betekent heeft etc.), en dit is een persoonlijk voornaamwoord geworden waarvan de betekenis overeenkomt met het Nederlandse het.
  3. Sy is alleen onderwerp enkelvoud vrouwelijk (zij/ze).
  4. Ons is ook onderwerp: Ons het 'n nuwe kar - Wij hebben een nieuwe auto

Bezittelijke voornaamwoorden[bewerken]

my myne mijn de mijne
jou joune jouw de jouwe
sy syne zijn de zijne
haar hare haar de hare
ons ons s'n ons, onze de onze
julle julle s'n jullie die van jullie
hulle hulle s'n hun de hunne
Hierdie kar is myne -- Deze auto is de mijne

s'n kan ook gebruikt worden na zelfstandige naamwoorden of eigennamen:

Dis die boer s'n - Dit is die van de boer.
Dit is Piet s'n - Dit is die van Piet.

Se kan gebuikt worden na zelfstandige naamwoorden of eigennamen in het adjectivische geval.

Dis Pa se kar - Dit is pa's auto.

In Hollands dialect is dat ook gebruikelijk: dit is pa z'n auto. In Afrikaans is het standaard.

Se en s'n worden ongeacht geslacht en getal gebruikt, dus ook voor vrouwelijke personen of meervouden.

Die vrouens se behoeftes ...

Dit kan ook gecombineerd worden met betrekkelijke voornaamwoorden zoals "wat" of "wie" of onbepaalde soals "iemand", "almal".

Persone wat se behoeftes ...
Die eerste een wie se naam ...
Iemand se naam
Almal se persoonlikhede

In het Afrikaans wordt vaak een constructie met "se" gebruikt waar Nederlands een bepaling met "van" gebruikt:

Suid-Afrika se president -- De president van Zuid-Afrika

Betrekkelijke woornaamwoorden[bewerken]

Het betrekkelijk voornaamwoord is wat (niet: dat of die)

Die boek 'wat ek gekoop het -- Het boek dat ik gekocht heb.
Die man wat hier loop -- De man die hier loopt

Wie kan alleen in combinatie met een voorzetsel of met se gebruikt worden en dan alleen voor personen of dieren.

  • Die vrou wie se kind siek is.
  • Die vrou vir wie die geskenk is.
  • Die koning aan wie eer betuig word.
  • Die kind met wie ek gepraat het.
  • Die meisie op wie hy verlief is.

In andere gevallen gebruikt Afrikaans net als in Nederlands voornaamwoordelijke bijwoorden, zoals:

wat + aan = waaraan.
wat + by = waarby.
wat + deur = waardeur.
wat + in = waarin.
wat + met = waarmee.
wat + na + toe = waarnatoe.
wat + onder = waaronder.
wat + oor = waaroor.
wat + op = waarop.
wat + sonder = waarsonder.
wat + uit = waaruit.
wat + van = waarvan.
wat + vir = waarvoor.

Deze bijwoorden worden gewoonlijk niet gescheiden:

die brug waaroor hy self loop -- de brug waar hij zelf over loopt

Vragende voornaamwoorden[bewerken]

Vragende voornaamwoorden komen grotendeels met de Nederlandse overeen.

Wie is hy? -- Wie is hij?
Wat het hy gesê? -- Wat zei hij?

Het Nederlandse wat voor is versmolten tot één woord watter en wordt vaak gebruikt in de zin van welke:

Watter kind het seergekry? -- Welk kind heeft zich bezeerd?
Watter taal word daar gepraat? -- Welke / wat voor taal wordt daar gesproken?
Almal se persoonlikhede verski; watter een van hierdie is jy: a, b, c -- Ieders persoonlijkheid is anders; welke van deze ben jij: a, b, c

Het voornaamwoord welke is tamelijk ouderwets en klinkt deftig.

Het wordt soms nog wel in indirecte zinnen gebruikt:

Die IOK besluit dan welke van die atlete mag deelneem

Of ook in combinatie met een voorzetsel:

Op welke wyse word dit gedoen?

Wederkerende voornaamworden[bewerken]

Wederkerende werkwoorden worden naar verhouding in Afrikaans minder gebruikt. Het wederkerend voornaamwoord zich bestaat niet en de persoonlijke voornaamwoorden worden in plaats daarvan gebruikt:

Hy het hom nie in die snoesige sosiale kringe van M.. gevestig nie -- Hij heeft zich niet ...

Wederkerige voornaamwoorden[bewerken]

Het wederkerig voornaamwoord is mekaar. Het wordt grotendeels gebruikt als het Nederlandse elkaar.

'n bus, voertuig en twee bakkies het mekaar gebots -- een bus, een auto en twee pick-ups zijn met elkaar in botsing gekomen.

Het kan met se gecombineerd worden en betekent dan elkaars

Dra mekaar se laste -- Draag elkaars lasten

Er zijn ook samenstellingen als bymekaar, namekaar en deurmekaar

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.