Renaissance/De kunsten
De renaissance, en met name de Italiaanse renaissance, is nu het bekendst als een periode van culturele verworvenheden. Behandelingen van renaissanceliteratuur beginnen gewoonlijk met Petrarca (1304-1374). Hij was bekend om zijn Canzoniere, elegante sonnetten in de volkstaal, en was een van de eerste verwoede manuscriptenverzamelaars onder de Italiaanse humanisten. Zijn vriend en tijdgenoot Boccaccio was de schrijver van de Decamerone. Beroemde volkstaaldichters van de 15e eeuw zijn Luigi Pulci (auteur van Morgante), Matteo Maria Boiardo (Orlando Innamorato), en Ludovico Ariosto (Orlando Furioso). 15e-eeuwse schrijvers zoals de dichter Poliziano en de Platoonse filosoof Ficino maakten vertalingen van zowel Latijnse als Griekse teksten. In het begin van de 16e eeuw zette Castiglione in zijn (Boek van de hoveling) zijn visie uiteen over de ideale heer en dame, terwijl Machiavelli in De vorst ('Il principe') de machtshebbers een beeld van (politieke) deugd voorspiegelde door oude en moderne voorbeelden van virtù (deugd) met elkaar te vergelijken. Italiaanse renaissance-schilderkunst oefende nog eeuwen daarna een overheersende invloed uit op de Europese schilderkunst, met kunstenaars zoals Giotto di Bondone, Masaccio, Piero della Francesca, Domenico Ghirlandaio, Pietro Perugino, Michelangelo, Raphael, Botticelli, Leonardo da Vinci en Titiaan. Hetzelfde geldt voor de architectuur, zoals beoefend door Brunelleschi, Alberti Leone, Andrea Palladio en Bramante. Enkele van hun belangrijke werken zijn de Santa Maria del Fiore, de Dom van Florence, de Sint-Pietersbasiliek in Rome en de Tempio Malatestiano in Rimini, om er maar enkele te noemen van een lange lijst waarin ook luisterrijke privé villa's van rijke opdrachtgevers thuishoren. Ten slotte is ook de Aldine-drukpers, opgericht door de in Venetië actieve drukker Aldus Manutius, van groot belang. Manuzio ontwikkelde namelijk het Italic lettertype alsook het kleine, relatief draagbare en goedkope gedrukte boek. Daarnaast was hij ook de eerste die boeken in Oudgrieks publiceerde. Niettegenstaande deze culturele bijdragen zien een aantal hedendaagse historici de renaissance als het begin van een tijdperk van economische achteruitgang voor Italië. Deze economische neergang zou het gevolg zijn geweest van de openstelling van de Atlantische handelsroutes, en de herhaalde buitenlandse invasies en interventies door zowel Frankrijk als het Spaanse Rijk.