Pools/Les 7

Nederlands    Les 7			Pools Lekcja 7
In deze les Pools gaan we onze woordenschat aanzienlijk uitbreiden.

Zelfstandig naamwoord (mannelijk)

Nederlands	Pools
broer	brat
vader	tata/ojciec
grootvader	dziadek
kamer	pokój
huis	dom
maan	księżyc
brood	chleb
kaas	ser
aardappel	ziemniak
komkommer	ogórek
winkel	sklep
bos	las
land	kraj
brug	most
auto	samochód
vliegtuig	samolot

Is een zelfstandig naamwoord niet onzijdig of vrouwelijk, dan kan je aannemen dat het mannelijk is, over het algemeen eindigen mannelijke zelfstandige naamwoorden op een medeklinker. Opmerking: Ojciec klinkt voor de Polen al gauw wat afstandelijk en tata wordt dan ook vaak gebruikt.

Zelfstandig naamwoord (vrouwelijk)

Nederlands	Pools
zus	siostra
moeder	mama/matka
grootmoeder	babcia
hoofd	głowa
arm	ręka
ster	gwiazda
plant	roślina
peer	gruszka
citroen	cytryna
sinaasappel	pomarańcza
aardbei	truskawka
kool	kapusta
peentje	marchewka
vis	ryba
rivier	rzeka
weg	droga

Zelfstandige naamwoorden die in het nominatieve enkelvoud eindigen op -a zijn vrouwelijk. In het bovenstaande voorbeeld is zus geschreven als siostra waaruit je kan afleiden dat het geslacht vrouwelijk is. Er zijn uitzonderingen waar dat niet zo is. Zo betekent sprzedawca verkoper, en is dus mannelijk. Eveneens zijn er ook weer vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die eindigen op een (zachte) medeklinker, of die eindigen op een -i, zoals in de woorden "wieś" (Dorp) en "pani" (mevrouw).

Zelfstandig naamwoord (onzijdig)

Nederlands	Pools
kind	dziecko
naam	imię
woning	mieszkanie
stoel	krzesło
oog	oko
licht	światło
zon	słońce
lucht	powietrze
foto	zdjęcie
zeep	mydło
boom	drzewo
vlees	mięso
ei	jajko
appel	jabłko
druif	grono

Zelfstandige naamwoorden die in het nominatieve enkelvoud eindigen op -o, -e of ę zijn onzijdig. In het bovenstaande voorbeeld is kind geschreven als dziecko waaruit je kan afleiden dat het geslacht onzijdig is.

Woordenschat: maanden

Pools	Nederlands

| Miesiąc | Maand |- |styczeń |januari |- |luty |februari |- |marzec |maart |- |kwiecień |april |- |maj |mei |- |czerwiec |juni |- |lipiec |juli |- |sierpień |augustus |- |wrzesień |september |- |październik |oktober |- |listopad |november |- |grudzień |december |}

Woordenschat: landen

Pools	Nederlands

|Anglia |Engeland |- |Szkocja |Schotland |- |Walia |Wales |- |Irlandia |Ierland |- |Wielka Brytania |Groot-Brittannië |- |Zjednoczone Królestwo |Verenigd Koninkrijk |- |Niemcy |Duitsland |- |Słowacja |Slowakije |- |Norwegia |Noorwegen |- |Dania |Denemarken |- |Belgia |België |- |Japonia |Japan |- |Stany Zjednoczone Ameryki |Verenigde Staten van Amerika |- |Francja |Frankrijk |- |Hiszpania |Spanje |- |Portugalia |Portugal |- |Monako |Monaco |- |Włochy |Italië |- |Słowenia |Slovenië |- |Europa |Europe |- |Wenezuela |Venezuela |- |Polska |Polen |}

Woordenschat: dagen

Pools	Nederlands

|dzień || dag |- |tydzień || week |- |dni tygodnia || dagen van de week |- |poniedziałek || maandag |- | wtorek || dinsdag |- | środa || woensdag |- | czwartek || donderdag |- | piątek || vrijdag |- | sobota || zaterdag |- | niedziela || zondag |}