Naar inhoud springen

Pools/Les 2

Uit Wikibooks
Pools   Les 1   Les 3


Nederlands

   Les 2    
Pools

Lekcja 2 
In deze tweede les Pools worden enige werkwoorden geïntroduceerd, kennis gemaakt met de vervoeging van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd, en de formele aanspreking uitgelegd. Aan het einde van de les staan oefeningen waarmee de opgedane kennis kan worden getest.


Pools/Les 2 - Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Type I

Werkwoorden waarvan de onbepaalde wijs de vorm "stam + -ać" heeft worden als volgt vervoegd in de tegenwoordige tijd:


Nederlands Pools
lezen czytać
ik lees czytam   Beluister
jij leest czytasz
hij/zij leest czyta
we lezen czytamy
jullie lezen czytacie
zij lezen czytają
Type II

Werkwoorden waarvan de onbepaalde wijs de vorm "stam + -ieć" heeft worden als volgt vervoegd in de tegenwoordige tijd:


Nederlands Pools
kunnen umieć
ik kan umiem
jij kan umiesz
hij/zij kan umie
we kunnen umiemy
jullie kunnen umiecie
zij kunnen umie
De werkwoorden wiedzieć (weten) en jeść (eten) worden ook zo vervoegd, met uitzondering van de derde persoon meervoud: wiedzą (zij weten), jedzą (zij eten).
Type III

Werkwoorden waarvan de onbepaalde wijs de vorm "stam + -wać" of "stam + -ować" heeft worden als volgt vervoegd in de tegenwoordige tijd:


Nederlands Pools
geven dawać
ik geef da
jij geeft dajesz
hij/zij geeft daje
we geven dajemy
jullie geven dajecie
zij geven da


Nederlands Pools
werken pracować
ik werk pracuję
jij werkt pracujesz
hij/zij werkt pracuje
we werken pracujemy
jullie werken pracujecie
zij werken pracują


Pools/Les 2 - Persoonlijke voornaamwoorden

Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt gebruikt het Pools - net als bijvoorbeeld het Latijn - geen persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, we), omdat de gebruikte werkwoordsvorm al voldoende informatie geeft over het onderwerp. Voorbeeldzinnen met andere werkwoorden:


Nederlands Pools
Ik houd van melk Lubię mleko
Wij sluiten de ramen Zamykamy okna
Hij opent het raam Otwiera okno   Beluister
Zij wachten op de kinderen Czekają na dzieci
Ik herinner me deze flat Pamiętam to mieszkanie   Beluister
Normaal gesproken worden persoonlijke voornaamwoorden dus niet gebruikt bij werkwoorden. Als dit toch gebeurt is het om nadruk te leggen tussen personen. Bijvoorbeeld: ja mam twoje pióro (ik ben degene die jouw pen heeft).


Pools Nederlands

| ja || ik |- | ty || jij |- | on || hij |- | ona || zij |- | ono || het |- | my || we |- | wy || jullie |- | oni || zij (mannelijke groep, of een gemixte groep) |- | one || zij (vrouwelijke groep) |}


Pools/Les 2 - Speciale werkwoorden

Het werkwoord hebben, mieć ("hebben") eindigt in de onbepaalde wijs op -eć maar wordt op dezelfde manier vervoegd als bijvoorbeeld kochać (houden van) en czytać (lezen).


Nederlands Pools
hebben mieć
ik heb mam
jij hebt masz
hij/zij heeft ma
we hebben mamy
jullie hebben macie
zij hebben mają


Pools/Les 2 - Aanspreken personen

Het formeel aanspreken van personen gebeurt door een combinatie van de voornaamwoorden pan ("u, meneer") of pani ("u, mevrouw") en het werkwoord in de derde persoon enkelvoud. In het volgende voorbeeld is het verschil met het Nederlands te zien: 'U' kan betrekking hebben op een man of een vrouw, in het Pools wordt nadrukkelijk aangegeven wie er wordt aangesproken. Dit geldt ook voor het meervoud panowie (jullie, mannen) en panie (jullie, vrouwen).


Nederlands Pools
U heeft mijn pen, meneer Pan ma moje pióro
U heeft mijn pen, mevrouw Pani ma moje pióro
Jullie (m) hebben mijn pen Panowie mają moje pióro
Jullie (v) hebben mijn pen Panie mają moje pióro
Daarnaast is er nog een uitzondering in het aanspreken van getrouwde paren en gemixte groepen mannen en vrouwen: państwo mają (jullie hebben). Ter afsluiting van deze les voorbeeldzinnen met een uitbreiding van de woordenschat.


Nederlands Pools
Jij hebt een oefening Masz zadanie
Jullie hebben een mooie flat Macie ładne mieszkanie   Beluister
Vandaag hebben we vakantie Dziś mamy święta
Ik ga naar de afspraak Idę na zebranie   Beluister
Wij wachten op de kinderen Czekamy na dzieci
Zij wacht op de afspraak Ona czeka na zebranie
De vrouwen lezen de oefeningen One czytają zadania   Beluister


Pools/Les 2 - Oefeningen


Oefeningen
Vertaal in het Nederlands
Masz moje nowe pióro - Dziecko czyta - Czytam twoje zadanie - Ona czyta moje zadanie - Pan otwiera dwa okna - Pani ma pióro - Otwierają to pudełko
Vertaal in het Pools
Het kind opent deze grote doos - De mannen hebben een leuke flat - Ik wacht op de afspraak - Zij leest een oefening - Hij herinnert zich de zee - Wij sluiten de ramen - Jullie openen het raam - Mevrouw wacht - U (meneer) heeft mijn pen - Jullie (vrouwen) openen de doos


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.