Engelse literatuur/De 17e eeuw (1603-1674)
Na Shakespeares dood werd de dichter en toneelschrijver Ben Jonson de leidende literaire figuur. Jonson is een meesterlijke stylist en briljante satireschrijver. Navolgers van Jonsons stijl zijn onder meer Francis Beaumont en John Fletcher, die de knappe komedie "The Knight of the Burning Pestle" schreef.
De revenge play - geïntroduceerd door Thomas Kyd en John Webster - bleef ook in deze periode heel populair. Ook George Chapman oogstte succes met zijn subtiele drama's met wraakmotief. De King James Bible die in 1611 verscheen, zou bekend blijven als een van de grootste literaire meesterwerken in het Engels. Behalve Shakespeare, die de vroege 17e eeuw domineerde, waren de belangrijkste dichters uit deze periode John Donne en andere metaphysical poets.
Midden 17e eeuw, onder koning Karel I, was Engeland verscheurd door een burgeroorlog. Als gevolg daarvan kende het schrijven van politieke pamfletten door sympathisanten van beide partijen (koningsgezinden tegenover aanhangers van Oliver Cromwell) een grote bloei. Leviathan van Thomas Hobbes werd een van de belangrijkste werken van de Britse politieke filosofie. In dezelfde periode verschenen heel wat nieuwe boeken en werd er ook een begin gemaakt met voorlopers van het Britse dagblad. Journalisten als Henry Muddiman, Marchamont Needham en John Birkenhead gaven hierin de standpunten van de strijdende partijen weer. Auteurs van dergelijke werken werden echter vaak vervolgd en gearresteerd, zodat de drukpersen noodgedwongen ondergronds gingen. John Milton wierp zich met zijn schitterend politieke pamflet Areopagitica op als verdediger van de persvrijheid. Aan het begin van die burgeroorlog (1642) werden alle theaters gesloten, om pas een generatie later in 1660 terug open te gaan in de veranderde samenleving van de Engelse restauratie.