Westerse esoterie
![]() |
ESOTERIE op WIKIBOOKS:
|
Westerse esoterie is een vrij recent vakgebied binnen de geestes- en religiewetenschappen dat westerse opvattingen over esoterie sinds de renaissance tot heden bestudeert. Hierbij kunnen ruwweg twee filosofische tradities worden onderscheiden (neoplatonisme en hermetisme), drie 'traditionele wetenschappen' (astrologie, magie of magia, en alchemie), en een stroming van theosofische speculaties (kabbala). Neoplatonisme, hermetisme en gnosticisme zijn de vroegste hellenistische bronnen waaruit renaissancemagie en christelijke kabbala ontsproten. Zij vormden samen dan weer de inspiratie voor latere stromingen binnen de westerse esoterie, zoals rozenkruisers, christelijke theosofie, het 19e-eeuwse occultisme, spiritisme, de 20e-eeuwse newagebeweging, en andere vormen van moderne alternatieve spiritualiteit.
Esoterie is bij academici eeuwenlang een rejected knowledge[2] (verworpen kennis, academisch irrelevant) geweest, maar daar is de laatste decennia (vanaf ca. 1990) verandering in gekomen.[3] Als academisch vakgebied breekt esoterie door de vastgestelde grenzen van religie, wetenschap, kunst en filosofie, en is dan ook een bijzonder interdisciplinaire onderneming. De Faculteit der Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam is de enige ter wereld die een studie aanbiedt over dit vakgebied. De studenten komen dan ook uit allerlei landen.