Nederlandse literatuurgeschiedenis/Het Frans-classicisme
Het Frans-classicisme is de benaming voor een periode in de literatuurgeschiedenis van de Nederlanden en daarbuiten, die rond 1670 begon en tot het eind van de 18e eeuw duurde. Het Frans-classicisme komt vooral tot uiting in de toneelstukken van die tijd, die volgens de formele voorschriften helder, duidelijk en geordend dienden te zijn. De stroming heet zo omdat ze in Frankrijk was begonnen, waar Nicolas Boileau eerst een aantal strenge regels met betrekking tot zaken als maat, rijm en strofenbouw had opgesteld. In plaats van emotioneel moest de taal bijvoorbeeld vooral nuchter, zuiver en zakelijk zijn. Op het inhoudelijke vlak moesten vooral de psychische problemen van de personages in de toneelstukken centraal staan. Het vertonen van thema's die in werkelijkheid actueel waren (bijv. op het gebied van godsdienst en politiek) was uit den boze, evenals veel spektakel zoals geweld; wat dit betreft was het Frans-classicisme een rechtstreekse tegenreactie op de stroming die er direct aan vooraf was gegaan, de literaire barok. Ook het vermengen van genres werd niet langer goed geacht; genres als de tragikomedie waren dus niet langer toegestaan.
In de Nederlanden was het in 1669 opgerichte genootschap Nil volentibus arduum (Latijn: "niets is moeilijk voor hen die willen", vaak vrijer vertaald als "willen is kunnen") of kortweg Nil de belangrijkste vertegenwoordiger van het Frans-classicisme.
Frans-classicistische toneelschrijvers
[bewerken]- Andries Pels
- Pieter Langendijk : Het wederzyds huwelyksbedrog
- Jan Luyken
- Duytse lier
- Jezus en de ziel
- Hubert Korneliszoon Poot : Mengeldichten