Kaartspel/Presidenten
Presidenten is een kaartspel dat zijn oorsprong vindt in Japan. Het wordt gespeeld met 3 spelers of meer, en met een klassiek spel kaarten (de 52 gewone kaarten, met of zonder joker). Het doel van het spel is om als eerste uit te zijn, en de volgende ronde President te zijn.
Het leuke bij dit spel is dat de winnaars van de vorige ronde in het voordeel zijn, omdat ze de beste kaart(en) van de verliezers krijgen, in ruil voor hun zwakste kaart. Op de regels van dit spel bestaan vele varianten, die alle slechts heel weinig verschillen van de "echte" regels, maar toch verschillend genoeg om op voorhand af te spreken welke regels gevolgd zullen worden.
Basisregels
[bewerken]Hier worden de basisregels van het kaartspel uitgelegd.
Doel
[bewerken]Het doel is om aan het einde van elke ronde als eerste uit te zijn en President te worden.
Benamingen
[bewerken]Tijdens het spel heeft ieder een benaming:
- President: De winnaar van de vorige ronde.
- Vice President: Tweede in de vorige ronde.
- Burger: Alle spelers die niet bij de twee eerste of de twee laatste uit waren.
- Slaaf: Voorlaatste in de vorige ronde.
- Stront: Laatste in de vorige ronde.
Enkele opmerkingen:
- In de eerste ronde is iedereen burger.
- Afhankelijk van het aantal spelers kan het zijn dat niemand burger is, of dat er geen slaaf en vice-president zijn.
- De benamingen slaaf en stront worden soms ook vervangen door andere benamingen. Vaak wordt ook gebruikt concierge i.p.v. slaaf en kuisvrouw i.p.v. stront.
Spelverloop
[bewerken]Gedurende de eerste ronde zit iedereen willekeurig, is er een willekeurige deler en wordt onderling bepaald wie begint. De eerste kiest met welke kaart hij uitkomt, en hoeveel hij ervan op de tafel legt (let wel: het moeten allemaal evenhoge kaarten zijn). De volgende moet daar steeds hetzelfde aantal kaarten opleggen, maar de waarde van de kaarten moeten hoger zijn. De "gewone" kaarten zijn de volgende (van laag naar hoog): 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, J (boer of zot), D (dame of koningin), K (heer of koning), aas (1). Dan komt de 2 die je enkel met (een) andere kaart(en) mag leggen, waarbij de 2 dan de waarde van die andere kaart(en) aanneemt. Het hoogste is de Joker, die slaat alles (één Joker slaat zelfs 2 of meer azen), daar kan niemand boven.in sommige varianten speelt de joker niet mee, en telt de drie als hoogste kaart. Als iemand niet kan/wil uitleggen mag die passen, deze passbeurt geldt tot het einde van die slag. Het einde van een slag is wanneer iedereen passt, degene die de laatste kaart opgelegd heeft mag de volgende slag beginnen. De eerste die uit is is de winnaar van de ronde, en is dus president. De laatste is stront en moet de volgende ronde delen.
De volgorde waarin iedereen zit is belangrijk. In wijzerzin: De stront, de slaaf, de vice en dan de president,
Aan het begin van elke ronde moet de stront zijn twee beste kaarten aan de president geven, de president kiest zelf welke kaarten hij aan de stront geeft; maar de wissel moet wel gelijktijdig gebeuren. De vice-president en de slaaf wisselen één kaart. De stront mag beginnen. Dat is het enige voordeel dat hij heeft in het ganse spel.
Barbuse - Belotten - Bezique - Bieden - Blackjack - Boerenbridge (Chinees poepen) - Bonken - Bridge - Canasta - Crapette - Cribbage - Doerak - Duizenden - Eenendertigen - Eenentwintigen - Eenenvijftigen - Ezelen - Freecell - Hartenjagen - Heugen - Jokeren - Kingen - Klaverjassen - Liegen - Manillen - Miezemauzen - Pandoeren - Patience (solitaire) - Pesten - Poker - Presidenten - Rikken - Rummy - Schutjassen - Skat - Shithead - Toepen - Vechten - Whist - Wiezen - Wippen - Zenuwen - Zwartepieten - Zwartevrouwen - Zwikken |