Wikijunior:Zonnestelsel/Samenvatting Planeten en hun manen

Uit Wikibooks
planeten in ons zonnestelsel
Ons zonnestelsel (overzicht)



Planeten en hun manen[bewerken]

  1. Op bijna 58 miljoen kilometer afstand van de Zon staat Mercurius. Met de Zon vergeleken is het maar een kruimeltje. Hij staat dichtbij de Zon en het is er dus gloeiendheet, het kan er meer dan 400 graden worden. En in de schaduw, dus waar de Zon niet komt, is het weer ijskoud. Mercurius is genoemd naar de boodschapper van de Romeinse goden, omdat de planeet zo snel om de zon draait. In 88 dagen heeft de planeet zijn ronde gemaakt. Mercurius staat het dichtst bij de zon. Daardoor is het erg heet. Overdag meer dan 400 graden, maar 's nachts kan het op Mercurius 170 graden vriezen - erg koud dus! - doordat er geen atmosfeer is die de warmte vasthoudt.
  2. Venus staat op iets meer dan 108 miljoen kilometer afstand van de Zon. Venus is genoemd naar de Romeinse godin van de liefde. Omdat zij het helderst van alle planeten is, kun je Venus kort voor en na zonsop- en ondergang goed zien; vandaar ook de bijnamen "morgenster" en "avondster". Mogelijk was er op Venus ooit veel water, net als op de Aarde nu. Nu is Venus kurkdroog. Het is op Venus heet, bijna 500 graden, dat is zelfs nog warmer dan op Mercurius! Water kookt al bij 100 graden en verdampt dan. Daarom is er op Venus geen druppel water meer... door al dat water hangen er nu wel allemaal wolken voor Venus. Deze weerkaatsen het zonlicht en dus zien we hem als ster.
  3. Op bijna 150 miljoen kilometer van de zon staat onze Aarde. Van alle planeten is de aarde voor zover bekend de enige met levende wezens. En vanuit de ruimte ziet de Aarde er een beetje blauwig uit door het water. De Aarde is gewoon een waterplaneet: het grootste deel van de aarde is bedekt met water! Vanuit de ruimte ziet de aarde er daarom uit als een blauwe bol. Vroeger dachten mensen dat de aarde het middelpunt van het heelal was. Nu weten we dat de aarde en de planeten in dit zonnestelsel om de zon draaien. De aarde draait in één jaar en zes uur om de zon, dus 1 kwart van een gewone dag. Na 4 jaar is dit dus een hele dag en die hebben de mensen op 29 februari geplakt. Dat is dan een schrikkeljaar. Dan is er ook nog de Maan, die draait weer om de Aarde heen. De Maan draait in ongeveer 29 en een halve dag om de Aarde en bevat net als de Aarde water, alleen veel en veel minder en alleen in bevroren toestand.
  4. Mars is genoemd naar de oorlogsgod vanwege zijn rode kleur. In de stenen op Mars zit veel ijzer. Het ijzer is gaan roesten. Verroest ijzer is roodbruin. Ook op Mars was ooit vloeibaar water te vinden, nu alleen nog ijs. Net als de Aarde heeft Mars ijskappen op de noord- en zuidpool. Geleerden denken dat er op Mars misschien ooit leven was, de kans dat het er zelfs nu nog is is aanwezig maar uiterst klein. Omdat Mars zoveel verder van de Zon afstaat dan de Aarde is het er in vergelijking met de Aarde heel koud, maar niet zo koud als op de planeten die nòg verder van de Zon afstaan. Op de koudste dagen is het zo'n 140 graden Celcius onder nul, maar op de allerwarmste dagen kan het er wel 20 graden Celcius worden. De temperatuur varieert zo, omdat er op Mars geen dampkring is. De Amerikanen hebben er een sonde heengestuurd, die heeft er een jaar over gedaan om er te komen. Mars heeft twee manen, Phobos en Deimos.
  5. Jupiter, genoemd naar de Romeinse oppergod, is het grootst van alle planeten. Een rondje om de zon duurt 12 jaar! Jupiter is helemaal bedekt met wolken. In die wolken is een vlek te zien die zo groot is als de aarde. Dat is een wervelstorm die al heel lang over Jupiter raast. Jupiter is, zoals gezegd, de grootste planeet van ons Zonnestelsel. De Aarde kan er wel 1000 keer in. Jupiter heeft een heleboel (meer dan 60) manen. Eén van die manen heet Europa en die is helemaal bedekt met ijs! Een van de andere manen, Ganymedes, is qua grootte vergelijkbaar met de Aarde.
  6. Saturnus is genoemd naar de god van de landbouw. Saturnus is de op één na grootste planeet in het zonnestelsel. Het woord zaterdag komt van Saturnus. Saturnus was de eerste planeet waarvan we de ringen konden zien. Pas veel later werden ook rond Jupiter, Uranus en Neptunus ringen gezien. Net als Venus kun je Saturnus vanaf de aarde soms met het blote oog zien. De ringen van Saturnus zijn een enorme hoeveelheid zand en steentjes en die draaien als miljoenen maantjes om Saturnus heen. Haar bijnaam is de ringplaneet.
  7. De planeet Uranus werd in 1781 ontdekt en heette toen Georgium Sidus. Later werd de planeet vernoemd naar Oeranos, de Griekse god van de hemel. Uranus is ontdekt door William Herschell. Een van Uranus' manen, Mimas,heeft een grote krater,die heet de Herschell krater. Toen in 1989 een ruimtevaartuig voorbij vloog, bleek dat Uranus niet één, maar een heleboel manen heeft! Ook werden wolken en vlekken op de planeet gezien. Ook Uranus heeft ringen. Bij helder weer kun je Uranus vanaf de aarde zien. Uranus' ringen werden ontdekt toen een ster een paar keer knipperde,voor hij achter Uranus verdween. Hij knipperde 9 keer. Door de ruimtesonde kwamen daar nog twee onvolledige ringen bij. Ook is ontdekt dat hij op zijn kant ligt, als de enige planeet in ons Zonnestelsel. Hij ligt 97,6 graden uit het lood. Verder weten er haast niets van. Uranus is veel te ver weg van de Aarde. Er is een keer een satelliet heengestuurd en die heeft er wel 10 jaar over gedaan om in de buurt van Uranus te komen.
  8. Neptunus is genoemd naar de god van de zee. Toch is er op Neptunus geen water. Neptunus is vanaf de aarde niet goed te zien. In 1989 is de planeet door een ruimtevaartuig bezocht. Zo weten we dat Neptunus vier ringen heeft. Op Neptunus raast een enorme storm waarbij het heel hard kan waaien. Op Neptunus komen dan ook de hoogste windsnelheden voor van alle planeten in ons zonnestelsel! Verder weten we er bijna niets van, hij is veel te ver weg.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.