LaTeX/Tekstopmaak

Uit Wikibooks

LaTeX

  1. Inleiding
  2. Begin
  3. Een basisdocument maken
  4. Wetenschap
    1. Wiskundeomgeving
    2. Formules
    3. Chemie
  5. Tekstopmaak
  6. Paginaopmaak
  7. Tabellen
  8. Figuren
  9. Referenties
  10. Bibliografiemanagement
  11. TeX-figuren
  12. Hyperlinks
  13. Index aanmaken
  14. Presentaties
  15. Algoritmes en broncodes
  16. Brieven
  17. Testen en examens

Apendices

Normale tekst in LaTeX kan gewoon geschreven worden als tekst. Hieronder staan enkele opmaakregels. In een TeX-WISYWIG-editor zoals bijvoorbeeld meegeleverd met MiKTeX zijn er knoppen om tekst vet te zetten, of cursief en om afbeeldingen toe te voegen.

Fonts[bewerken]

Vet en cursief[bewerken]

In LaTeX kan men op twee manieren tekst in een vet lettertype zetten:

  1. Met het commando \bf. De tekst komt dan met het commando in accolades.
  2. Met het commando \textbf, waarbij alleen de tekst tussen accolades komt.

Bijvoorbeeld:

Normale tekst. {\bf Vette tekst.} Normale tekst.
Normale tekst. \textbf{Vette tekst.} Normale tekst.

Dit geeft beide als resultaat:

Normale tekst. Vette tekst. Normale tekst.

Cursieve tekst kan men bereiken door \bf en \textbf te vervangen door respectievelijk \it en \textit.

Met het commando \emph{} geeft men aan dat de tekst tussen de accolades benadrukt dient te worden. Meestal gebeurt dit ook door de tekst cursief te zetten. Het is aan te raden zo veel mogelijk dit commando te gebruiken. Cursieve tekst is volgens typografen veel netter dan vet om een woord te benadrukken in lopende tekst. Het \emph{} commando zal zich namelijk aanpassen aan de omgeving: als de omgeving al cursief is, zal het \emph{} commando de tekst terug rechtop zetten.

LATEX kent ook nog een speciaal soort "cursief": slanted. Dat wil zeggen: de letters lichtjes doen hellen zonder een cursief lettertype te gebruiken. Je krijgt dergelijke opmaak met \textsl{tekst}.

Tekstpositie[bewerken]

Tekst centreren gebeurt met de center omgeving:

 \begin{center}
 Tekst die gecentreerd moet zijn.
 \end{center}

Tekstgrootte[bewerken]

Hoewel de algemene tekstgrootte vooraf bepaald wordt (meestal 10, 11 of 12 pt), kan een stuk tekst een andere lettergrootte krijgen. Van groot naar klein: \Huge \huge \LARGE \Large \large \normalsize \small \footnotesize \scriptsize \tiny. De normale grootte is normalsize. De codes worden gebruikt als volgt:

 \small{kleine lettertjes}

wordt

kleine lettertjes.

Om grotere stukken tekst van tekstgrootte te veranderen, kan ook het volgende gebruikt worden:

 \large Belangrijk, \Large Erg belangrijk, \normalsize minder belangrijk

wordt

Belangrijk,Erg belangrijk, minder belangrijk.

Klein kapitaal (small caps) en typewriter-lettertype[bewerken]

De commando's hiervoor zijn \textsc{tekst} en \texttt{tekst}. Als je echter (programma)code wilt tonen in een typmachine-lettertype, gebruik je beter een verbatim-omgeving.

Kleuren[bewerken]

In LaTeX kun je kleuren gebruiken en je eigen kleuren definiëren aan de hand van RGB-waarden. Als je tekst in een bepaalde kleur wilt zetten, doe je dat als volgt:

 {\color{blue} Deze tekst staat in het blauw }

LaTeX is hoofdlettergevoelig. Voor de kleur BrickRed typ je dus

 \color{BrickRed}

Om deze commando's te gebruiken moet je wel het pakket color laden.

\usepackage[usenames,dvipsnames]{color}

Standaard heb je dan de volgende kleuren ter beschikking:

Apricot Aquamarine Bittersweet Black
Blue BlueGreen BlueViolet BrickRed
Brown BurntOrange CadetBlue CarnationPink
Cerulean CornflowerBlue Cyan Dandelion
DarkOrchid Emerald ForestGreen Fuchsia
Goldenrod Gray Green GreenYellow
JungleGreen Lavender LimeGreen Magenta
Mahogany Maroon Melon MidnightBlue
Mulberry NavyBlue OliveGreen Orange
OrangeRed Orchid Peach Periwinkle
PineGreen Plum ProcessBlue Purple
RawSienna Red RedOrange RedViolet
Rhodamine RoyalBlue RoyalPurple RubineRed
Salmon SeaGreen Sepia SkyBlue
SpringGreen Tan TealBlue Thistle
Turquoise Violet VioletRed
WildStrawberry Yellow YellowGreen YellowOrange

Om zelf een kleur te definiëren kun je de volgende codes gebruiken:

Model omschrijving Kleur specificatie Voorbeeld
gray Grijstinten één getal tussen 0 (zwart) en 1 (wit) \definecolor{licht-grijs}{gray}{0.95}
rgb Rood, Groen, Blauw drie getallen in de vorm rood,groen,blauw, het getal moet telkens een getal tussen 0 en 1 zijn \definecolor{oranje}{rgb}{1,0.5,0}
RGB Rood, Groen, Blauw drie getallen in de vorm rood,groen,blauw, het getal moet telkens een geheel getal tussen 0 en 255 zijn \definecolor{oranje}{RGB}{255,128,0}
cmyk Cyaan, Magenta, Geel, Zwart vier getallen tussen 0 en 1 in de vorm cyaan,magenta,geel,zwart \definecolor{orange}{cmyk}{0,0.5,1,0}

Waarbij je de getallen aanpast om een gewenste kleur te bekomen en je je kleur ook een duidelijke naam geeft. Let er op dat de rgb waarden tussen 0 en 1 liggen. Na het gebruik van zo'n definitie als hierboven kun je het commando \color{oranje} gebruiken.

Accenten en andere diakritische tekens[bewerken]

Het is in LaTeX vaak goed om je accenten niet meteen in de tekst te typen (door gebruik te maken van je toetsenbord). Omdat er zoveel tekstencoderingen in omloop zijn zoals ANSI en UTF8 die niet compatibel zijn, is het beter geen speciale tekens te typen. Anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat iemand anders al je accentjes ziet verdwijnen of in rare tekens ziet veranderen. Het is beter om accenten aan te geven met LaTeX-code. Het trema of de umlaut kan je zetten met de code \", dit typ je voor de letter waar je een trema op wilt. Voor een 'i' is het aan te raden om de punt uit te schakelen, zoals in intu\"\i tief (met spatie!). Voor een accent aigu gebruik je \' voor de letter (een enkel aanhalingsteken). En voor het accent grave gebruik je \` (op de toets samen met het £-teken bij een azerty-toetsenbord, links naast de '1' op een qwerty-toetsenbord).

code resultaat
\"e (dubbel aanhalingsteken) ë
\'e (enkel aanhalingsteken) é
\`e (backtick) è

Er zijn meer diakritische tekens, bijvoorbeeld voor Hongaarse of Deense tekst.

Genummerde opmaak[bewerken]

Hieronder zal een aantal manieren volgen om tekst op een soort sequentiële manier (opsommingen, lijsten, nummering,...) op te maken. Als je iets aan de nummerstijl van om het even welke opmaak wilt veranderen, kijk je best eens naar het stukje over counters.

Kopjes[bewerken]

Kopjes worden behandeld op de pagina over structuur in je document.

Lijstjes[bewerken]

In LATEX maakt men opsommingen middels de 'environments' enumeration, itemize en description. Enumeration is een genummerde opsomming, terwijl itemize alleen 'bullets' gebruikt en bij description moet je je eigen tekens geven. De verschillende punten worden gemarkeerd middels \item.

Enumerate[bewerken]

\begin{enumerate}
    \item Punt 1
    \item Punt 2
    \item Punt 3
\end{enumerate}

Itemize[bewerken]

\begin{itemize}
    \item Punt 1
    \item Punt 2
    \item Punt 3
\end{itemize}

Description[bewerken]

\begin{description}
 \item[A] omschrijving A
 \item[B] omschrijving B
 \item[C] omschrijving C
\end{description}

Lijstjes in lijstjes[bewerken]

Het is natuurlijk mogelijk een lijstje in een lijstje te zetten. De nummering van de enumerate lijst wordt zelfs automatisch aangepast.

\begin{enumerate}
 \item item 1
 \item item 2
  \begin{enumerate}
   \item subitem 1
   \item subitem 2
  \end{enumerate}
 \item item 3
\end{enumerate}

Voetnoten[bewerken]

Een voetnoot maken in LaTeX is heel eenvoudig. Het enige wat je moet doen is het commando \footnote in je tekst plaatsen. We geven een voorbeeld:

Dit is hier een stukje tekst met een kleine voetnoot\footnote{Een voetnoot geeft wat extra uitleg die het vlug lezen van een tekst zou bemoeilijken} in.

Kijk zelf eens welke output een voetnoot geeft.

Counters[bewerken]

Alles wat automatisch genummerd wordt maakt gebruik van counters. Van deze counters kun je altijd zowel de opmaak als de huidige waarde wijzigen. Op die manier kun je ervoor zorgen dat je genummerd lijstje een ander uiterlijk krijgt of dat de nummering van je document een ander document volgt.

Om zeker te zijn dat een bepaalde stijl van nummering voor het volledige document gebruikt wordt, kun je de commando's die straks worden uitgelegd best in de hoofding zetten.

Waarde van counters wijzigen[bewerken]

Iedere counter heeft zijn eigen naam en je kunt ook zelf counters aanmaken. Dit zal slechts nuttig zijn om zelf pakketten te ontwerpen, want de standaard mogelijkheden met LaTeX zijn heel uitgebreid. Hieronder volgen de namen van enkele veelgebruikte counters:

enumi, enumii, enumiii, enumiv counter voor de enumerate omgeving
section,subsection,... counters voor de kopjes
page counter voor de pagina
equation counter voor de vergelijkingen
footnote counter voor de voetnoot

Om de waarde van een counter te wijzigen heb je de twee commando's

\setcounter{counterNaam}{waarde}
\addtocounter{counterNaam}{waarde}

Om respectievelijk een bepaalde waarde aan een counter te geven of om de waarde met een bepaald getal te verhogen. De meeste counters beginnen te tellen bij 0. Als je dus \setcounter{section}{5} voor een sectie zet, dan zal de sectie die er op volgt nummer 6 krijgen.

Weergave van counters wijzigen[bewerken]

Voor de weergave van een counter moet je een bepaalde opmaak toepassen op de counter in kwestie. De mogelijke opmaken zijn:

Commando Voorbeeld
\arabic 1, 2, 3 ...
\alph a, b, c ...
\Alph A, B, C ...
\roman i, ii, iii, iv, v, vi ...
\Roman I, II, III, IV, V, VI ...
\fnsymbol Gebruikt speciale symbolen voor voetnoten (*, †, etc.)

Zo zal het commando \alph{section} voor sectie 4 een d en \roman{section} zal dan een iv tonen. Natuurlijk is het werken met counters op deze manier niet zo nuttig. De makers van de LaTeX pakketten hebben er echter voor gezorgd dat je heel wat eenvoudiger kunt werken met counters. Als er in jouw document namelijk een \section{waarde} commando staat, dan wordt in de achtergrond dat commando vervangen door \thesection waarde (natuurlijk nog met een hoop font code er rond) waarbij \thesection dan de huidige waarde van de sectie geeft met een bepaalde opmaak. Het enige wat je dus moet doen om de nummers in een andere stijl te krijgen is het commando \thesection herdefiniëren en automatisch zullen alle secties dezelfde stijl hebben van nummering.

Het is een conventie dat het gebruikte commando om het nummer te tonen de naam van de counter is met een \the voor. Het moeilijk te controleren of alle auteurs van LaTeX-packages zich aan die conventie houden, maar er mag vanuit worden gegaan dat de meest gebruikte packages dit wel doen.

Om een commando te herdefiniëren gebruik je de code

\renewcommand{\commandoNaam}{code die moet uitgevoerd worden}

In ons geval willen we dus het commando \thesection herdefiniëren. Als we willen dat de secties door Romeinse nummers worden vervangen, dan kun je dat als volgt doen:

\renewcommand{\thesection}{\Roman{section}}

Merk op: aangezien het commando voor de subsectie gebruik maakt van het commando voor de sectie, zijn alle eerste nummers van de subsecties ook Romeins geworden.

Om de subsectie te herdefiniëren kun je dan de code

\renewcommand{\thesubsection}{\thesection.\roman{subsection}}

Als je het zoals hierboven doet, dan zul je zien dat het eerste deel van het nummer altijd gelijk is aan je \thesection definitie.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.