Heksenwoordenboek/K

Uit Wikibooks
De ketel van een Bahia tovenaar in het Museo de las Culturas Aborigenes, Ecuador
De Ketel van Gundestrup
Kompasroos met de windrichtingen
Het ritueel van kukeri, Razlog
Krampussen, Salzburg
Stilleven met kristallen bol, 1625
Kristalkijken (met een magische spiegel) op een kaart voor Halloween, 1904
  • Kaartspel: een spel met kaarten, tegenwoordig vaak met 52 kaarten. De kaarten worden onderverdeeld in vier soorten, kleuren genoemd, van elk 13 kaarten. De schoppen en klaveren (zwaarden en staven) zijn zwart en de harten en de ruiten (kelken en pentakels) zijn rood, maar het zijn niet deze fysieke kleuren, maar de soorten die met kleur aangeduid worden (er bestaan ook kaartspellen waarbij elke soort een eigen kleur heeft). Elke soort kent een 2 tot en met een 10, een boer (of "zot"), een vrouw (of "dame"), een heer (of "koning"), een aas. De kaarten lijken erg op de Kleine Arcana van de tarot. De joker (De Dwaas) is de enige kaart van de Grote Arcana die werd overgenomen, soms zijn er een Rode Joker en Zwarte Joker aanwezig. Zie ook cartomanie.
  • Kabbala: een vorm van joods mysticisme. Een belangrijk geschrift is het Sepher Yetzirah, ongeveer tweeduizend jaar geleden geschreven in Babylonië. De Levensboom is een belangrijk kabbalistisch symbool. Zie ook Hermetische kabbala.
  • Kabouter: mythisch wezen dat in de folklore voorkomt, soms als helper en in andere gevallen als bedreiging voor de mens. Er zijn verschillende typen kabouters. Kabouters worden in Nederland ook wel alf, alven, alverman, auvelmannetjes, auvelemenkes, auverman, eviemannetje, gnoom, havermannetje, hetsemannetje (Limburg), kabaatermanneke, kobold, nachtwerkertjes, til (De Peel), witje (vrouwtjeskabouter), de zwarten en witten (zoals de svartalfer en ljòsálfar), ierdmantsjes (Friesland), owermennekes of outermannetjes genoemd. De kabouter behoort tot het elfen- of feeënvolk. Het is een aarde-elementaal. Er zijn vele theoriëen over kabouters, zo zouden het de geesten van de voorouderen zijn of van reuzen. Het woord kabouter zou afgeleid zijn van het Duitse kobold of mogelijk van het Romeinse 'kuba-walda', hetgeen 'huisbewaarder' betekent. De wezens spelen in veel landen een belangrijke rol tijdens kerst/winterzonnewendefeesten. Zie kerstelf.
  • Kalevala: nationaal epos uit Finland, opgesteld uit volkspoëzie uit de mondelinge overlevering. De Kalevala begint met een scheppingsverhaal, waarin hemel, aarde, zon en maan ontstaan uit eendeneieren die zijn gelegd op de knie van Ilmatar. In de eerste zang verschijnt ook Väinämöinen ten tonele.
  • Kat: het symbool van de kat wordt in veel mythologieën met vrouwelijke godheden geassocieerd. Zie ook zwarte kat en heksenkring.
  • Kelk: belangrijk ritueel voorwerp en vrouwelijk symbool. De kelk wordt geassocieerd met het element water.
  • Kelten: benaming van diverse inheemse bevolkingsgroepen van het noordwesten van Europa. Belangrijk spiritueel leider bij de Kelten was de druïde. Naast de druïde waren er ook barden en vates, de vate vervulde ook een religieuze functie. Volgens Julius Caesar waren de druïdes genezers, leraren en rechters en hielden ze zich bezig met filosofie en theologie. Het druïdisme is hiervan afgeleid, een volgeling van het druïdisme is overigens geen druïde.
  • Kerstelf: in veel landen kunnen kabouters of elfen in verband gebracht worden met de folklore rondom de kerstman, het kerstfeest dan wel joelfeest (jólablót) of de winterzonnewende (zoals de Scandinavische julenisse, de Spaanse duende en de Franse lutin die ook in Noord-Amerika en Québec voorkomt). Tijdens de kerstperiode brengen de Duitse Wichtelmännchen cadeautjes voor de personen die lootjes trekken (in het Duits Wichteln, in Noorwegen Jullklapp). Joulutonttu is de Finse kerstelf (een haltija), maar dit wezen heeft in tegenstelling tot andere kerstelven geen puntige oren. De kallikantzaros zijn een soort kabouters uit Griekenland. Ze leven ondergronds, maar komen boven van 25 december tot 6 januari. De skakantzalos, vergelijkbaar met het joelblok, wordt verbrand en Grieken verbranden ook oude schoenen (de geur hiervan zou kallikantzaros weghouden) en hangen voedsel in de schoorsteen. De Jólasveinar komen uit IJsland, oorspronkelijk waren het zonen van de oger Grýla. Het waren trollen, boosaardige kwelgeesten en ze komen naar de mensenwereld van 25 december tot 6 januari.
  • Kerstengel:
  • Kerstening: de bekering van niet-christelijke (veelal heidense) volkeren tot het christendom.
  • Kerstfeest: zie kerst.
  • Kerstman: een kerstfiguur. Er zijn vergelijkbare kerstfiguren zoals Joulupukki en Oude Vrouwe Kerst (Joulumuori) uit Finland, geholpen door joulutonttu (een kerstkabouter). Julbocken is de Zweedse benaming, maar wordt ook wel jultomten (kerstkabouter) genoemd. Joulupukki en julbocken kunnen beide worden vertaald met joelbok. In Engeland is Father Christmas bekend, in Spanje is het Papá Noel, Viejito Pascuero, Colacho of San Nicolás. In het Esperanto is het Patro Kristnasko of Kristnaska Viro aŭ Julavo. Santa Claus De Amerikaanse versie van de kerstman is inmiddels wereldwijd bekend en wordt wel Santa Claus genoemd. Kris Kringle of Kriss Kringle is de benaming voor het Christkind or Christkindl, de Oostenrijkse en Beierse cadeautjesbrenger (het Christuskind). Vrouw Holle controleert tussen 23 december en 5 januari kijkt ze of mensen dat jaar vlijtig of lui waren. Zie ook jólablót.
De elf Korrigan met triskelion
Julbocken met joulutonttu met grote zak
  • Ketel: ook wel brouwketel of toverketel. Het is een vat om in te mengen, (water) in te koken of uit te schenken. In de Noordse en Keltische mythologie is vaak sprake van een kosmische ketel voor gebruik door bijvoorbeeld reuzen, zoals de Ketel van dood en Wedergeboorte. De Ketel van Gundestrup komt uit de tweede of eerste eeuw voor Christus en werd in Denemarken gevonden, de decoraties op de wanden van de ketel tonen Keltische godheden en rituelen; de Gehoornde God heeft veel overeenkomsten met de slangenheks, alhoewel de slangen op de ketel er anders uitzien.
  • Ketel van Dood en Wedergeboorte: een ketel uit de Keltische mythologie, Cailleach roert deze ketel. Zie ook wedergeboorte.
  • Kleine Arcana: 56 kaarten van de tarot, die veel verwantschap vertonen met onze 52 huidige kaarten uit het kaartspel. De volgende 'kleuren' worden gebruikt; staven, bekers (kelken), munten (pentakels) en zwaarden. Deze komen overeen met respectievelijk klaveren, harten, ruiten en schoppen. De joker is de enige kaart uit de Grote Arcana die in het huidige kaartspel werd overgenomen.
  • Koergan: een grafheuvel. Een aantal culturen en volkeren gebruikten de koergans waaronder de Srubnacultuur, de Jamnacultuur, de Scythen, de Sarmaten, de Hunnen en de Koemanen.
  • Koerganstele (of balbal, vermoedelijk van het Turkse woord balbal dat "voorouder" of "grootvader" betekent) is een antropomorfe stele, gesneden van steen. De beelden zijn op of rond koergans (een type grafheuvel) geplaatst, bij begraafplaatsen van de koerganbouwers of in een dubbele rij die naar een koergan loopt.
  • Kol: benaming voor een vrouwelijke heks of feeks, wordt ook wel toverkol genoemd.
  • Kol rijden: het uitvoeren van tovenarij of hekserij.
  • Kolrijdster: benaming voor een heks, wordt ook wel toverkol genoemd.
  • Kompas: een voorwerp waarop een draaiende naald de magnetische noordpool aanwijst.
  • Korrigan: een elf of dwergachtig wezen uit de Brythonische mythologie. In de nacht van 31 oktober (Samhain/Halloween) zijn ze in de nabijheid van hunebedden en dolmens om slachtoffers op te wachten.
  • Krampus: een incubus, het woord komt van het Oud Hoogduitse woord voor klauw: Krampen. De Krampus komt voor in de Alpen-regio en is de metgezel van Sinterklaas.
  • Kreeft: (Lat.: Cancer) is het astrologisch teken van mensen geboren tussen ca. 22 juni en ca. 22 juli. Het is het vierde teken van de dierenriem.
  • Kristalkijken: een vorm van divinatie, zie ook magische spiegel en kristallen bol.
  • Kristallen bol: wordt ook wel glazen bol genoemd, zie ook kristalkijken.
  • Ku: sjamanistische toverkracht in China.
  • Kuker: een god van vruchtbaarheid, in Bulgarije en Servië is een meervoudige goddelijkheid. In Bulgarije vindt een ritueel spektakel van de lente (een soort carnaval) plaats na een scenario van volkstheater. Kuker's rol wordt uitgebeeld door een man gekleed in een schaap- of geitenhuid, met een gehoornde masker en omgord met een grote houten fallus. Tijdens het ritueel worden verschillende fysiologische handelingen uitgelegd (met inbegrip van de seksuele daad, als een symbool van het heilige huwelijk van de god, terwijl mimespelers de symbolische vrouw zijn, tijdens de zwangerschap en met de pijnen van de bevalling). Dit ritueel huldigt de veldarbeid (ploegen, zaaien) en is uitgevoerd met de deelname van tal van allegorische personages, waaronder de keizer en zijn entourage.
  • Kukeri: een traditioneel ritueel uit uit Bulgarije, met als doel de boze geesten weg te jagen. De rituelen worden uitgevoerd in een kostuum (vaak geit), meestal beslaan ze het gehele lichaam. Ook worden gedecoreerde houten dierenmaskers (soms met twee gezichten) en grote bellen aan de riem gedragen. Rond nieuwjaar en voor vastentijd lopen en dansen de kukeri door het dorp. Dit zou een goede oogst, gezondheid en geluk naar het dorp brengen. Kukeri bezoeken 's nachts de huizen in het dorp, de zon kan hen dan niet vangen op de weg. Na de rondgang door het dorp, verzamelen de kukeri zich op het plein en dansen daar wild. Het ritueel verschilt per regio, maar de essentie blijft hetzelfde. Het ritueel wordt teruggeleid naar de Thraciërs. Vergelijkbare rituelen komen voor in Roemenië, Servië en Macedonië. Zie ook capra.
  • Dame Alice Kyteler: een vrouw uit Kilkenny die als eerste in Ierland terecht stond voor hekserij en ketterij. Haar (Hiberno-Normaanse) familie stond zeer hoog in aanzien. Dame Alice werd door de kinderen van haar vierde man beschuldigd van hekserij. Bisschop Ledrede excommuniceerde Dame Alice en wilde haar arresteren, maar ze vluchtte naar Dublin. Haar zoon werd gearresteerd, maar door de invloedrijke contacten van Dame Alice werd Ledrede zelf ook gevangengenomen. De zoon van Dame Alice werd veroordeeld; zijn straf was een pelgrimstocht naar het altaar van de heilige Thomas van Canterbury. Ook de dienstmeid van Dame Alice werd gearresteerd en gemarteld, ze legde getuigenissen af over de heksenpraktijken van haar meesteres en werd levend verbrand op 3 november 1324. Dame Alice werd in afwezigheid veroordeeld en haar land verviel aan de overheid. Vervolgens werd bisschop Ledrede zelf beschuldigd van ketterij en ook hij werd onteigend.

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.