Filosofisch woordenboek/K
Uiterlijk
- Kant - volledige naam Immanuel Kant (1724-1804) was een Duitse filosoof die zich aanvankelijk vooral bezighield met natuurwetenschappelijke vraagstukken, waarbij hij o.a. probeerde aan te tonen dat het vooronderstellen van natuurlijke krachten niet noodzakelijk is om te verklaren hoe een harmonisch wereldbeeld is voortgekomen uit chaos. Later trok Kant het rationalisme in twijfel, waarna hij zijn Kritiek van de zuivere rede' publiceerde, een werk waarin hij diep ingaat op het verband tussen zintuiglijke waarneming en kennis die a priori aanwezig is. Zie ook transcendentale filosofie.
- Karma: de leer van oorzaak en gevolg, nauw verbonden met zielsverhuizing in het hindoeïsme en het boeddhisme. Hierbij gaat men ervan uit dat toeval niet bestaat, omdat alles vooraf bepaald en vastgelegd is. Het geheel van goede en slechte handelingen uit vorige levens bepaalt volgens deze visie mee het huidige leven en latere existenties.
- Kennisleer - Filosofisch onderzoek naar kennis. Vragen die de kennisleer zich stelt zijn onder meer: 'Hoe is kennis mogelijk?' 'Wat zijn de bronnen van kennis?' 'Wat is ware kennis?' en 'Wat zijn de voorwaarden van kennis?' Een ander woord voor kennisleer is epistemologie, of kentheorie.
- Kwintessens (lett. "het vijfde wezen, de vijfde essentie") - Een term uit de presocratische filosofie. Volgens Pythagoras het eigenlijke wezen van alles, waaruit de vier basiselementen lucht, aarde, water en vuur zouden zijn ontstaan.