Vakantiereizen/Wandelvakantie/Uitrusting
Pessimisten dragen altijd een regenjas
Optimisten worden vaak nat
Lees eerst de algemene pagina over uitrusting voor wandel- en fietsreizen. Deze pagina behandelt specifiek wandeluitrusting. Op deze pagina vind je de fietsuitrusting.
Afhankelijk van het soort wandeling dat je gaat maken heb je meer of minder uitrustingsstukken nodig. Een wandelingetje door de buurt laten we hier buiten beschouwing, je weet zelf wel of het wijs is een paraplu mee te nemen of je nat te laten regenen.
Verder gaat dit boekdeel over wandelen, dat betekent dat een uitrusting om bergen beklimmen hier niet aan de orde komt. Wel zal er soms behoorlijk geklauterd moeten worden als je bijvoorbeeld de GR 10 wilt gaan lopen. Naast een algemene beschrijving over de uitrusting vind je hiernaast ook links naar paklijsten voor verschillende situaties, van een dagwandeling, via een meerdaagse tocht met overnachtingsmogelijkheid (berghutten, hotels), tot wekenlange zwerftochten door (on)bekend gebied.
Kleding
[bewerken]Kies voor je kleding meerdere dunnen lagen zodat je kunt combineren. Een opbouw die de auteur van dit boek al jaren prima bevalt is de volgende:
Altijd aan
[bewerken]Wollen sokken.
Eventueel versterkt in de hiel en teen, zonder naden en stoppen onder de voet omdat dit blaren veroorzaakt. Kies de meest 'wollen' sokken. Alleen eventueel de hiel, zool en teen versterkt met synthetisch garen. Behalve dat dit beter is voor het milieu als ze versleten zijn voorkomt het ook zweetvoeten en dus blaren. Neem altijd twee paar extra sokken mee. Wissel bij elke stop van sokken en laat de (vochtige) gedragen luchten aan de zijkant van je rugzak. Veel uitspoelen voorkomt ook blaren. Het derde paar is voor het geval je net een paar hebt uitgespoeld of gewassen en je glijdt uit in een beek waardoor je schoenen vollopen.
Onderbroek.
Zonder knellend elastiek en zomen. Denk erom dat er geen randen en naden zitten op de plaats waar de heupband van je rugzak komt. Dat gaat snel irriteren. Boxershorts zijn vaak het meest geschikt.
Broek.
Het belangrijkst is de sterkte en snelheid van drogen. Er bestaan broeken die versterkt zijn op de kwetsbare plekken (knieen en zitvlak) en heel snel weer drogen als je nat regent. Een flink aantal zakken is een voordeel omdat je daar allerlei spulletjes in kunt stoppen die je altijd 'op je lijf' moet dragen zoals het noodpakket. Sommige mensen vinden het fijn om niet altijd in een lange broek te lopen. Er zijn ook broeken met afritsbare pijpen, soms zelfs op twee lengtes. Doordat je dan alleen de pijpen in je rugzak stopt scheelt dat draaggewicht. Overigens is een lange broek dragen beter voor bescherming tegen zon, steekbeesten en scherpe stekels of rotspunten.
Overhemd/T-shirt.
Denk daarbij om de plaats van naden waar de draagbanden van je rugzak zitten. Een geïriteerde huid is anders het gevolg. Neem liefst geen katoen (dat wordt nat van zweten en je koelt te snel af bij rust) of trek iets aan als je stopt.
Berg(wandel)schoenen.
Wandelschoenen moeten stevig zijn en voldoende steun geven bij de enkels. Koop je schoenen altijd een maat groter dan 'normaal', warme voeten zetten uit en bij kou moet je twee paar (dunne) sokken kunnen aantrekken. Ga met twee paar sokken naar de winkel of maak eerst een stevige wandeling. Schoenen zijn er in vele uitvoeringen. Bij bergwandelingen loop je vaak door drassig terrein en het is handig als je een keer een beekje over moet. Kies dus een schoen die redelijk waterbestendig is.
Wandelschoenen zijn (vaak) ingedeeld in verschillende categorieën die je helpen bij het uitkiezen. Voor een wandeling over de Utrechtse Heuvelrug heb je heel andere schoenen nodig dan voor een lange tocht door de Ardennen of in het hooggebergte. Soms zijn er ook tussencategorieën (bijvoorbeeld BC). Niet elke winkel houdt dezelfde indeling aan, maar over het algemeen is het verschil wel aangegeven.
- A - Lage of halfhoge wandelschoenen
Bedoeld voor makkelijke, lichte wandelingen in het bos en over de weg. Vaak is de zool iets beter geschikt voor asfalt zodat ze hier minder snel slijten dan de schoenen van andere categorieën. Je kan met deze schoenen ook over licht glooiend terrein lopen, zodat ze geschikt zijn voor een dagwandeling in Nederland of bijvoorbeeld een vierdaagse. Licht en soepel dus goed geschikt om te gebruiken als tweede paar schoenen. In de aanloop draag je deze schoenen en in ruiger terrein wissel je ze om voor de schoenen van categorie C of D.
- B - Trekkingschoenen
Dit zijn de meest populaire schoenen. Bij de meeste buitensportzaken maken ze het grootste deel van het aanbod uit. In principe dezelfde soepelheid als de schoenen van categorie A, maar zijn van een wat zwaardere kwaliteit en geven dus meer steun bij het lopen in de bergen. Er zijn zeer veel verschillende soorten. De meeste zijn behoorlijk waterbestendig en het transpiratievocht wasemt goed door het leer naar buiten. Voor meer waterdichte schoenen neem je schoenen met een Gore-Tex binnenkant. Dit zorgt ervoor dat de schoenen geen water doorlaten, waardoor ze ook iets warmer aanvoelen. Zeker voor natte gebieden (nat gras of een beetje sneeuw) biedt het de zekerheid van droge voeten. Wel moet hier worden vermeld dat de Gore-Tex laag maakt dat de ventilatie minder wordt en je dus sneller last kan krijgen van transpirerende voeten.
- C - Zware trekkingschoenen of lichte Alpine schoenen
De schoenen van categorie C zijn over het algemeen geschikt voor het ruige terrein, voor trektochten waar je vaker van het gebaande pad afwijkt en waarbij steun aan je enkels een absolute voorwaarde is. Deze schoenen zijn gemaakt van een stugger soort leer en een stijvere zool met meer grip. Sommige schoenen van deze categorie zijn ook geschikt voor het nog zwaardere werk waar je stijgijzers nodig hebt.
- D - Stijgijzervaste Alpine schoenen
Ga je hoog de Alpen in of denk je aan een andere zware klimpartij, neem dan schoenen van deze categorie. De zool is zeer stijf, wat nodig is om de stijgijzers te kunnen bevestigen. Daarnaast is het leer van deze schoenen dermate stijf en stug dat je een optimale steun krijgt bij het klimwerk. De aanlooproute kan je beter lopen op schoenen uit een lichtere categorie (A of B), want het comfort van de zolen is ronduit slecht te noemen bij het absorberen van het neerkomen op asfalt of een andere harde ondergrond. Ook slijten de zolen veel sneller op een wegdek.
Passen van schoenen.
Heb je eenmaal besloten welke categorie je nodig hebt, dan wordt het tijd om te passen. Neem hiervoor altijd ruim de tijd, want dit is een belangrijke fase in het aankoopproces. Probeer schoenen van verschillende merken en soorten en vergeet zeker niet om er ook daadwerkelijk mee te lopen. Elke goede buitensportzaak heeft een probeerroute in de winkel (o.a. Bever en Zwerfkei). Deze route moet op z'n minst bestaan uit een stukje keienstraat en een korte beklimming, om te kijken hoe je voeten reageren op de schoenen. Zeker dat laatste is belangrijk, want het zijn vaak je voeten die even moeten wennen aan de ongewone vorm of stijfheid van de wandelschoenen. Dit wennen wordt vaak verward met het niet goed zitten van schoenen. Let erop dat je voet niet teveel kan glijden in de schoenen en of je enkel voldoende steun heeft. Ga er hierbij vanuit dat je voeten vaak wat dikker worden tijdens het lopen. Een (te) krappe maat zorgt dan al snel voor knellende en pijnlijke voeten. Koop de schoenen liever iets groter, zodat je ook geen last kunt krijgen van iets te lange nagels die pijnlijk in je tenen worden gedrukt. Het bepalen van de maat kan bij steeds meer buitensportzaken elektronisch. Op die manier wordt er gekeken naar de vorm en de grootte van je voeten.
Trek de juiste sokken aan te trekken bij het passen. Hoewel je in veel buitensportzaken wel een paar sokken kunt lenen om te passen, kan je beter je eigen hike-sokken aantrekken. Op die manier weet je zeker dat de schoenen ook daadwerkelijk goed zullen passen bij het echte werk.
Bij kou en/of regen
[bewerken]Onderhemd.
Kies hier voor wol, zijde of strechfleece. Liever geen katoen want dat wordt nat bij inspanning en je koelt dan te hard af bij rust. Gevolg verkoudheid of erger.
Trui.
Van wol of fleece, licht en dun gebreid. Neem geen enorm dikke trui want als je die bij warmte in je rugzak moet proppen neemt dat veel plaats in. Beter een dunne trui en een losse binnenvoering van een jas, dat isoleert beter en je kan afwisselen.
Wind/regenjack.
Een goed ademend jack is een grote (wel dure) luxe, maar je hebt er dan ook veel plezier van. Kies er een met een uitneembare binnenvoering (zie trui).
Sjaal.
Bijvoorbeeld zo'n dunne indiakatoenen doek. Die kan je ook als mitella gebruiken of om je hoofd knopen bij felle zon.
Majo.
Van wol, zijde of stretchfleece. Samen met het onderhemd als pyjama te gebruiken.
Handschoenen.
Met je handen in je zakken als je een rugzak op hebt loopt niet lekker. Verder zijn (dunne) handschoenen aan te bevelen in gebieden waar veel midgets (kleine muggen) leven. Samen met een muskietennet over je hoofd kan je dan in ieder geval prikvrij koken.
Bij extreme kou
[bewerken]Muts, donsjack e.d.
Voor 'normale' omstandigheden heb je die niet nodig. Met de bovenstaande kleding kan je heel wat graadjes onder nul overleven. Ga je naar gebieden waar het meer dan –20°C is dan is extra kleding wel noodzakelijk.
Rugzak
[bewerken]De maat (inhoud) van je rugzak is afhankelijk van de soort wandelreizen die je gaat maken. Bij dagwandelen heb je genoeg aan een klein rugzakje voor het meest noodzakelijke (water, lunch, (regen)jas, sokken, EHBO en nog wat klein spul). Kies er wel een met goede draagbanden. Voor je het weet zit er toch een paar kilo in (vooral als het warm wordt en je meer kleding moet sjouwen). Een goede heupband voorkomt dat die kilo's aan je schouders hangen.
Als je langere wandelingen maakt, van berghut naar berghut bijvoorbeeld val je al gauw in een rugzak met een inhoud van een liter of 40-50. Je moet meer reservekleding meenemen, een slaapzak en wat toiletspullen en als je niet uit eten gaat ook voedsel en kookgerei. Bij pension of hotel valt er natuurlijk hiervan wat weg, maar je moet dat wel extreem aan het plannen gaan en misschien ook de logeeradressen bespreken. Berghutten zijn trouwens in het 'seizoen' ook wel eens 'vol'.
Ben je een echte lange afstanden zwerver dan moet er een tent mee en toch al gauw voor een dag of wat eten en ander spul, dan heb je een grote rugzak nodig. Het gewicht komt dan waarschijnlijk op twintig kilo of meer en een rugzakinhoud loopt dan in de richting van 70-80 liter. Dit is natuurlijk het leukst is omdat je nergens van afhankelijk bent, nou ja, de 'toestemming' om te overnachten op de plek die je mooi vindt, het vinden van drinkbaar water, af en toe een winkel om je voorraad aan te vullen en vooral afhankelijkheid van de natuur, maar dat geeft ervaringen om nooit te vergeten. Lees de reisverhalen maar eens.
Vooral voor deze keuze is een goede rugzak onontbeerlijk. Koop geen onding van een paar tientjes (je kent ze wel, alluminium beugel met een nylon zak eraan bungelend). Bespaar niet op een rugzak want een goede (en vooral een goed passende) laat je je spullen veel lichter dragen. Leen of huur er desnoods de eerste keer een.
Voor alle rugzakken geldt; zoek de spullen die je meeneemt bij elkaar (zie de paklijsten), doe alles in een vuilniszak en ga naar de buitensportwinkel met de mededeling dat dit er in moet kunnen.[1]
- ↑ Een te kleine rugzak is net zo erg als een te grote. In de tijd met drie kleine kinderen had ik aan een Bergans van 90 liter nauwelijks voldoende, nu (2008) heb ik ruimte over met een Mc.Gregor van 45 liter.)