Leer jezelf ecologisch tuinieren/Wilde kardinaalsmuts
Uiterlijk
De plant herstelt zich goed na vraat door bijvoorbeeld konijnen. De plant komt voor in bossen en struikgewas, vooral in de duinen. De soort komt ook op andere plaatsen voor op kalkrijke grond, onder meer in Drenthe en Limburg.
Alle families? |
Familie: Kardinaalsmuts (Celastraceae) Geslacht: Kardinaalsmuts Soort: Euonymus europaeus | ||||||||||||||
Blad: | De bladeren zijn ca. 5 cm lang, langwerpig met een spitse top, een wigvormige voet en een ondiep gezaagde rand. Aan de voet van de korte bladsteel (ca. 5 mm) staan kleine steunblaadjes, die relatief snel afvallen. In de herfst krijgen de bladeren een framboosrode kleur alvorens af te vallen. Grotere bladeren hebben deels een verspreide bladstand. | ||||||||||||||
Bloei: Bloem: Meer van dezelfde kleur? |
? De roze bloemen zijn klein (doorsnede ca. 8 mm), met vier groene kelkblaadjes, vier afwisselend daarmee staande en langere witgroene vrije kroonblaadjes en vier voor de kelkblaadjes staande meeldraden. Het vruchtbeginsel is bovenstandig en aan de basis omgeven door een schijf die nectar afscheidt. Vaak zijn of de meeldraden of de stamper slecht ontwikkeld, zodat de bloem functioneel eenslachtig is. Aan afzonderlijke planten komen alle mogelijke combinaties voor: uitsluitend mannelijke bloemen, uitsluitend vrouwelijke bloemen, uitsluitend tweeslachtige bloemen, mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde plant, mannelijke en tweeslachtige bloemen aan dezelfde plant, vrouwelijke en tweeslachtige bloemen aan dezelfde plant, en vrouwelijke, mannelijke en tweeslachtige bloemen aan dezelfde plant. De meeldraden van tweeslachtige bloemen zijn eerder rijp dan hun stampers (protandrie), en voorkomen zo zelfbestuiving. | ||||||||||||||
Vrucht: | Rode vruchten die de vorm hebben van een kardinaalsmuts. Gedurende de late zomer en de herfst worden de doosvruchten fel framboosrood; daarna springen de vier hokken met overlangse spleten open en komt er uit elk hok één zaad aan een dunne draad te hangen. De zaden zijn wit, maar helemaal omgeven door een feloranje zaadhuid. | ||||||||||||||
Hoogte/Lengte: Meer van dezelfde hoogte? |
± 300 cm. | ||||||||||||||
Bodem: Meer onder dezelfde omstandigheden? |
|
||||||||||||||
Goede buren: | Goede buren voor deze plant: gewassen die voorkomen in de kensoort voor de klasse van de doornstruwelen (Rhamno-Prunetea). | ||||||||||||||
Lokken: | Deze plant lokt en/of is vatbaar voor kardinaalsmutsstippelmot en vogels zoals lijsters, mezen en roodborstjes die het zaad eten en met hun ontlasting verspreiden. | ||||||||||||||
Gebruik: | Het hout is hard en kan gebruikt worden voor breinaalden en klossen. | ||||||||||||||
Geneeskracht: | Wordt als geneeskrachtig gezien bij huidaandoeningen. Vers blad of gedroogde bast en vruchten zouden zijn gebruikt tegen hoofdluis en huidaandoeningen. | ||||||||||||||
Let op!: | De vruchten zijn giftig. Bij inname kan men last krijgen van braken, buikloop, buikkrampen en sufheid. | ||||||||||||||
FAQ: | Vragen en/of antwoorden over de Wilde kardinaalsmuts? |
Maan(d) | Werk | KK | KT | LT | VW | ZD | PA | RA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
? | Zie vermeerderwijze. Het zaad wordt door vogels verspreid. |
Z |