Leer jezelf ecologisch tuinieren/Greppelrus

1

2

3

4

5

Het is een echte pioniersplant: hij groeit vooral op open plaatsen zonder veel begroeiing. Wanneer de begroeiing zich sluit dan verdwijnt deze soort. Wanneer deze soort gaat groeien in een voedselarm milieu dan duidt dat op verrijking. Hij groeit in Nederland op zand en leem. Op veengronden en zware klei groeit hij nauwelijks. In Nederland en België is hij algemeen. Ook in tuinen en perken is hij te vinden. Daar groeit de soort als onkruid, maar het wieden is geen probleem omdat de soort als eenjarige een beperkt wortelstelsel heeft en daardoor gemakkelijk uit de grond is te trekken. Aan de andere kant wordt door wieden de grond opengehouden en blijft het milieu geschikt voor deze plant.

Alle families?	Familie: Russen (Juncaceae) Geslacht: Rus Soort: Juncus bufonius
Blad:	De bladeren zijn smal en lang, maximaal 1 mm breed en ontspringen aan een schede die beetje rossig of gelig is.
Bloei: Bloem: Meer van dezelfde kleur?	Vanaf juni en tot in de herfst. De lancetvormige bloemdekbladen zijn groen met een vliezige rand. De binnenste zijn lang toegespitst en kunnen meer dan 5 mm lang zijn. Ze steken boven de rijpe doosvrucht uit. Op de rijpe doosvrucht is de plek waar de stijl gezeten heeft te herkennen aan een spitsje op de top. De bloemen zijn relatief groot voor een rus van dit kleine formaat. De bloeiwijze bestaat uit verschillende vorken waar de bloemen vrij verspreid in staan.
Hoogte/Lengte: Meer van dezelfde hoogte?	± 10-30 cm.
Bodem: Meer onder dezelfde omstandigheden?	Grondsoort: Voedselrijk. Water ≈-∼
Goede buren:	Goede buren voor deze plant: Kensoort voor de dwergbiezen-klasse (Isoeto-Nanojuncetea).
FAQ:	Vragen en/of antwoorden over de Greppelrus?

Maan(d)	Werk	KK	KT	LT	VW	ZD	PA	RA
				1
	Zie vermeerderwijze. Bij de greppelrus is cleistogamie beschreven, dat wil zeggen dat de bloem in de knop zichzelf al bevrucht en daardoor niet hoeft te bloeien.