Leer jezelf ecologisch tuinieren/Gewone agrimonie
Uiterlijk
De meest waarschijnlijk herkomst van de botanische naam Agrimonia is het Oudgriekse Argemone, letterlijk vertaald 'vlek op het oog', waarmee planten werden aangeduid die heilzaam waren voor de ogen.
Alle families? |
Familie: Rozen (Rosaceae) Geslacht: Agrimonie Soort: Agrimonia eupatoria | ||||||||||||||
Rode lijst. | Deze in het wild voorkomende plant staat op de rode lijst in Nederland en/of België. Dat betekent dat ze kwetsbaar of (bijna) uitgestorven zijn. Zaai of plant ze en verspreid overtollig zaad. | ||||||||||||||
Stengel/Tak: | Behaarde, weinig vertakte bloemstengel. | ||||||||||||||
Blad: | Talrijke verspreid staande, gedeelde bladeren. Ruim voorzien van bladeren, variërend in grootte van bijna 20 cm onderaan tot slechts 10 cm bovenaan. De bladeren zijn afgebroken geveerd; grote paren zijblaadjes worden afgewisseld met kleinere. De lagere bladeren hebben het meeste blaadjes, naar boven toe worden ze eenvoudiger. De blaadjes zijn elliptisch, de bladrand ervan gezaagd. De blaadjes zijn bezet met lange haren en kunnen aan de onderzijde klieren dragen. | ||||||||||||||
Bloei: Bloem: Meer van dezelfde kleur? |
Juni tot september. Lange, slanke aarvormige bloeiwijzen. De aren zijn dicht bezet met gele bloemen. De bloemen openen zich het eerst onderaan de aar en naarmate het bloeiseizoen vordert, gaan ook de hogere bloemen open. Zodra de bloemen uitgebloeid zijn, verlengen de aren zich zodat de schijnvruchten ver uit elkaar komen te staan. De bloemen zijn klein en staan dicht op elkaar. Elk bloempje wordt ondersteund door een gedeeld steunblaadje. De bloemen hebben 5 wijd uitgespreide, eivormige en heldergele kroonblaadjes en tot twaalf meeldraden, die tevoorschijn komen uit een kelkbuis. De bloemen van de gewone agrimonie hebben een vage, zoete geur die doet denken aan abrikozen. | ||||||||||||||
Vrucht: | Uit de kelkbuis ontwikkeld zich na de bloei een schijnvrucht, die aan de buitenzijde over de volledige lengte gegroefd is en bezet met haken. De onderste rij haken staan schuin tot bijna recht af. Deze kenmerken onderscheiden de gewone agrimonie van zijn soortgenoot, de Welriekende agrimonie (Agrimonia procera). De zaden van de gewone agrimonie bezitten kleine weerhaakjes, waarmee ze zich aan de vacht van passerende dieren vasthechten. De zaden hebben zo meer kans om in een wijde omgeving verspreid te raken. Deze eigenschap verklaart de Nederlandse volksnaam 'verkeerde klis' en de Engelstalige namen 'Cockeburr' (haneklit) en 'Sticklewort' (stekelkruid). | ||||||||||||||
Hoogte/Lengte: Meer van dezelfde hoogte? |
± 40-100 cm. | ||||||||||||||
Bodem: Meer onder dezelfde omstandigheden? |
|
||||||||||||||
Geneeskracht: | Wordt als geneeskrachtig gezien bij het genezingsproces van wonden en heeft een pijnstillend effect. Het kruid wordt als geneesmiddel gebruikt. De actieve bestandsdelen zijn triterpenen, looi- en bitterstoffen, flavonoïden, kiezelzuur en slijmstoffen. De looistof van agrimonie heeft een heilzaam effect op het genezingsproces van wonden en heeft een pijnstillend effect. De bitterstoffen in de plant werken vochtproductie bevorderend en de flavonoïden en triterpenen hebben een ontstekingsremmend en antibiotisch effect. De meest gebruikte toepassing in een thee. Deze werkt stimulerend voor de afscheiding van maag- en galsappen en heeft een positief effect op diarree, darm- en galziekten, keelholteontsteking en keelpijn. Het kruid kan ook verwerkt worden tot een tinctuur. | ||||||||||||||
FAQ: | Vragen en/of antwoorden over de Gewone agrimonie? |
Maan(d) | Werk | KK | KT | LT | VW | ZD | PA | RA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
O | ||||||||
? | Zie vermeerderwijze. De gewone agrimonie is een hemikryptofyt, een meerjarige plant die overwintert met een knop boven de grond, omgeven door een bladrozet. |