Leer jezelf ecologisch tuinieren/Braam
Braam is de naam van het plantengeslacht met de wetenschappelijke naam Rubus uit de rozenfamilie. Het is ook de naam van de vruchten van enkele belangrijke vertegenwoordigers van dit geslacht.
De cultuurbraam is ontstaan uit kruisingen van verschillende braamsoorten, waardoor er geen soortnaam aan gegeven kan worden. Meestal worden de rassen van de cultuurbraam daarom onder het geslacht Rubus en de sectie Moriferi gerangschikt.
- Soorten
-
Dauwbraam (Rubus caesius)
-
Framboos (Rubus idaeus)
-
Gewone braam (Rubus fruticosus)
-
Hazelaarbraam (Rubus corylifolius)
-
Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius)
-
Koebraam (Rubus inermis)
-
Peterseliebraam (Rubus laciniatus)
-
Prachtframboos (Rubus spectabilis)
-
Steenbraam (Rubus saxatilis)
Tot het geslacht Rubus behoren meer dan 600 soorten. De systematiek van braam is echter ingewikkeld door de grote vormenrijkdom als gevolg van hybridisatie, apomixie en polyploïdie. De meeste bramensoorten zijn min of meer ingewikkelde kruisingsproducten tussen verschillende soorten. Sommige bramensoorten kunnen ook met framboos gekruist worden. Hieruit zijn de Loganbes en de Taybes ontstaan.
Voor de teelt van bramen worden alleen nog stekelloze rassen gebruikt. Deze rassen zijn ontstaan uit kruisingen tussen verschillende Rubus soorten en worden alleen onder de geslachtsnaam Rubus vermeld. Een bekende veelgebruikte doornloze cultivar is de Rubus "Thornless Evergreen".
De Gewone braam is een in heel Europa inheemse plant die met name langs bosranden voorkomt. De plant is een heester die 2 tot 6 meter hoog wordt. Elk jaar worden nieuwe stengels gevormd. Alleen de tweejarige stengels dragen vrucht, waarna deze afsterven.
- Bloei
De bloei is van eind mei tot september en de bestuiving vindt plaats door insecten, met name bijen en hommels. Er zijn vruchten vanaf augustus.
De braam is door zijn stekels redelijk beschermd tegen de vraat van grote grazers. Wanneer hij eenmaal aangeslagen is, neemt hij meer en meer ruimte in. Dit biedt dan tevens de gelegenheid aan bomen als de Eik om tot wasdom te komen.
- Waardplant
Dit geslacht is waardplant voor onder andere de (nacht)vlinders:
-
Acleris comariana (Okergele driehoekbladroller)
-
Acleris laterana (Variabele driehoekbladroller)
-
Argynnis paphia (Keizersmantel)
-
Brenthis daphne (Braamparelmoervlinder)
-
Brenthis hecate (Dubbelstip-parelmoervlinder)
-
Brenthis ino (Purperstreepparel-moervlinder)
-
Callimorpha dominula (Bonte beer)
-
Celastrina argiolus (Boomblauwtje)
-
Charissa obscurata (Heide-oogspanner)
-
Conistra rubiginea (Gevlekte winteruil)
-
Diurnea lipsiella (Najaarsbode)
-
Euplagia quadripunctaria (Spaanse vlag)
-
Euproctis chrysorrhoea (Bastaardsatijnvlinder)
-
Habrosyne pyritoides (Vuursteenvlinder)
-
Hartigia nigra (Bramestengelboorder)
-
Herminia grisealis (Boogsnuituil)
-
Herminia tarsicrinalis (Schaduwsnuituil)
-
Herminia tarsipennalis (Lijnsnuituil)
-
Idaea muricata (Geel-purperen spanner)
-
Issoria lathonia (Kleine parelmoervlinder)
-
Noctua janthina (Kleine breedband-huismoeder)
-
Nola aerugula (Licht visstaartje)
-
Orgyia vetusta rups
-
Pyrgus melotis (Levantspikkeldik-kopje)
-
Pyrrhia umbra (Oranje o-vlinder)
-
Spialia sertorius (Kalkgraslanddikkopje)
-
Thalera fimbrialis (Geblokte zomervlinder)
Verder is dit geslacht waardplant voor onder andere de bladmineerders:
-
Coleophora gryphipennella (Rozenkokermot)
-
Coleophora potentillae (Braamkokermot)
-
Coleophora violacea (Witsprietkokermot)
-
Ectoedemia rubivora (Bramenblaasmijn-mot)
-
Incurvaria praelatella (Aardbeiwitvlekmot)
-
Metallus pumilus (Bramenmineerwesp)
-
Stigmella aurella (Braammineermot)
-
Stigmella poterii (Tormentilmineermot)
-
Stigmella splendidissimella (Sierlijke braammineermot)
- Onkruid
De braam is overal in de wereld geïntroduceerd. Met name in Zuid-Afrika geldt deze exoot als een onkruid. Ook in Nederland wordt de braam soms als een onkruid gezien; wanneer hij de ruimte krijgt overwoekert hij snel veel ruimte. Dit verschijnsel wordt ook wel "verbraming" genoemd.
- Vermeerdering
De braam vermeerdert zich door zaad, wortelstekken, zomerstekken en afleggen. De top van eenjarige stengels kan, als deze de grond raakt, gaan wortelen. Van de braam zijn er diverse rassen. Om de eigenschap van de moederplant te behouden dienen deze door vegetatieve wijze te worden vermeerderd. Sommige stekelloze rassen geven echter nog wel gestekelde wortelopslag.
- Gebruik
Van de braam worden vooral de vruchten gebruikt. De vruchten zijn donkerblauw. Als deze volledig rijp zijn vertonen ze soms een witte waas, mogelijk een schimmel. Bramen hebben een zoete smaak en worden zowel vers gegeten als verwerkt in bijvoorbeeld bramenjam. In de vrucht zit soms een klein wormpje, daarom kijken veel mensen eerst in de vrucht voor hem op te eten.
Ook de bladeren van de braam kunnen voor consumptie gebruikt worden. Hiervoor moeten de bladeren, na het plukken, worden gedroogd op een droge en luchtige plaats. Hierna kan er van de gedroogde bladeren thee worden getrokken.[1]
Bijgeloof in het Verenigd Koninkrijk zegt dat na 15 september bramen niet gegeten dienen te worden. De duivel zou ze dan geclaimd hebben en een merkteken op de bladeren achtergelaten hebben. Mogelijk vindt de legende zijn oorsprong in de grotere kans op infectie in de tweede helft van september van de Botrytis cinerea. Aangetaste vruchten hebben geen prettige smaak en kunnen giftige stoffen bevatten. Ook is het niet raadzaam bramen die langs een drukke verkeersweg groeien te plukken, vanwege de opeenhoping van giftige stoffen zoals in het verleden van lood. Het RIVM adviseert wilde bosvruchten zoals bramen te wassen en liefst nog te koken (bijvoorbeeld in jam). Op plaatsen waar vossen voorkomen kunnen wilde vruchten namelijk besmet zijn met lintworm via de uitwerpselen van vossen. In Nederland en België is dit echter vrij zeldzaam.
- Inhoudstoffen
Zoals alle vruchten heeft ook de braam een lage pH-waarde, die varieert van 2,8 tot 3,8. Een liter bramensap bevat 8-15 gram zuur (gemiddeld 11,5 g), waarvan appelzuur het hoofdbestanddeel is. De braam bevat 9-16 % suiker bestaande uit glucose, fructose in ongeveer gelijke hoeveelheden en een klein beetje sacharose en maltose. De Brix-waarde is 9-14. Verder zitten in bramen vooral vitamine C. Daarnaast bevatten bramen 1% eiwit, 6% koolhydraten en 1% vet. De energieinhoud van 100 g bramen is 155 kJ.
- ↑ Nijkamp J., Rook R., Slijper H. en Zweers K. (1976). De 12 maanden van het jaar. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.