Huishouden/Economie
Economie is ook: boodschappenlijstjes
In de Inleiding staan het doel en de daarvan afgeleide vragen voor dit boek vermeld. In dit hoofdstuk staan bijdragen voor antwoorden op die vragen, waarbij de focus ligt op organisatie, taken, efficiëntie en zuinig omgaan met geld en energie (zowel persoonlijke energie als brandstof). De preciezere invulling van de taken komt in de andere hoofdstukken aan bod, uitgezonderd financiën (die één van de onderdelen van dit hoofdstuk is).
Een efficiënt huishouden kan worden gedefinieerd als:
- een huishouden draaiende houden met zo weinig mogelijk middelen of
- met een bepaald aantal middelen zoveel mogelijk doelen in het huishouden bereiken.
Hier zullen we beide definities gebruiken, net zoals het uitkomt.
Doelen en taken
[bewerken]Doelen zijn: het verlenen van onderdak, voedsel, kleding en veiligheid, en zorgen voor een prettig leefklimaat voor alle bewoners van een huis. Dit zijn brede doelen, die kunnen worden onderverdeeld in bijvoorbeeld: het bevorderen van ieders gezondheid, goed eten, een schoon huis, voldoende kleding voor alle bewoners en voor alle jaargetijden (èn schoon en heel), zo min mogelijk zorgen hebben die gerelateerd zijn aan huishouden.
Die doelen kunnen worden gekoppeld aan taken, zoals zorgen voor een prettig ingericht huis met voor iedereen een eigen plekje en ruimtes om samen te eten en activiteiten te ondernemen, voldoende lichaamsbeweging, gezonde voeding, boodschappen doen, eten bereiden, schoonmaken, kleren kopen en onderhouden, goed financieel beleid voeren, gezamenlijke activiteiten ondernemen.
Iedereen kan zelf of samen met huisgenoten bepalen welke concrete doelen in het huishouden worden nagestreefd en welke taken daarbij horen.
Middelen
[bewerken]Bij middelen gaat het om:
- Arbeid; daarvoor zijn tijd en persoonlijke energie (fut) nodig; hoe energieker iemand is, hoe meer werk hij/zij kan verzetten.
- Grondstoffen/materialen, zoals leidingwater, electriciteit, gas, vers voedsel, planken om een schutting te timmeren.
- Organisatie: planning, wie doet wat, wanneer en hoe, maar ook huisregels en de handhaving ervan.
- Gereedschappen (ruim gedefinieerd, ook de keukenuitrusting hoort daar bijvoorbeeld bij). Een investering als een wasmachine (gereedschap) betekent bijvoorbeeld dat er in de toekomst minder arbeid nodig is voor een huishoudelijke taak als wassen (je hoeft niet zelf alle vuile was met de hand te doen, wat tijd bespaart, of elke keer naar de wasserette te gaan, wat niet alleen tijd maar ook geld bespaart), maar het vergt wel een flinke hoeveelheid geld om een wasmachine te kunnen kopen èn je moet hem onderhouden.
- Informatie: met de juiste informatie kun je huishoudelijke taken beter of efficiënter uitvoeren; bijvoorbeeld schoonmaken: als je weet met welke schoonmaakmiddelen en/of schoonmaakmethode een schoonmaakklus een fluitje van een cent wordt, bespaar je tijd omdat je dat niet zelf hoeft uit te vinden.
- Geld, om alles te kunnen kopen wat je niet zelf kunt vervaardigen maar wel nodig hebt om te leven.
Middelen kunnen soms tegen elkaar worden uitgewisseld. Hoe meer geld iemand heeft, hoe meer uitbesteed kan worden om gebrek aan tijd en/of energie (fut) te compenseren. Iemand met veel energie en tijd kan gebrek aan geld compenseren door veel zelf in huis te doen.
Indeling
[bewerken]Dit hoofdstuk bevat de volgende onderdelen:
- Organisatie, zoals het koppelen van taken aan mensen en tijden, en dus het maken van planningen, en de manieren waarop taken worden uitgevoerd
- Financiën
- Energiebesparing.