Astronomisch woordenboek/Z
Uiterlijk
Z
[bewerken]- Zenit - het punt aan de hemel recht boven je
- Zomer - een van de seizoenen .
- Zomerzonnewende - een van de twee jaarlijkse zonnewendes, wordt ook wel midzomer genoemd. De zomerzonnewende vindt op 20 of 21 juni plaats. De zon staat in de kreeftskeerkring. Op het noordelijk halfrond is dit de langste dag. Zie ook winterzonnewende.
- Zon - Algemene benaming voor de gele dwerg (klasse G2) die het middelpunt vormt van ons zonnestelsel en waar onder andere de Aarde omheen draait. Bij uitbreiding wordt de term binnen astronomische kringen ook wel gebruikt voor sterren die qua omvang en temperatuur met de Zon vergelijkbaar zijn.
- Zonneminimum - Periode waarin aan het oppervlak van de Zon weinig tot geen zonnevlekken verschijnen.
- Zonnestelsel - Het geheel van onze Zon en alles wat eromheen draait. Bij uitbreiding wordt de term tegenwoordig ook geregeld gebruikt voor het geheel van andere sterren en hun planeten, sinds het bestaan van exoplaneten is vastgesteld.
- Zonnevlam - Explosie met een kracht van ca. 1 miljoen atoombommen boven een zonnevlek, waarbij alle opgekropte energie van het plaatselijke magneetveld vrijkomt.
- Zonnevlek - Donkere, relatief koele (ca. 4000 °C) plek aan het oppervlak van de Zon die wordt omringd door een sterk magneetveld.
- Zonnewende - Vanaf de aarde gezien lijkt het alsof de zon op het meest noordelijke of zuidelijke punt is beland. Op deze punten liggen de keerkringen (kreeftskeerkring en steenbokskeerkring). De kortste en langste dag vallen op deze momenten, er worden wereldwijd verschillende feesten gevierd. De zonnewende wordt ook wel solstitium genoemd, zie ook zomerzonnewende en winterzonnewende.
- Zonsopkomst -
- Zonsondergang-
- Zonsverduistering - Zie eclips en ecliptica.
- Zuidpool - De geografische zuidpool van een planeet is het zuidelijke snijpunt van de draaiingsas met het oppervlak. Voor de aarde is dit punt gelegen op het continent Antarctica. Doordat de aarde beschikt over een magnetisch veld is er eveneens sprake van de geomagnetische zuidpool, wat natuurkundig gezien op de aarde een magnetische noordpool is. Aangezien de richting van het magnetisch veld op langere termijn niet stabiel is, is de locatie van de geomagnetische zuidpool niet vast. Zie ook pool.
- Zuidpoolcirkel - Een van de vijf belangrijke parallellen en een van de twee poolcirkels, zoals aangeduid op kaarten van de aarde. De zuidpoolcirkel loopt op 66½° ten zuiden van de evenaar. Binnen de zuidpoolcirkel gaat de zon, afhankelijk van de breedtegraad, in de zomer op het zuidelijk halfrond een aantal nachten niet onder en komt deze een aantal dagen niet op in de winter.
- Zwaartekracht -
- Zwaartekrachtinstorting -
- Zwarte dwerg - Hypothetische - want nog nooit waargenomen - volledig afgekoelde witte dwerg die ook geen licht meer geeft. Omdat het ontstaan van zwarte dwergen samenhangt met protonenverval waar nog niet veel over bekend is en waarvan zelfs niet zeker is of het bestaat, is onbekend hoe lang het duurt voordat een zwarte dwerg is ontstaan. Schattingen lopen uiteen van 1015 tot 1025 jaar.
- Zwart gat - De na een supernova overgebleven kern van een zware ster. Als gevolg van de extreem hoge dichtheid van een zwart gat is de zwaartekracht zo sterk, dat zelfs licht er niet uit kan ontsnappen; vandaar de benaming "zwart gat".