Astronomisch woordenboek/A

A

• Aardas - denkbeeldige lijn die van de zuidpool door het midden van de aarde naar de noordpool loopt.
• Aarde - de planeet waarop wij wonen.
• Absorptie - opslurping/opname/wegvanging van het licht.
• Albedo - percentage van het licht dat een voorwerp terugkaatst.
• Amplitude - helderheidsbereik van een veranderlijke ster.
• Apex - punt waar ons sterrenstelsel zich met een snelheid van ongeveer 60km/s naar toe beweegt.
• Aphelium - punt in de baan van een planeet waar de afstand tot de zon het grootst is.
• Apogeum - punt in de baan van een planeet of kunstmaan waar de afstand to de aarde het grootst is
• Archeoastronomie - de studie van antieke of traditionele astronomieën in hun culturele context, steunend op archeologische en antropologische bewijzen.
• Astrofysica - de natuurkunde van de sterren.
• Astrolabium - oud instrument voor het meten van de posities van hemellichamen.
• Astrometrie - deelgebied van de astronomie dat zich bezighoudt met de uitleg en verklaring van de posities en bewegingen van sterren en andere hemellichamen.
• Astronomie: de wetenschap die zich bezighoudt met de observatie en de studie van alle fenomenen buiten de atmosfeer van de aarde. Astronomie wordt ook wel sterrenkunde genoemd.
• Astronomische eenheid - (afgekort AE) meeteenheid die vooral wordt gebruikt binnen de de astrometrie. Een astronomische eenheid wordt gelijkgesteld aan de gemiddelde afstand van de Aarde tot de zon en bedraagt 149.597.871 km.
• Astronoom: een beoefenaar van astronomie. Een bekende astronoom is John Dee.
• Atmosfeer: de gaslaag om een vast hemellichaam.

• 
  Islamitisch sferisch astrolabium, Museum of the History of Science, Oxford
• 
  Persische astrolabiums
• 
  Gunter's quadrant
• 
  Astronomisch observatorium Uraniborg, 1598
• 
  Astrolabe uit de 18e eeuw