Onderwijs in relatie tot P2P/Autoritaire planning

Uit Wikibooks
← Authority ranking Onderwijs in relatie tot P2P Axiologie →


Autoritaire planning is een begrip uit de economie. Autoritaire planning is het belangrijkste kenmerk van een centraal geleide economie (= planeconomie). Deze vorm van economie komt voor in autoritaire regimes die gekenmerkt zijn door de alleenheerschappij van een communistische partij (Plasschaert, 2001). Autoritaire planning houdt in dat de staat beslist over wat, waar, hoe, door wie, in welke hoeveelheden en wanneer er geproduceerd wordt. Een planeconomie heeft een snelle industrialisatie van het land voor ogen.

Autoritaire planning en P2P[bewerken]

Er zijn drie soorten planning. Er is de autoritaire planning die gekend is vanuit de Sovjet-Unie, de democratische of participatieve planning die bijvoorbeeld wordt toegepast in Scandinavië op het vlak van urbanisatie en stigmergische planning zoals bij peer-to-peer (Bauwens, 2013).

De participatieve planning maakt deel uit van een participatieve economie (= participatory economy ofwel kortweg parecon). Het is een visie voor een soort decentrale, democratische planeconomie waarin werk rechtvaardig beloond wordt, rekening wordt gehouden met het milieu en iedereen gelijkwaardig participeert in de democratische economische besluitvorming. De participatieve planning houdt in dat er verschillende onderhandelingsrondes tussen de arbeiders- en consumentenraden worden georganiseerd. In dit planningsproces worden er indicatieve prijzen gebruikt en zijn er faciliterende raden (=IFB, Iteration Facility Board) die de nodige informatie leveren. De participatieve planning maakt deel uit van een gedecentraliseerd systeem waarbij niet enkel de staat maar vooral de burgers hun eigen behoeften mogen uitdrukken (Beunder, 2013).

Stigmergische planning is een vorm van wederzijdse onrechtstreekse coördinatie waarbij de actoren korte signalen sturen om hun handelingen op elkaar af te stemmen. Hierbij gebeurt deze coördinatie door de burgersamenleving en is er dus sprake van zelforganisatie. In tegenstelling tot de autoritaire planning, hebben de burgers het productieproces zelf in handen en niet de staat. Bij peer-to-peer is er sprake van “commons”. Dit zijn gemeenschappelijke eigendommen van een leefgemeenschap, ook wel gemeengoed genoemd. Bij de autoritaire planning bestaat het gemeengoed niet, alles is eigendom van de staat. Stigmergische planning maakt deel uit van een gedecentraliseerd systeem, autoritaire planning van een gecentraliseerd systeem. Voorbeelden van stigmergische planning zijn te vinden bij Wikipedia en Linux (Stigmergy, 2012).

De stigmergische planning maakt deel uit van een gedecentraliseerd systeem terwijl de autoritaire planning van een planeconomie deel is van een gecentraliseerd systeem waarbij er hiërarchie heerst tussen de staat en de burgers. Peer-to-peer ziet de rol van de staat verschuiven van welvaartstaat naar partnerstaat die zelforganisatie toelaat. De staat fungeert als facilitator. De staat maakt dit mogelijk door de omstandigheden te creëren en de infrastructuur te bieden die nodig zijn om mensen zelf aan te zetten tot het nemen van beslissingen. Planning door de staat is nog steeds zinvol, in combinatie met stigmergische planning (bijvoorbeeld bij grote projecten). Peer-to-peer ziet de staat als een Griekse polis, die de gemeenschappelijke belangen vooropstelt. Dit staat in contrast met de rol van de staat in een planeconomie. Deze staatsvorm laat geen zelforganisatie toe, de staat leidt alle economische processen en participatie van de burgers is niet mogelijk. Hierdoor is het een ondemocratisch systeem (Wagener, 1980).

Voorbeeld[bewerken]

Ook de hoeveelheid papier die geproduceerd moet worden, wordt in een planeconomie op voorhand gepland door de overheid. In de Sovjet-Unie is er in 1980 een papiertekort geweest. Dit had een directe impact op de bevolking. Zo waren kranten, servetten, wegwerpluiers, toiletpapier en andere basisproducten niet meer of slechts in beperkte mate beschikbaar. In cafetaria’s en snackbars moesten de klanten zich behelpen met flinterdunne reepjes servetten. Op de kraamafdeling van een ziekenhuis waren er in plaats van rollen toiletpapier enkel oude kranten ter beschikking. Abonnees van tijdschriften kregen dan weer te horen dat hun abonnement niet verlengd kon worden.

Volgens de onderminister van de papierindustrie was het papiertekort te wijten aan een slecht bosbeheer, ondoelmatig spoorwegvervoer (waardoor papierfabrieken te weinig grondstoffen geleverd kregen), ondoelmatige productieprocessen, schade aan grote rollen papier door zorgeloosheid van het spoorwegpersoneel en door de opslag ervan in open lucht. Een papierfabriek uit de Sovjet-Unie zou uit 1000m³ hout 25 ton papieren producten halen, terwijl dat in andere landen 80 tot 150 ton was. De primaire oorzaak van deze papierschaarste is de verkeerde inschatting van de papierbehoefte door de staat (“Sovjet-Unie komt veel papier tekort”, 1980).

Ook in China is er een centraal geleide economie (=planeconomie) geweest. In 1953 werd er door de communistische staat onder leiding van Mao voor het eerst een vijfjarenplan opgesteld waarin de productiecijfers voor de komende vijf jaar bepaald werden. Momenteel zijn er in de Chinese economie nog enkele elementen van een planeconomie aanwezig. Er wordt gesproken van een gemengde economie waarbij bepaalde elementen van de economie aan de markt worden overgelaten en andere elementen in handen zijn van de staat (Plasschaert, 2001).

Theoretische duiding[bewerken]

De autoritaire planning die Michel Bauwens vermeldt in zijn boek “De wereld redden” maakt deel uit van de planeconomie (ook wel top-down economie, centraal geleide economie of gecentraliseerde economie genoemd) die heerste in de Sovjet-Unie van 1929 tot 1991. Een planeconomie komt voor in communistische staten waarin de staat een totalitaire controle heeft over de economie en de maatschappij. Een planeconomie wordt ook wel een top-down economie genoemd. De staat maakt beslissingen over de economie bovenaan de hiërarchische driehoek. Aan de onderkant van deze driehoek staat de consument die helemaal geen inspraak heeft in de plannen die de staat maakt (Plasschaert, 2001). In een vrijemarkteconomie wordt er binnen individuele bedrijven ook gepland, maar het grote verschil met autoritaire planning zit in het feit dat de planning niet door de overheid wordt opgesteld.

Binnen een volledige planeconomie zijn alle productiefactoren (land, arbeid en kapitaal) dus in handen van de staat. In een volledig vrije markt zijn deze in private handen. Er is dus geen sprake van een vrije markt binnen een planeconomie en particulier ondernemerschap is niet mogelijk. De overheid heeft de macht over de productie van goederen en kan hierdoor besluiten dat bepaalde producten in kleinere of grotere hoeveelheden geproduceerd moeten worden. Er worden dus van tevoren productiecijfers vastgelegd. Naast het feit dat de staat de productiecijfers bepaalt, beslist de staat ook over wie, waar en hoe er geproduceerd moet worden. Dit alles wordt door de staat grondig uitgewerkt in vijfjarenplannen. Deze plannen worden nog eens opgesplitst in jaarplannen. Hierin staan alle activiteiten van de economie beschreven. De planners streven uiteraard een balans na tussen vraag en aanbod. Wanneer dit goed lukt, is er geen sprake van verspilling aangezien er slechts geproduceerd wordt in de mate van het nodige (Plasschaert, 2001).

Om een economie op deze manier draaiende te houden, moet alles dus heel erg precies van tevoren berekend worden. Elk detail van het productieproces (zoals hoeveelheid grondstoffen, arbeidskrachten, lonen,…) moet op voorhand berekend worden. Het werk dat uitgevoerd wordt, moet overeenstemmen met de planning, anders ontstaat er wanorde in de economie (de Kort, 2001). In de planning staat vermeld welke hoeveelheid (= input) van welk materiaal nodig is om één item te produceren van een bepaald product. Het probleem dat zich hierbij stelt is de quasi onmogelijkheid om dit voor elk product te doen. Vooral wanneer er verschillende soorten van één product worden geproduceerd. Wanneer er bijvoorbeeld 20 verschillende soorten schoenen worden geproduceerd, in telkens 10 verschillende maten en 5 verschillende kleuren en dat in een land met een omvangrijke bevolking, wordt dit een lastig en omvangrijk werk waarbij er enorm veel informatie nodig is (Plasschaert, 2001). Dit wordt het economische calculatieprobleem genoemd en is een van de belangrijkste knelpunten van een autoritaire planning. Wanneer de toekomstige nood aan een bepaald product dus verkeerd wordt gepland, is er kans op schaarste van dit product, wat een rechtstreekse impact op de bevolking heeft. Anderzijds kan een verkeerde planning ook overschotten als gevolg hebben.

Een ander nadeel van autoritaire planning is dat de kwaliteit van de producten ondergeschikt is aan de streefcijfers die vooropgesteld zijn. De productie moet gebeuren volgens de planning en er moeten dus bepaalde streefcijfers behaald worden (Loucks, 1966).

Externe links[bewerken]

Voor meer informatie over planeconomie zie: http://www.economywatch.com/economy-articles/command-economy.html

Voor meer informatie over stigmergische planning zie: http://p2pfoundation.net/Stigmergy

Voor meer informatie over stigmergische planning zie: http://cleamc11.vub.ac.be/papers/OpenSourceStigmergy.pdf

Voor meer informatie over democratische/participatieve planning zie: http://roarmag.org/2014/07/michael-albert-parecon-interview/

Voor meer informatie over parecon zie: http://p2pfoundation.net/Parecon

Voor meer informatie over de Chinese economie zie: https://hiva.kuleuven.be/resources/pdf/anderepublicaties/ART_LZhao_CGijselinckx_Gids_201106.pdf

Referenties[bewerken]

Bauwens, M. & Lievens. J. (2013). De wereld redden: Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerp, Belgium: Houtekiet.

Beunder, A. (2013). Een alternatief voor markt en staat: De economische beginselen van parecon. Retrieved from https://economielinks.wordpress.com/2013/09/14/een-alternatief-voor-markt-en-staat-de-economische-beginselen-van-parecon/

de Kort, J. (2013, September). Plan de campagne: de centraal geleide economie van de Sovjet-Unie. Leidschrift, 16(3). Retrieved from http://www.leidschrift.nl/en/archief/file/373-03_kort

EconomyWatch. (2010). Command economy, planned economy. Retrieved from http://www.economywatch.com/economy-articles/command-economy.html

Gijselinckx, C.,& Zhao,L. (2011). De sociale economie in China: Van verleden naar toekomst. Retrieved from https://hiva.kuleuven.be /resources/pdf/anderepublicaties/ART_LZhao_CGijselinckx_Gids_201106.pdf

Heylighen, F. (2007). Essay: Why is Open Access Development so Successful? Stigmergic organization and the economics of information, Open Source Jahrbuch 2007, Lehmanns Media.

Leverink, J. (2014). Parecon: Envisioning a life beyond capitalism. Retrieved from http://roarmag.org/2014/07/michael-albert-pareco interview/

Loucks, W. (1966). Comparative economic systems. New York, NY: Harper & Row.

Parecon. (2013). Retrieved December 13, 2014, from http://p2pfoundation.net/Parecon

Plasschaert, S. (2001). Wie is bang van China?. Leuven, Belgium: Davidsfonds.

Sovjet-Unie komt veel papier tekort: Weinig servetten, kranten en toiletpapier. (1980, June 7). Reformatorisch Dagblad. Retrieved from www.digibron.nl

Stigmergy. (2012). Retrieved December 13, 2014, from http://p2pfoundation.net/Stigmergy

Wagener, H. (1980). Economische systemen: Theorieën, instituties en doelstellingen. Alphen aan den Rijn, Germany: Samsom uitgeverij.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.