Onderwijs in relatie tot P2P/Authority ranking
De letterlijke vertaling van Authority ranking is ‘autoriteit positionering’. Authority/ autoriteit betekent gezag, een overheidspersoon, of iemand met gezag op een bepaald terrein (Van Dale Uitgevers, 2014). Ranking/ positioneren staat voor classificeren, iets of iemand een bepaalde plaats geven op een lijst (Van Dale Uitgevers, 2014). Authority ranking betekent letterlijk het positioneren of een plaats geven, van iets of iemand op basis van gezag. Authority ranking betekent vrij vertaald hiërarchie.
Conceptnaam en P2P
[bewerken]Bauwens verwijst in zijn boek 'De wereld redden' regelmatig naar Alan Page Fiske. Fiske is een antropoloog die de theorie van de ‘relationele modellen’ beschrijft in 'The Structure of Social Life'. Fiske onderscheidt vier relationele modellen die fundamenteel zijn om de sociale verhoudingen, onafhankelijk van tijd en cultuur, te kunnen organiseren. Die modellen zijn: community sharing, equality matching, market pricing en authority ranking (Bauwens, 2013). De eerste drie relationele modellen van Fiske worden later verder uitgelegd.
Bij het model 'authority ranking' worden er asymmetrische posities ingenomen in een lineaire hiërarchie. Hierbij laten ondergeschikten hun hiërarchische oversten voorgaan, respecteren en gehoorzamen hen. Leidinggevenden genieten voorrang en nemen verantwoordelijkheden ten aanzien van hun ondergeschikten (Bauwens, 2013). Bauwens geeft hierbij een aantal voorbeelden die verder in deze tekst behandeld worden. 'Authority ranking' is volgens Bauwens een typisch kenmerk van een feodale maatschappij. Dat neemt echter niet weg dat ook we ook in onze maatschappij vandaag feodale relatievormen kunnen onderkennen. Zo is er in de markt bijvoorbeeld wel vrije concurrentie tussen bedrijven maar binnen de bedrijven heerst er een feodaal hiërarchisch commando- en controlesysteem (Bauwens, 2013). Arbeiders beschikken gewoonlijk niet over hun eigen productiemiddelen en ze zijn verplicht om hun arbeidstijd te verhuren aan een bedrijf dat daardoor automatisch macht over hen krijgt. Bauwens ziet p2p productie niet als een feodaal hiërarchisch controlesysteem maar als een democratisch systeem. Peer-productie wordt door Bauwens dan ook beschouwd als een doorbraak van de democratie in de productie. In dit model kan iedereen zijn taken en de tijd en energie die hij eraan wil besteden vrij kiezen. “Peer-productie is het resultaat van vrije, individuele keuzes en spontane onderlinge coördinatie” (Bauwens, 2013, p.127).
Bij peer-productie speelt meritocratie ook een belangrijke rol. De definitie van meritocratie luidt als volgt: "Meritocratie is een maatschappijmodel waarin de sociaal-economische positie van elk individu gebaseerd is op zijn of haar verdiensten/merites. In mensentaal: wie werkt, onderneemt of investeert gaat er sociaal-economisch op vooruit” (Verhoye, 2014). Mensen nemen dus uit zichzelf verantwoordelijkheden op, op basis van hun passie, motivatie en vakkennis. Maar dit betekent niet dat meritocratie de hiërarchie wegwerkt. Ondanks het feit dat dit een zeer democratische vorm is, kan er toch elitevorming ontstaan. Dit komt doordat de verwachtingen en eisen bij bepaalde taken zeer energieverslindend en procesintensief zijn. Hierdoor kan de motivatie afnemen bij veel mensen en uiteindelijk blijft er maar een kleine groep over die in de realiteit alle macht naar zich heeft toegetrokken (Bauwens, 2013).
Wordt er een kader gecreëerd waarbinnen mensen samen aan een project werken, waarbij niemand macht kan uitoefenen op de bijdragers en waardoor iedereen verplicht is om onderling te onderhandelen over die macht, dan spreekt Bauwens over peer-governance. Een belangrijk aspect bij P2P is de openheid. De openheid van de mensen, de gemeenschap om zelf het heft in handen te nemen en gezamenlijk tot methoden en oplossingen te komen van bepaalde problemen. “Binnen de gemeenschap zijn er allerlei mechanismen werkzaam om conflicten op te lossen en om tot een consensus te komen” (Bauwens, 2013, p.127).
Bauwens is niet zozeer tegen een hiërarchie in het algemeen. Hij geeft vooral kritiek op een hiërarchie op basis van macht en gezag waarbij commando en controle centraal staat. De machthebber kan straffen en belonen indien hij dit nodig acht. Bauwens opteert eerder voor een niet-afhankelijke hiërarchie zoals in een meritocratische hiërarchie, invloedshiërarchie, reputatiehiërarchie, etc. Hier heerst er een hiërarchie die eerder gebaseerd is op competenties. Hierdoor kan er iemand meer macht/aanzien/invloed hebben dan anderen, maar de mensen zijn niet afhankelijk van het commando en de controle van diegene die deze macht heeft.
Peer-productie werpt nog tal van vragen op die verband houden met de machtsverdeling en creëert een nieuwe vorm van (klasse?)strijd tussen de peerproducerende gemeenschappen en commoners (gebruikers van gemeenschappelijke bronnen) enerzijds, en tussen kleine en grote ondernemingen anderzijds (van zelfstandigen tot multinationals). Zelfs in de beste gevallen zijn er veel “interne” strubbelingen binnen de nieuwe soorten meritocratische hiërarchieën die ontstaan binnen de peergemeenschappen zelf. Er is een brede waaier van oplossingen voor handen, maar democratie en pluriarchie zijn nooit verzekerd en bijgevolg voortdurend onderhevig aan sociale verandering (Bauwens, 2006).
Voorbeeld
[bewerken]Er zijn enkele voorbeelden van zulke lineaire hiërarchieën die Bauwens in zijn boek aanhaalt. De militaire hiërarchie kent een 'authority ranking' bij het nemen van beslissingen en de controle over de andere personen. Bij het aanbidden van de voorouders spreekt men over een 'authority ranking' in termen van offers die gebracht worden voor de ouders en verwachtingen die men koestert op het vlak van bescherming en het afdwingen van normen. Dan zijn er ook de monotheïstische religieuze zeden waarbij er een 'authority ranking' is voor de definitie van goed en kwaad door middel van geboden of door Gods wil. Sociale statussystemen met een klasse of ethische rangorde hebben een 'authoritiy ranking' met betrekking tot maatschappelijke waardering voor identiteiten. Tenslotte spreekt Bauwens over de sportrangschikking waarbij de 'authority ranking' betrekking heeft op prestige. Verhoudingen zoals 'authority ranking' zijn gebaseerd op percepties van legitieme asymmetrie, niet van opgelegde macht. Ze zijn van nature niet uitbuitend, ook al kan er macht mee gemoeid zijn en veroorzaken ze mogelijk schade. Het is vooral de manier waarop die macht gebruikt wordt die uitbuitend kan zijn (Bauwens, 2013). Bijvoorbeeld: De relatie tussen een directeur en de werknemers van een bedrijf zit in een hiërarchische structuur. De directeur heeft de macht over de werknemers in die zin dat hij kan bepalen wat er moet gebeuren en wat niet ten gunste van het bedrijf. Deze macht wordt pas uitbuitend als de directeur verplichtingen oplegt die niet rechtvaardig zijn.
In de hiërarchische organisatie van het leger is deze lineaire structuur heel duidelijk. “De militaire hiërarchie steunt op de graad en op de anciënniteit in de graad. Een militair is de meerdere van een andere militair wanneer hij met een hogere graad dan die andere bekleed is of wanneer hij in dezelfde graad meer anciënniteit dan die andere heeft” (Belgische wetgeving, 1991). De hoogste personen in rang hebben het beslissingsrecht over de meeste/belangrijkste zaken en ze zijn bevoegd en verantwoordelijk voor de rangen onder hen.
Maar niet alle voorbeelden van 'authority ranking' die Bauwens aanhaalt zijn gericht op commando en controle. Hij spreekt bijvoorbeeld over een hiërarchische rangschikking in de sport. Hierbij hebben de sporters die hoger op de ranglijst staan meer aanzien dan degenen die lager in de rang staan op basis van hun prestige. Een sporter zal meestal meer belang hechten aan de mening van sporters die boven hem staan omdat die meer ervaring of competenties hebben. Het is dus niet gericht op commando of controle, maar eerder op aanzien en invloed.
Theoretische duiding
[bewerken]Er wordt voornamelijk de term hiërarchie gebruikt om over authority ranking te spreken. Een hiërarchie ontstaat door een lineaire positionering te maken van gezagspersonen. Het begrip hiërarchie kan je in verschillende contexten terugvinden en er zijn verschillende soorten van rangorde. Zo is er een rangorde van waardigheidsbekleders, namelijk: geestelijke hiërarchie, bisschoppelijke hiërarchie, militaire hiërarchie, ambtelijke/bestuurlijke hiërarchie, etc. Daarnaast bestaan er ook rangorden in andere toepassingen. Bijvoorbeeld de sociaal/maatschappelijke hiërarchie of de culturele/wetenschappelijke hiërarchie (Van Dale Uitgevers, 2014).
Authority ranking is een van de vier relationele modellen die Fiske aanhaalt in zijn boek 'The structure of social life'. Een relationeel model organiseert een sociale verhouding die onafhankelijk is van tijd en cultuur. Naast authority ranking, spreekt hij over community sharing, equality matching en market pricing. Community sharing toont een relatie waarin er geen onderscheid wordt gemaakt op sociaal vlak, mensen en groepen behandelen elkaar evenwaardig. Een voorbeeld van community sharing is de mensen die gebruik maken van commons. Commons zijn bronnen die volgens P2P voor iedereen toegankelijk (moeten) zijn, zoals lucht, water, licht, etc. Hierbij is er dan sprake van community sharing ten opzichte van het gebruik van de betrokken hulpbron. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wie deze bron wel of niet mag gebruiken. Equality matching betekent dat mensen het saldo of het verschil onder de deelnemers volgen om te weten wat er nodig is om het evenwicht te herstellen. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van beurtrollen: De ene keer voert persoon A een bepaalde taak uit, de andere keer voert persoon B die taak uit, etc. Dit zorgt voor flexibiliteit bij het opmaken van een planning. Market pricing houdt in dat de relaties gericht zijn op maatschappelijk betekenisvolle verhoudingen of tarieven zoals prijzen, lonen, intresten, etc. Een voorbeeld hiervan is een eigendom die kan worden gekocht, verkocht of gebruikt als investeringskapitaal. Geld is hierbij niet zozeer noodzakelijk, er kan ook in natura worden betaald. Het hoeft ook niet altijd individualistisch te zijn. Market pricing kan ook gericht zijn op relaties binnen verschillende ondernemingen, families, etc. Elke maatschappij heeft kenmerken van alle vier modellen, maar er is altijd wel één wijze die overheerst (Bauwens, 2013).
Een hiërarchische organisatiestructuur heeft voor- en nadelen. Wat voor de ene organisatie een voordeel is, kan voor de andere een nadeel zijn of omgekeerd, afhankelijk van de noden en doelen van de organisatie. Het gezag is een belangrijk aspect in het hiërarchisch model. Iedereen in de organisatie weet wie het meeste gezag heeft en wat dit met zich meebrengt. Er is geen verwarring over wie welke verantwoordelijkheden heeft. Dit kan een heel nuttig aspect zijn in tijden waarbij er snel een beslissing moet gemaakt worden. Als het gezag echter bestuurd wordt door één persoon aan de top, staat deze persoon verder af van wat er zich in de praktijk afspeelt. Daardoor is het soms moeilijk om op voorhand beslissingen te nemen over bepaalde zaken en is het beter voor de organisatie dat er beroep wordt gedaan op de mensen die het dichtst bij de situatie staan. De hiërarchische structuur zorgt voor vrij duidelijke lijnen in communicatie. Er kan een direct contact zijn tussen werknemers en de hoofdverantwoordelijke of er kan een tussenpersoon worden ingeschakeld voor de communicatie, namelijk de manager. Doordat het duidelijk is voor de mensen wie ze moeten contacteren of aanspreken, kan dit voor een goede coördinatie zorgen tussen de leden van de organisatie. Dit is ook een nadeel, aangezien een hiërarchische structuur alles vertraagt. Het contact moet van de onderste in rang naar de bovenste in rang lopen (eventueel via tussenpersonen) en dan weer naar de onderste personen in rang gebracht worden. Door de mensen te ordenen op basis van hun taken en competenties, kan er efficiënter gewerkt worden aan het doel dat ze willen bereiken als organisatie. Maar als de leden geordend worden op basis van hun taken, kan dit er voor zorgen dat ze zich gaan isoleren en alleen aandacht besteden aan hun eigen inbreng (Johnson, n.d.).
Externe links
[bewerken]Voor een interview met Michel Bauwens over peer to peer: http://www.mo.be/michel-bauwens
Voor meer informatie over peer-governance: The triune peer governance of the digital commons. Dit is een artikel dat verscheen in The wealth of the commons, a world beyond market & state. http://www.wealthofthecommons.org/essay/triune-peer-governance-digital-commons
Voor meer informatie over B2B (business to business) en P2P (peer to peer): http://www.jeanlievens.be/van_B2B_naar_P2P/Home.html
Voor informatie over hoe een hierarchische structuur past in een samenwerking binnen en tussen organisaties: http://books.google.be/books?id=7Lz_ktSbE44C&pg=PA106&dq=hierarchie&hl=nl&sa=X&ei=GgZuVPmMI9P7sASXxoKQDg&ved=0CE0Q6AEwCA#v=onepage&q=hierarchie&f=false
Voor de verschillende relationele modellen van Alan Page Fiske (Hiervan is geen online versie beschikbaar, enkel een abstract): http://psycnet.apa.org/psycinfo/1991-97016-000
Referenties
[bewerken]Bauwens, M. (2013). De wereld redden. Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerpen, België: Houtekiet.
Bollier, D. & Helfrich, S. (2012). De drie enige Peer Governance van de digitale commons. Levellers Press.
De militaire hiërarchie. Belgische wetgeving 1975. Retrieved from: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1975011432&table_name=wet
Fiske, A.P. (1991). The structures of social life. New York, US: Free Press.
Johnson, S. (n.d.) What are the advantages and disadvantages of hierarchical structure. Retrieved from: http://smallbusiness.chron.com/advantages-disadvantages-hierarchical-structure-66002.html
Militaire rangen. Retrieved from: http://www.vrt.be/taal/militaire-rangen
Vanhoye, P. (2014). Meritocratie: onzichtbaar maar toch alomtegenwoorden in de kieskampagne. Retrieved from: http://www.knack.be/nieuws/belgie/meritocratie-onzichtbaar-maar-toch-alomtegenwoordig-in-de-kiescampagne/article-opinion-146275.html