Naar inhoud springen

Wat is occultisme?

Uit Wikibooks
(Doorverwezen vanaf Occultisme)
Magie

Occultisme (van het Latijnse occultus 'verborgen', 'bedekt', 'geheim') is een vage verzamelnaam voor een grote verscheidenheid aan verschijnselen, praktijken en ideologische systemen, waarbij occultisme synoniem kan zijn met esoterisch, paranormaal, mystiek of bovennatuurlijk. In engere zin, die voornamelijk in de wetenschap wordt gebruikt, verwijst de term naar bepaalde esoterische stromingen van de late 19e en vroege 20e eeuw. In het huidige spraakgebruik hebben de termen occult en occultisme vaak een denigrerende connotatie.

Begripsomschrijving

[bewerken]
De mysterieuze alchemistische symbolen op het graf van Nicholas Flamel

Een probleem stelt zich dus als we het begrip "occult" precies willen definiëren, vermits er tal van invullingen mogelijk zijn. Wat aan de basis ligt van ons begrip van de term, is historisch wel te traceren in de houding van de grote godsdiensten tegenover alle verklaringsmodellen van transcendentale fenomenen die zich buiten hun invloedssfeer ontwikkelden. Eenvoudig gesteld werden alle (geloofs)overtuigingen die buiten de gevestigde religies vielen, als occult bestempeld. Een brede definitie vinden we bij Nicholas Goodrick-Clarke die hierover zei:

"OCCULTISM has its basis in a religious way of thinking, the roots of which stretch back into antiquity and which may be described as the Western esoteric tradition. Its principal ingredients have been identified as Gnosticism, the Hermetic treatises on alchemy and magic, Neo-Platonism, and the Kabbalah, all originating in the eastern Mediterranean area during the first few centuries AD."
(Vertaling: OCCULTISME is gebaseerd op een religieuze denkwijze waarvan de wortels zich tot in de oudheid uitstrekken. Ze kunnen worden beschreven als de westerse esoterische traditie waarvan we de belangrijkste ingrediënten kunnen identificeren als gnosticisme, de hermetische geschriften over alchemie en magie, het neoplatonisme en de kabbala, allen stammend uit het gebied ten oosten van de Middellandse Zee in de eerste eeuwen van onze jaartelling.)

Vroegste gebruik van de benaming

[bewerken]

Het adjectief occult werd al in de middeleeuwen gebruikt. In de context van de aristotelische natuurfilosofie werd onderscheid gemaakt tussen waarneembare eigenschappen van zaken als kleur of smaak en niet waarneembare occulte eigenschappen zoals magnetisme, de invloed van de sterren (in de zin van astrologie) en de genezende krachten van verschillende stoffen, die alleen indirect kunnen worden ervaren door hun effecten.

De term occulte filosofie is gedocumenteerd sinds het begin van de 16e eeuw. Hij lijkt terug te gaan op Heinrich Cornelius Agrippa von Nettesheim, die het in 1510 gebruikte in een eerste, handgeschreven versie van zijn werk De occulta philosophia. In dit boek, dat voor het eerst werd verspreid in de vorm van kopieën en pas in 1531 in gedrukte vorm verscheen, combineerde Agrippa elementen van het hermetisme, neoplatonisme en de christelijke kabbala. Occulte filosofie of philosophia occulta werd gevestigd als een term voor dergelijke religieus-filosofische leringen, vooral voor die van de late 15e tot 17e eeuw. Occulte filosofen zoals Agrippa en Giovanni Pico della Mirandola probeerden filosofieën te ontwikkelen die hermetische, Hebreeuwse en klassieke kennis assimileerden en die te verenigen met de christelijke theologie. Eveneens in de 16e eeuw kwam de term occulte wetenschappen op, die vooral betrekking had op astrologie, alchemie en magie.

Occultisme of esoterie?

[bewerken]

Vaak worden beide termen als synoniem van elkaar beschouwd. In de religiewetenschappen maken onderzoekers als Faivre en Hanegraaff liever gebruik van de benaming 'westerse esoterie' omdat 'occultisme' een eerder negatieve lading heeft. De termen occult en occultisme brengen zij specifiek in verband met de opleving van het 19e-eeuwse occultisme in Frankrijk en Groot-Brittannië. Echt consensus over de benaming van dit nog jonge onderzoeksveld ('Western esotericism') is er echter niet.

Een onderscheid dat ook wordt gemaakt (Tiryakian, 1972) is het volgende:

'occult'

onder 'occult' worden praktijken, technieken of procedures begrepen die 1) gebruikmaken van verborgen krachten, en 2) die als hun gewenste of beoogde gevolgen empirische resultaten hebben;

'esoterisch'

verwijst naar de religieus-filosofische geloofssystemen die ten grondslag liggen aan deze occulte technieken en praktijken.

Occultisme is hier met andere woorden de praktische dimensie van esoterie.

Inhoud

[bewerken]

Aspecten van het occultisme die teruggevonden worden in alle menselijke samenlevingen zijn: voorspelling, magie, hekserij en alchemie.

De westerse traditie van het occultisme is voor haar adepten een "geheime filosofie" die aan de basis ligt van alle occulte praktijken. Deze filosofie is oorspronkelijk afgeleid uit de hellenistische magie en alchemie aan de ene kant, en het joods mysticisme aan de andere kant. De belangrijkste hellenistische bron is het Corpus Hermeticum, een verzameling teksten toegeschreven aan Hermes Trismegistus. Daarin worden astrologie en andere occulte wetenschappen behandeld, alsook spirituele vernieuwing.

Het joodse element wordt geleverd door de kabbala, de leer van een geheime, mystieke interpretatie van de Torah, waarmee Europese geleerden sedert de middeleeuwen vertrouwd waren. Tijdens de renaissance werd deze joodse mystieke literatuur verbonden met andere hermetische teksten. De daaruit resulterende hermetisch-kabbalistische traditie, gekend als hermetisme, verenigde de theorie met magische praktijken. Dit werd dan gezien als 'goede magie' in tegenstelling tot de 'slechte magie' uit de hekserij.

Alchemie werd ook in het geheel van het hermetisme opgenomen. Vooral de beweging van de Rozenkruisers, een 17e-eeuws genootschap dat gebruikmaakte van alchemistische symboliek, versterkte deze band.

Tijdens de 18e eeuw werd de traditie opgenomen in de filosofie van esoterisch gestemde Vrijmetselaars, die een occult element aan hun leer wilden toevoegen dat er oorspronkelijk niet in zat. Deze beweging werd voortgezet door enthousiaste studenten van het hermetisme doorheen Europa. Vooral in de 19e eeuw ontstonden veel groeperingen toen het religieuze scepticisme tegenover de gevestigde godsdiensten toenam en velen hun heil begonnen te zoeken in alternatieve stelsels, waaronder het occultisme. Daarbij kreeg niet in de eerste plaats het traditionele hermetisme hun aandacht, maar eerder praktijken en leringen zoals als het spiritisme en de theosofie. Dit laatste was eigenlijk een vermenging van westers occultisme en oosterse mystiek en in die vorm werd de traditie van het occultisme lange tijd voortgezet.

Ondanks de 19e-eeuwse heropleving werd het occult ideeëngoed nooit echt geaccepteerd in academische kringen. Wel had het soms een duidelijke invloed op het werk van kunstenaars zoals William Butler Yeats en de schilder Wassily Kandinsky. Occultisme lijkt voorbeschikt te zijn om uitsluitend een rol te kunnen spelen binnen de volkscultuur. Zo zijn esoterie en occultisme ook te vinden in de nieuwe syncretische new age-beweging van 20e en 21e eeuw.

19e-eeuws occultisme

[bewerken]
Helena Blavatsky

De twee belangrijkste stimuli tot vernieuwing van het 19e-eeuws westers esoterisme kwamen aanvankelijk uit het 18e-eeuwse werk van de Zweedse wetenschapper en mysticus Emanuel Swedenborg en de Duitse arts Franz Anton Mesmer. Swedenborgs ideeën inspireerden in de 19e en 20e eeuw schrijvers over spiritualisme, metafysica en occultisme. Mesmer was de uitvinder van de theorie en de praktijk van het "dierlijk magnetisme" dat later bekend werd onder de naam mesmerisme. Vanuit het mesmerisme ontstond het spiritualisme dat in Europa en de VS omstreeks 1850 enorm populair werd als tijdverdrijf, met bewust opgewekte somnambulistische trances en seances met geesten (poltergeisten).

Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw zouden veel esoterische tradities uit de middeleeuwen en de renaissance herontdekt en aangepast worden door individuen en groepen die 'een derde weg' zochten tussen het christendom en het positivisme van de moderne wetenschap. Eliphas Lévi was de voortrekker van het Franse occultisme. Met zijn boeken over magie en kabbala lag hij mee aan de basis van een heropleving van het occultisme. Daarin speelde ook Papus (Gérard Encausse) een grote rol. Bij de Engelstalige esoterici legde Helena Blavatsky met Isis Unveiled (1877) en The Secret Doctrine (1888) het fundament voor een nieuwe "occulte wetenschap". De Theosophical Society die zij in 1875 in New York oprichtte, speelde een belangrijke rol in het verspreiden van het esoterisch gedachtegoed. De moderne theosofie werd uitgedragen door twee van haar discipelen, Annie Besant en Charles Webster Leadbeater. Rudolf Steiner gaf met zijn Antroposophical Society een meer christelijke interpretatie van de theosofie. In Engeland ontwikkelde de orde van de Golden Dawn een heel magisch systeem rond de kabbala en de sefirot, wat andere groepen inspireerde om ook eigen geheime ordes in het leven te roepen.

"Occulte wetenschappen"

'Occult' en 'occultisme' waren tot vrij recent gangbare termen waarmee in het wetenschappelijk discours werd verwezen naar esoterische onderwerpen. De benamingen occulte wetenschappen en geheime wetenschappen worden nu vooral geassocieerd met de 19e-eeuwse revival van esoterie.

Reeds in 1829 verscheen er een boek van de dichter Eusèbe de Salverte met de titel "Des sciences occultes ou Essai sur la Magie, les prodiges et les miracles". Het begrip 'occulte wetenschap' is nadien gemunt door Rudolf Steiner in zijn werk 'Geheimwissenschaft im Umriss' (Occulte wetenschap, een overzicht) uit 1909. Hierin schrijft hij een vervolg op een werk over theosofie en vereenzelvigt het begrip occulte wetenschap met antroposofie en theosofie. Een alternatieve benaming voor 'occulte wetenschap' is 'geheime wetenschap' (zie Blavatsky), waarmee een wetenschap bedoeld wordt waarvan de inhoud slechts door ingewijden bekend is. De benaming 'wetenschap' wekt in verband met die oude systemen van kennisverwerving en zingeving vaak wrevel op bij sommige moderne wetenschappers, omdat ze ervan uitgaan dat de term moet beantwoorden aan het moderne begrip over wetenschap, dat alleen die disciplines toelaat die de wetenschappelijke methode volgen.

Godsdienst en het occulte

[bewerken]

Vanuit het perspectief van sommige godsdiensten heeft het occulte betrekking op onverklaarbare, bovennatuurlijke fenomenen die niet door God zijn bewerkstelligd, waardoor ze niet anders dan het werk van een kwade macht kunnen zijn. Daardoor wekt occultisme vaak negatieve connotaties op bij gelovige mensen. In een gelovige context wordt het woord "occult" zelden gebruikt en wordt de voorkeur gegeven aan "esoterisch". Nochtans zijn heel wat gebruiken, die als occult kunnen worden beschouwd, te vinden bij de grote religies.

In het judaïsme bijvoorbeeld, wordt de bijzondere spirituele studie van de kabbala (door rabbijnen en hun studenten) getolereerd en in sommige vormen van islam is het toegestaan om geesten te bevelen uit naam van Allah. Ook voorspellingen, zegeningen, en beroep doen op engelen vinden we terug in vormen van esoterisch christendom. Deze beriepen zich ook op evangeliën, door er bijvoorbeeld op te wijzen dat de oude verboden op voorspellingen sinds de geboorte van Christus waren opgeheven; de wijzen uit het oosten vonden Bethlehem immers met behulp van astrologie. De Rozenkruisers, een van de meest gevierde mystieke groeperingen uit het christendom, lag aan de basis van de meeste christelijk georiënteerde occulte bewegingen die vanaf de 17e eeuw ontstonden.

In de loop van zijn geschiedenis heeft het christendom de heidense religies en gebruiken die het voorafgingen bestreden of in het beste geval geïntegreerd. Toch werd bijvoorbeeld tijdens de middeleeuwen beoefening van astrologie getolereerd binnen het christendom en was de legende van de Heilige Graal bekend. Met de periode van de heksenvervolgingen in het Europa van de 16e eeuw - tijdens de contrareformatie - en later werd echter alles wat buiten de marges viel zoals vastgelegd door het Concilie van Trente (1545-1563) en latere concilies als occultisme veroordeeld.

Wetenschap en occultisme

[bewerken]

Voor de occultist wordt het occulte gezien als de studie van de innerlijke aard van dingen, in tegenstelling tot de uiterlijke kwaliteiten die door de wetenschap worden bestudeerd. De Duitse filosoof Arthur Schopenhauer duidt deze "innerlijke natuur" aan met de term Wil, wat suggereert dat wetenschap niet verder kan gaan dan de relatie tussen het ene ding en het andere om de "innerlijke natuur" van de dingen zelf te verklaren. Door een ding uitsluitend te definiëren op basis van zijn externe relaties of effecten, zullen we echter alleen zijn externe of expliciete aard vinden. Het occultisme daarentegen houdt zich bezig met de aard van het 'ding an sich'. Dit wordt vaak bereikt door direct perceptueel bewustzijn, bekend als mystiek. Vanuit een wetenschappelijk perspectief wordt occultisme als onwetenschappelijk beschouwd, omdat het geen wetenschappelijke methoden (observatie en experimenten) gebruikt om de waarheid te vinden.[1]

De leerstellingen, claims en praktijken van occultisten zijn immers niet rationeel en wetenschappelijk te funderen, ook al hebben systemen als de astrologie wel hun eigen regels en wetmatigheid. Volgens het hedendaagse wetenschappelijke paradigma is er echter geen plaats voor verklaringsmodellen die beroep doen op bovennatuurlijke verbanden of metafysische oorzaken. De wetenschap tracht dan ook steeds meer plausibele verklaringen aan te brengen voor fenomenen die als buitenzintuiglijk of bovennatuurlijk worden voorgesteld. Wanneer geen wetenschappelijke verklaring gevonden kan worden, verklaart men deze als illusies, drogredeneringen, en autosuggestie. Soms blijkt uit onderzoek inderdaad ook duidelijk dat het om bewust bedrog ging.

Academische studie

[bewerken]

Vanaf de Verlichting en de opgang van de moderne wetenschappen werd de studie van esoterische wetenschappen beschouwd als iets dat niet op universiteiten thuishoorde. De laatste decennia is er echter sprake van een sterke herwaardering van dit studiegebied van de cultuurgeschiedenis. In academisch gebruik verwijst occultisme nu vaak naar één moderne westerse esoterische stroming, die bloeide van de tweede helft van de negentiende tot de eerste helft van de twintigste eeuw.

In 1999 werd aan de Universiteit van Amsterdam een leerstoel "Geschiedenis van de Hermetische filosofie" ingericht, de enige ter wereld met een compleet onderwijsprogramma voor dit complexe en sterk multidisciplinair studiegebied. In het tot het BA/masters diploma leidende programma worden onder meer cursussen aangeboden over gnostiek, het hermetisme, magie, astrologie, alchemie, prisca theologia, kabbala, rozenkruisers, christelijke theosofie, vrijmetselarij, illuminisme, occultisme en new age. Recente toonaangevende publicaties van cultuurwetenschappers en historici zijn die van Nicholas Goodrick-Clarke (Western Esoteric Traditions, 2008); Antoine Faivre (Western Esotericism, 2012), en Wouter Hanegraaff (Western Esotericism, 2013).

Kunst en occultisme

[bewerken]

Occulte overtuigingen en praktijken hebben een grote invloed gehad op de hedendaagse (moderne) kunst. Schrijvers als Rainer Maria Rilke, Gustav Meyrink en Thomas Mann namen occulte ideeën en ervaringen op in hun werk.

In films als Das Cabinet des Dr. Caligari (1919) en Der Golem, wie er in die Welt kam (1920) bevatten occulte motieven. Twee overtuigde occultisten, Friedrich Wilhelm Murnau en Albin Grau, speelden een sleutelrol in de productie van de vampierfilmklassieker Nosferatu - Eine Symphonie des Grauen (1922).

Schilders beïnvloed door het occulte waren Wassily Kandinsky, Max Ernst, Piet Mondriaan, Paul Klee, Hans Arp en anderen. Kandinsky's baanbrekende werk On the Spiritual in Art (1911) werd voorafgegaan door een intensief onderzoek van de occulte werken van Zöllner, du Prels en Aksakow, evenals artikelen in het theosofische tijdschrift Sphinx. Sommige auteurs beschrijven het occulte en de nieuwe esthetiek van de moderniteit als twee facetten van hetzelfde fenomeen: de opkomst van een nieuwe gevoeligheid gebaseerd op intuïtieve ervaring.

Zie ook

[bewerken]

Bronnen

Bron(nen):
Noten
  1. De magische mens: Wat is occultisme? (tekst overgenomen onder Creative Commons-licentie).
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.