Nieuwgrieks/Persoonlijke voornaamwoorden

Uit Wikibooks

Persoonlijke voornaamwoorden[bewerken]

De persoonlijke voornaamwoorden bestaan in beklemtoonde en onbeklemtoonde varianten.

Voor de eerste en tweede persoon bestaan er afzonderlijke vormen:

1ste pers. beklemtoond 1ste pers. onbeklemtoond 2de pers. beklemtoond 2de pers. onbeklemtoond
Nom. Enk. εγώ  — εσύ  —
Acc. Enk. εμένα με εσένα σε
Nom. Mv. εμείς  — εσείς  —
Acc. Mv. εμάς μας εσάς σας


  • De persoonlijke voornaamwoorden hebben geen genitief, die taak wordt door de bezittelijke voornaamwoorden overgenomen (zie verder).
  • De vocatief bestaat enkel in de tweede persoon en is gelijk aan de nominatief: εσύ, εσείς.
  • De nominatief wordt enkel gebruikt als we het onderwerp willen benadrukken, normaal volstaan immers de uitgangen van het werkwoord om het juiste persoonlijk voornaamwoord te kennen.
  • De accusatieven έμενα en έσενα verliezen de beginklinker na de voorzetsels από en για: από μένα, για σένα.


De beklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden van de derde persoon zijn identiek aan het aanwijzend voornaamwoord αυτός (zie de pagina over aanwijzende voornaamwoorden), de onbeklemtoonde vind je in volgende tabel:

mannelijk vrouwelijk onzijdig
Nom. Enk. τος τη το
Acc. Enk. τον τη(ν) το
Nom. Mv. τοι τες τα
Acc. Mv. τους τις   /   τες τα


De eind-ν van de vrouwelijke accusatief enkelvoud kan wegvallen volgens de regels die je op de pagina over fonologie vindt.

Bij de vrouwelijke accusatieven meervoud onderscheiden we twee vormen:

  • τις: indien het voornaamwoord voor het werkwoord staat (m.a.w. bij gewone werkwoorden):
τις κλείνω   "ik sluit ze"
  • τες: indien het voornaamwoord na het werkwoord staat (dus bij de gebiedende wijs) en na voorzetsels:
κλείσε τες   "sluit ze"
για τες   "voor hen"

In al deze gevallen verwijzen de voornaamwoorden naar een vrouwelijk meervoud, bijvoorbeeld: τις πόρτες, "de deuren".


De onbeklemtoonde nominatieven zijn erg zeldzaam, ze worden eigenlijk enkel gebruikt na het woordje νά "zie daar":

νά τος   "daar is hij/zie hem daar"


woordvolgorde[bewerken]

De accusatief van de persoonlijke voornaamwoorden staan normaal altijd voor het werkwoord:

το διαβάζω   "ik lees het"
τον βλέπω   "ik zie hem"

enkel in de gebiedende wijs en bij deelwoorden volgen ze na het werkwoord:

πάρε τους   "neem ze"
βλέποντας την   "haar ziende"


Als een Griekse zin met een lijdend voorwerp begint dan wordt dikwijls net voor het werkwoord het corresponderende onbeklemtoonde voornaamwoord herhaald:

τον γιατρό τον φώναξε ο άρρωστος   "de zieke riep de dokter"
τη Μαρία δεν την είδα ακόμα   "Maria heb ik nog niet gezien"
το πορτοφόλι το πήραν από την τσάντα   "de portefeuille namen ze uit de handtas"

Deze constructies vindt men vaak waar het Nederlands eerder een passieve zin zou gebruiken (de dokter werd door de zieke geroepen, Maria is door mij nog niet gezien, de portefeuille werd door hen uit de handtas genomen).


Opmerkingen:

  • Na het woordje καλώς "welkom" gebruiken we deze accusatiefvormen:
καλώς την!   "welkom" (tegen een vrouw)
  • Kijk ook eens op de pagina over fonologie omdat er voor het accent op een onbeklemtoond persoonlijk voornaamwoord enkele speciale regels bestaan.
  • Deze accusatiefvormen (en de bezittelijke voornaamwoorden) zijn de enige woordjes die toegelaten zijn tussen de partikels θα, να, ας en het werkwoord:
θα το διαβάσω   "ik zal het lezen"
en de ontkennende bijwoorden δε(ν) en μη(ν) en het werkwoord:
δεν το κατάλαβα   "ik begreep het niet"

versterkte persoonlijke voornaamwoorden[bewerken]

Door het gebruik van ο ίδιος, η ίδια, το ίδιο kunnen we de betekenis van een persoonlijk voornaamwoord versterken, in het Nederlands komt dit overeen met het achtervoegsel -zelf. Ze volgen onmiddellijk na de beklemtoonde vormen:

εγώ ο ίδιος   "ikzelf"

In de derde persoon komt het echter zelfstandig voor:

ήρθε η ίδια   "zijzelf kwam"


De vormen van ο ίδιος kunnen ook bij een gewoon zelfstandig naamwoord voorkomen om "zelf" uit te drukken:

o γιατρός ο ίδιος   "de dokter zelf"

of, indien het voor het zelfstandig naamwoord staat, "dezelfde" of "hetzelde":

το ίδιο πράγμα   "hetzelfde ding"

Samen met het bezittelijk voornaamwoord betekent het "eigen":

πλήρωσε με τα ίδια της χρήματα   "ze betaalde het met haar eigen geld"

Het wordt verbogen als een adjectief van groep 3.

Bezittelijke voornaamwoorden[bewerken]

Ook hier zijn er onbeklemtoonde en beklemtoonde:

onbeklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden[bewerken]

eerste persoon tweede persoon derde persoon mannelijk derde persoon vrouwelijk derde persoon onzijdig
Enkelvoud μου σου του της του
Meervoud μας σας τους τους τους


Een onbeklemtoond bezittelijk voornaamwoord komt altijd onmiddellijk na het woord waarop het slaat:

ο πατέρας μου "mijn vader"
η κορή του "zijn dochter"

In bijna alle gevallen heeft een zelfstandig naamwoord dat gevolgd wordt door een bezittelijk voornaamwoord een bepaald lidwoord.


Opmerkingen:

  • In het Grieks hebben bezittelijke voornaamwoorden het geslacht van de bezitter (dus net als in het Nederlands, maar niet zoals bvb. in het Frans):
ο δρόμος του "zijn straat"
ο δρόμος της "haar straat"
  • Deze voornaamwoorden blijven in elke naamval en getal gelijk:
του παιδιού του "van zijn kind" (genitief enkelvoud)
τα βιβλία σου "jouw boeken"
  • Ook hier zijn er bepaalde regels in verband met het accent, voor meer hierover zie fonologie.
  • De bezittelijke voornaamwoorden worden ook gebruikt om het meewerkend voorwerp aan te duiden:
η αδελφή μου μου έδωσε τη σοκολάτα "mijn zus gaf me de chocolade"
De eerste μου is dus een "echt" bezittelijk voornaamwoord, de tweede is een meewerkend voorwerp.
Indien er bij een werkwoord zowel een meewerkend als een lijdend voorwerp voorkomen die allebei persoonlijke voornaamwoorden zijn, dan staat het meewerkend voorwerp normaal als eerste:
της το δίνω "ik geef het haar"
φέρε μού το "breng het mij"
  • Ook na bepaalde bijwoorden vinden we bezittelijke voornaamwoorden:
μαζί μου "samen met mij"


beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden[bewerken]

Deze worden gebruikt om de bezitter te benadrukken maar ook indien ze zelfstandig in de zin staan:

ο δικός μου πατέρας "míjn vader (en niet de jouwe)"
είναι ο δικός μας "het is de onze"


Ze bestaan uit het adjectief δικός, δική, δικό en het juiste onklemtoonde bezittelijk voornaamwoord. Bij een zelfstandig naamwoord staan ze steeds voor dat zelfstandig naamwoord:

η δική σου φίλη "jóúw vriendin"

Het bijvoegelijk naamwoord δικός wordt als een adjectief van groep 1 verbogen (zie adjectieven). Het komt in geslacht en getal overeen met het zelfstandig naamwoord of met het onderwerp waar het bijhoort:

των δικών σας αμαξιών "van júllie wagens" (genitief meervoud)

Heel af en toe vinden we in het vrouwelijk enkelvoud ook wel volgende vormen:

δικιά (nominatief en accusatief)
δικιάς (genitief)


alleen[bewerken]

Om in het Grieks "alleen" weer te geven gebruiken we het adjectief μόνος, μόνη, μόνο "enkel, enig". In dit geval wordt het gevolgd door een bezittelijk voornaamwoord:

αυτός μόνος του το είπε   "hij alleen zei het"
βλέπω μόνους τους   "ik zie hen alleen"

Het kan echter ook als een gewoon adjectief gebruikt worden:

το μόνο δέντρο   "de enige boom"

Ter versterking ("helemaal alleen") kan je μόνος vervangen door μοναχός, -ή, -ό:

o Γιάννης παίδει μοναχός του   "Jan speelt helemaal alleen"


Wederkerend voornaamwoorden[bewerken]

Het Grieks maakt veel minder gebruik van wederkerende voornaamwoorden omdat de mediale werkwoordsvorm op zich al wederkerend is:

πλένεται   "hij wast zich"

We gebruiken ze dus enkel indien we "zich" benadrukken:

πλένει τον εαυτό του   "hij wast zichzelf"


Het wederkerend voornaamwoord heeft twee naamvallen (accusatief en genitief), één enkelvoudsvorm en twee meervoudsvormen:

eerste persoon tweede persoon derde persoon
Gen. Enk. του εαυτού μου του εαυτού σου του εαυτού του/της
Acc. Enk. τον εαυτό μου τον εαυτό σου τον εαυτό του/της
Gen. Mv. (1) του εαυτού μας του εαυτού σας του εαυτού τους
Acc. Mv. (1) τον εαυτό μας τον εαυτό σας τον εαυτό τους
Gen. Mv. (2) των εαυτών μας των εαυτών σας των εαυτών τους
Acc. Mv. (2) τους εαυτούς μας τους εαυτούς σας τους εαυτούς τους


Opmerkingen:

  • De meervoudsvormen (1) met εαυτό in het enkelvoud gebruiken we als we de groep als één geheel beschouwen, de meervoudsvormen (2) als we de leden van de groep als aparte individuen bekijken:
τα κορίτσια ξεγελούν τον εαυτό τους   "de meisjes bedriegen zichzelf" (als groep)
βλέπουμε τους εαυτούς μας   "we bekijken onszelf" (ieder voor zich)
  • Het wederkerend voornaamwoord gebruikt altijd het mannelijk lidwoord. Het vrouwelijk enkelvoud herkennen we enkel aan het bezittelijk voornaamwoord της:
γιαγιά μιλάει τον εαυτό της   "grootmoeder praat met zichzelf"
  • We gebruiken de accusatief als lijdend voorwerp of na voorzetsels:
βλέπουν τον εαυτό τους   "zij zien zichzelf"
θέλεις πολλά για τον εαυτό σου   "jij wilt veel voor jezelf"
en de genitief als meewerkend voorwerp:
το δίνω του εαυτού μου   "ik geef het aan mezelf"



>> Nieuwgrieks >> Voornaamwoorden >> Persoonlijke (en bezittelijke) voornaamwoorden

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.