Melkwinning/Uierbouw
Elk zoogdier geeft melk. Deze melk moet gevormd worden in het uier. Uiers van dieren verschillen veel van elkaar. Zo heeft een schapenuier twee kwartieren en een koeienuier vier kwartieren. Uiterlijk zie je dus veel verschil, van binnen zijn de uiers vaak bijna hetzelfde. In het uier zit het klierweefsel waar de melk gevormd wordt en via afvoergangen door de speen wordt afgevoerd. De ontwikkeling van het uier begint al vroeg, als het kalf nog in de baarmoeder zit. Vanaf de 2de tot de 6de maand in de baarmoeder wordt het uier ontwikkeld. Na de geboorte worden bijspenen verwijderd. Deze spenen kunnen gevaar voor infecties opleveren. Als het kalf in de puberteit komt, gaat het uier zich vormen. Het dragen van het uier is soms een hele last voor de koe. Door de hogere producties weegt het uier soms wel 50 kg. Om deze last te kunnen dragen is het uier verbonden met de koe door middel van een ophangband. Deze ophangband zit onderaan de buik van de koe. Het uier van een koe is in vier kwartieren verdeeld. Deze vier kwartieren functioneren allemaal los van elkaar. Zo kan het ene kwartier besmet zijn met een mastitisbacterie, het andere kwartier kan gewoon gezond zijn. De bouw van het uier verschilt per dier en is te beïnvloeden met fokkerij. Een goede bouw van het uier is heel belangrijk. De melkmachine kan zijn werk pas optimaal doen als het uier evenwichtig gevormd is. Naast een goede bouw is ook melksnelheid belangrijk voor een goed melkproces. Het uier loopt niet vanzelf leeg. Het hormoon oxytocine gestuurd vanuit de hypofyse(hersenen) zorgt voor het laten schieten van de melk. Oxytocine is een hormoon dat vrijkomt bij voorbehandelen van de speen door de melker. Stress en angst remmen het laten schieten van de melk. Bij stress komt namelijk het hormoon adrenaline vrij, waardoor de koe de melk ophoudt.