Leer jezelf ecologisch tuinieren/Sterhyacint
Sterhyacint (Scilla) is een geslacht van overblijvende planten. De plaatsing van het geslacht is nogal aan wijziging onderhevig geweest. Zo rekende de 1996 editie van de Heukels' Flora van Nederland het geslacht tot de Leliefamilie, maar in het APG II-systeem uit 2003 is de plaatsing in de Hyacintenfamilie of in de Aspergefamilie. De 23e druk van de Heukels kiest voor dit laatste. Het geslacht kent ongeveer 90 soorten.
De bloemen zijn meestal blauw, maar ook wit, roze en paars komen voor. Het zijn bolgewassen, die meestal in het voorjaar bloeien, maar er zijn ook enkele herfstsoorten bekend. De soorten komen voor in bossen, duinen, sub-alpine weilanden, en kusten in de oude wereld.
- Soorten
-
Kleine sneeuwroem (Scilla sardensis)
-
Grote sneeuwroem (Scilla siehei)
-
Oosterse sterhyacint (Scilla siberica)
-
Streephyacint (Scilla mischtschenkoana)
-
Vroege sterhyacint (Scilla bifolia)
-
Bloemdiagram
Nog niet beschreven soorten:
- Scilla amoena
- Scilla bithynica
- Scilla cilicica
- Scilla hohenackeri
- Scilla messeniaca
- Scilla monophyllos
- Scilla natalensis
- Scilla persica
- Scilla puschkinioides
- Scilla rosenii
- Scilla scilloides
- Scilla verna
Scilla non-scripta wordt tegenwoordig door veel botanici als Wilde hyacint als lid van het geslacht Hyacinthoides beschouwd.
Scilla peruviana is opmerkelijk door haar naam. De plant komt van nature voor in Zuidwest-Europa, en niet in Peru. De naam is een gevolg van een misverstand. Toen Linnaeus de soort in 1753 beschreef, kreeg hij het exemplaar met een schip dat het exemplaar uit Spanje geïmporteerd had. Het schip heette Peru, wat Linnaeus op het verkeerde been zette. De International Code of Botanical Nomenclature staan geen wijziging van een botanische naam toe alleen omdat de naam een verkeerde suggestie wekt.
- Opsplitsing
Op grond van DNA-sequentie onderzoek vermoedt men dat de planten die traditioneel in dit geslacht worden ingedeeld verschillende evolutionaire oorsprongen hebben. Scilla lazulina (Zambia) en Scilla firmifolium worden dan als oudste vormen gezien.
Hierna worden twee groepen onderscheiden: een voor sub-Sahara Afrika en India, en een voor Europa en de rest van Azië. De groep van Europa en Azië moeten worden opgesplitst in Hyacinthus, Bellevalia, Hyacinthella, Muscari e.a..
Deze hele opsplitsing wordt echter nog niet algemeen erkend.
Veel soorten worden in tuinen gekweekt vanwege hun voorjaarsbloemen. Een extract wordt samen met ethanol gebruikt als onderdeel van hoestsiroop en bij hartoperaties.
- Externe links