Ernest Hemingway/The Sun Also Rises
The Sun Also Rises (Nederlandse titel: 'En de zon gaat op') was Hemingways eerste roman, geschreven in 1925 en gepubliceerd in 1926. De roman vertelt het verhaal van een Amerikaan, Jake Barnes, die in Parijs woont en er als journalist werkt. Jake wordt ontroerend afgeschilderd als een discrete held van wie we de onvoltooide liefdes en vriendschappen in het verhaal volgen. De roman schetst een prachtig beeld van de schrijvers die in Parijs verbleven in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Een groot deel van de actie speelt zich ook af tijdens de beroemde feesten van San Fermin in Pamplona. Hemingway begon aan The Sun Also Rises te schrijven in 1925, net voordat hij terugkeerde naar Parijs van een reis naar Spanje, waar hij de Fiesta de San Fermin in Pamplona bijwoonde met vrienden. Het eerste ontwerp was klaar in september, een maand voor de publicatie van zijn eerste grote verhalenbundel In Our Time, en twee maanden voordat hij begon te werken aan The Torrents of Spring.
Het boek had eerst de titel Fiesta gekregen.[1] Hemingways autobiografisch verhaal vermengt Parijs met Spanje, met levendige beschrijvingen van stierengevechten als een plaats waar men met de dood wordt geconfronteerd. Hij combineert ook de razernij van het feest met de rust van het Spaanse landschap. De roman wordt algemeen beschouwd als Hemingways beste werk. The Sun Also Rises werd in 1957 verfilmd.
Context
[bewerken]De oorlog in Europa trok de avontuurlijke Hemingway aan. Na vergeefs geprobeerd te hebben dienst te nemen in het leger - waarvoor hij wegens te zwak gezichtsvermogen werd geweigerd - gaf hij zich als vrijwilliger op bij het Rode Kruis. In mei 1918 werd hij per schip naar Europa gebracht om tijdens de Eerste Wereldoorlog als ziekenwagenchauffeur voor het Italiaanse Rode Kruis te werken. Slechts enkele weken later werd hij aan het Italiaanse front ernstig gewond door fragmenten van een mortiergranaat. Hij herstelde in een ziekenhuis in Milaan, waar hij een romantische relatie had met een verpleegster, Agnes von Kurowsky. Dit incident gaf hem de inspiratie voor zijn roman A Farewell to Arms, gepubliceerd in 1929.
Toen de 19-jarige Hemingway in 1919 terug naar huis keerde, botste hij op het onbegrip van zijn ouders en zijn vrienden (die de oorlog romantiseerden) over het trauma dat hij aan de oorlog had overgehouden. Deze ervaringen verwerkte hij in het kort verhaal Soldier's Home.
Uiteindelijk begon Hemingway te werken voor de Toronto Star Weekly. In 1921 trouwde hij met zijn eerste vrouw, Hadley Richardson. Datzelfde jaar werd hij de eerste Europese correspondent voor de Toronto Daily Star en verhuisde met zijn vrouw in december 1921 naar Parijs. Daar raakte Hemingway bevriend met de dichter Ezra Pound, de schrijfster Gertrude Stein, de kunstenaars Joan Miró en Pablo Picasso, en andere personen die behoorden tot de groep van prominente buitenlandse schrijvers en kunstenaars die in het naoorlogse Parijs verbleven. Hemingways reputatie begon te groeien, zowel als journalist als van schrijver van fictie. Zijn roman The Sun Also Rises, gepubliceerd in 1926, bevestigde hem als een van de meest vooraanstaande schrijvers van zijn tijd.
Plot
[bewerken]De roman exploreert het leven en de waarden van de zogenaamde 'Lost generation'. Het verhaal is een soort kroniek van de ervaringen van Jake Barnes en een aantal kennissen op hun tocht naar Pamplona. Daar willen ze het jaarlijkse San Fermin festival, beter bekend als de "stierenloop van Pamplona", bijwonen. Jake is een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog, die als gevolg van een verwonding, opgelopen aan het Italiaanse front, niet meer in staat is seksuele relaties te hebben met Brett Ashley. Hij voelt zich ontmand maar blijft toch aangetrokken tot haar. Het verhaal volgt Jake en zijn metgezellen doorheen Frankrijk en Spanje. Aanvankelijk tracht Jake zijn liefde voor Brett te ontvluchten door Bill Gorton te vergezellen op een vistocht naar Burguete, diep in de Spaanse heuvels gelegen. De Fiësta in Pamplona is het decor voor de uiteindelijke bijeenkomst van alle personages met al hun angsten en verlangens.
Een deel van de plot is gebaseerd op waargebeurde feiten uit het leven van Hemingway. In 1925 ondernam Hemingway een vistocht met enkele van zijn vrienden - onder wie Lady Duff Twysden (die zelfs haar haren droeg zoals Brett Ashley), haar Schotse verloofde en haar voormalige minnaar, Harold Loeb. Deze laatste had net als een van de personages in het boek als eerste student van joodse afkomst voor Princeton University gebokst. Die visplaats was nabij Burguete gelegen, en net als in het boek gingen ze samen naar de San Fermin feesten in Pamplona, waar ze dronken en heftig discussieerden.
Het personage van Brett Ashley is ook volgens enkele biografen gebaseerd op Lady Duff Twysden, een knappe socialiste tot wie Hemingway zich aangetrokken voelde. Volgens Alice Hunt Skoloff [2] beschouwde Hadley, Hemingways vrouw, Lady Duff als "wonderlijk aantrekkelijk, een echte vrouw van de wereld, zonder seksuele remmingen." [2] Tijdens de tocht naar Pamplona vergezelde Duffs minnaar Pat Guthrie haar, maar ze had ook verhoudingen met Harold Loeb (die model stond voor het personage Robert Cohn), en - op Hemingways aandringen - met de stierenvechter Pedro Romero.[2]