Wikijunior:Westerse filosofie/Geschiedenis/Klassieke filosofie
Klassieke filosofie | Middeleeuwse filosofie | Renaissancefilosofie | Moderne filosofie | Hedendaagse filosofie |
In de prehistorie Al in de prehistorie probeerden mensen te snappen waarom dingen gebeurden. De wijze mensen in een groep vertelden verhalen over goden en geesten om dit uit te leggen. Elke groep mensen maakte zo zijn eigen verhalen, die hielpen om alles om hen heen te begrijpen.
|
De oude Grieken De echte westerse filosofie begon ongeveer 2500 jaar geleden bij de oude Grieken. In het oude Griekenland begonnen mensen zich vragen te stellen over het leven, de natuur en het bestaan. Ze wilden niet alleen antwoorden vinden in de mythen of bij de goden, maar ook door logisch na te denken en te redeneren. Ze stelden kritische vragen over alles. Ze keken naar de natuur, de samenleving en zelfs naar de sterren, op zoek naar antwoorden. In die tijd waren er nog geen scholen of universiteiten zoals we die nu kennen. Filosofen leerden vaak van elkaar in een omgeving waarin de sfeer ontspannen en ongedwongen was, zonder strikte regels. |
Thales van Milete, de eerste filosoof Een van de eerste filosofen was Thales van Milete, die leefde rond 624 tot 546 voor Christus. Hij wordt beschouwd als de vader van de westerse filosofie. Thales keek naar de natuur en gebruikte zijn verstand om dingen uit te leggen, in plaats van verhalen over goden te gebruiken. Hij dacht bijvoorbeeld dat water de basis was van alles in de wereld.
|
Socrates Na Thales kwamen andere belangrijke Griekse filosofen zoals Socrates, die leefde tussen 470 tot 399 voor Christus. Socrates stond bekend om zijn gesprekken met mensen op de marktplaats van Athene. In plaats van boeken te schrijven of lezingen te geven, wandelde hij gewoon door de straten van Athene en ging op zoek naar wijsheid door in dialoog te gaan met iedereen die beweerde kennis te bezitten. Socrates kon iedereen aanspreken: van politici en ambachtslieden tot jonge studenten. Hij stelde vragen die mensen aanzetten tot nadenken over hun overtuigingen en de manier waarop ze leefden. |
Plato Plato, die rond 427 tot 347 voor Christus leefde en een leerling van Socrates was, richtte de Akademeia (Academie) in Athene op. Het was eigenlijk een plek waar mensen samenkwamen om te leren en ideeën uit te wisselen. Plato schreef dialogen waarin Socrates vaak de hoofdpersoon is. Plato dacht na over ideale staten, rechtvaardigheid en de wereld van Ideeën die volgens hem echter was dan de fysieke wereld.
|
Aristoteles Tussen 384 tot 322 voor Christus leefde Aristoteles, een leerling van Plato. Hij studeerde aan de Akademeia en richtte later zijn eigen school op, het Lykeion (Lyceum). Hier gaf hij les en deed hij onderzoek. Hij legde de basis voor veel wetenschappelijke vakgebieden. Aristoteles dacht na over logica, ethiek, politiek, metafysica, biologie en poëzie. Hij geloofde dat kennis verkregen kon worden door observatie en analyse van de fysieke wereld. |