Wikijunior:Westerse filosofie/Geschiedenis/Hedendaagse filosofie

De filosofie van het nu

De hedendaagse filosofie begon in de 19e en 20e eeuw. In deze tijd begonnen filosofen te denken over nieuwe ideeën, zoals het bestuderen van taal en logica, en hoe wetenschap ons begrip van de wereld verandert. Sommige filosofen richtten zich ook op het begrijpen van de menselijke geest en hoe we denken en voelen.

Een belangrijk onderdeel van hedendaagse filosofie is het begrijpen van de samenleving en hoe we met elkaar omgaan. Filosofen denken na over ethiek, politiek en sociale rechtvaardigheid.

Hedendaagse filosofie is niet alleen iets uit het verleden, maar het is ook actief in onze tijd. Het is iets waar filosofen vandaag de dag nog steeds mee bezig zijn.

Verschillende filosofische ideeën

Er zijn veel verschillende denkers en stromingen in de hedendaagse filosofie, en ze hebben allemaal verschillende ideeën. Sommige filosofen denken bijvoorbeeld veel na over ethiek, terwijl anderen zich meer richten op hoe onze geest werkt. We hebben ook filosofen die kijken naar politiek en hoe we onze samenleving beter kunnen maken.

Een belangrijk deel van hedendaagse filosofie is ook hoe filosofie samenwerkt met andere vakgebieden, zoals wetenschap en technologie. Filosofen proberen bijvoorbeeld na te denken over wat technologische ontwikkelingen betekenen voor ons leven en onze vrijheid.

Friedrich Nietzsche

Friedrich Nietzsche, die leefde van 1844 tot 1900, dacht na over de essentie van ons mens-zijn. Hij zei dat we allemaal een innerlijke kracht hebben die ons aandrijft om dingen te doen en te bereiken. Ook zei hij dat er een soort supermens kan zijn, een ideaal menselijk wezen dat zijn eigen regels en doelen bepaalt. Verder zag Nietzsche dat oude religieuze ideeën steeds minder belangrijk werden, wat hij samenvatte met de uitspraak "God is dood". Mensen moesten nu hun eigen betekenis en doelen vinden in het leven.

« Het is belangrijk dat mensen hun eigen kracht en waarde ontdekken. We moeten streven naar wat ons uniek maakt en onze eigen waarden vinden. Het gaat over het vinden van betekenis in het leven, los van wat anderen van ons verwachten. »

Ludwig Wittgenstein

Ook Ludwig Wittgenstein, die van 1889 tot 1951 leefde, is een bekende filosoof uit de hedendaagse filosofie. Hij was vooral geïnteresseerd in de relatie tussen taal, gedachten en de wereld om ons heen. Hij hield zich daarom ook vooral bezig met taal en hoe we die gebruiken om de wereld te begrijpen. Hij dacht na over hoe woorden en zinnen betekenis hebben en hoe we die betekenis kunnen begrijpen.

Wittgenstein is vooral bekend om zijn boek Tractatus Logico-Philosophicus (Traktaat over de logische filosofie), waarin hij probeerde de grenzen van wat we kunnen weten te verkennen. In zijn latere werk richtte hij zich meer op de alledaagse taal en hoe die wordt gebruikt in ons dagelijks leven.

« Taal speelt een hele belangrijke rol in hoe we de wereld begrijpen. We moeten begrijpen hoe woorden en zinnen betekenis hebben en hoe we ze gebruiken om te communiceren. »

Martin Heidegger

Tussen 1889 en 1976 leefde Martin Heidegger, die nadacht over wat het betekent om mens te zijn. Hij vond het belangrijk om te begrijpen hoe mensen leven in de wereld om hen heen en hoe ze betekenis geven aan hun leven. Heidegger benadrukte dat ieder van ons uniek is en zijn eigen weg moet vinden in het leven. Hij moedigde mensen aan om echt te leven in het moment en zichzelf te zijn.

Een van de beroemdste boeken van Heidegger is Sein und Zeit (Zijn en Tijd), waarin hij praat over hoe we als mensen leven en hoe tijd ons beïnvloedt. Hij zegt dat het belangrijk is om te begrijpen wie we echt zijn en om te leven in het nu, zonder afgeleid te worden door moderne technologie of de drukte van de samenleving. Hij moedigt aan om authentiek te zijn en jezelf te blijven.

« Het begrijpen van ons menselijk bestaan en onze relatie tot de wereld is erg belangrijk. We moeten nadenken over wie we zijn en hoe we ons leven leiden. Het gaat erom echt te zijn, in het moment te leven en onze eigen weg te vinden, los van de afleidingen van de moderne wereld. »

Michel Foucault

Verder keek Michel Foucault, die leefde tussen 1926 en 1984, naar hoe macht werkt in onze samenleving. Hij zei dat macht niet alleen komt van regeringen, maar ook van alledaagse dingen en sociale normen. Foucault keek naar hoe instellingen zoals scholen en gevangenissen mensen controleren door middel van regels en toezicht.

Hij wilde ons laten nadenken over hoe macht ons leven beïnvloedt en hoe we ermee omgaan. Foucault dacht ook na over hoe kennis wordt gevormd door macht en de samenleving waarin we leven. In zijn boek Surveiller et punir (Toezicht en straf) onderzocht hij hoe ons strafrechtssysteem is ontstaan en hoe het macht uitoefent over mensen.

« Het is belangrijk om te begrijpen hoe macht werkt in onze samenleving. Het gaat erom bewust te worden van de structuren van macht om ons heen, en hoe ze ons gedrag en onze gedachten beïnvloeden. »