Quenya/Voornaamwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden
[bewerken]Dit artikel vind je op een afzonderlijke pagina: Quenya/Persoonlijke voornaamwoorden.
Bezittelijke voornaamwoorden
[bewerken]Dit artikel vind je op een afzonderlijke pagina: Quenya/Bezittelijke voornaamwoorden.
Betrekkelijke voornaamwoorden
[bewerken]Quenya heeft twee betrekkelijke voornaamwoorden ya en i.
Het voornaamwoord i is onverbuigbaar, het wordt enkel gebruikt als het onderwerp is van de deelzin en als het antecedent (d.i. het woord waarnaar het verwijst) een persoon of een groep personen is:
- i eldar i tirner i naucor, enger i tauressë "de elfen die naar de dwergen keken, waren in het woud"
Het getal van ya is daarentegen gelijk aan het getal van het antecedent:
- i harma ya hirnelyë, ná alta "de schat die je vond, is groot"
- i harmar yar hirnelyë, nar altë "de schatten die je vond, zijn groot"
- i harmat yat hirnelyë, nar altë "beide schatten die je vond, zijn groot"
Verder kan het zowel voor onderwerp als lijdend voorwerp gebruikt worden. Volgende zin heeft dus twee betekenissen:
- i eldar yar tirner i naucor, ... "de elfen die naar de dwergen keken ... / waarnaar de dwergen keken ..."
In tegenstelling tot i, is het dus nooit verkeerd om ya te gebruiken, al moet je soms de context gebruiken om te zien wat de precieze betekenis is.
Het voornaamwoord ya wordt verbogen al naargelang de functie die het in de deelzin vervult. Als ya dus een woord in een bepaalde naamval vervangt, dan moet het zelf ook in die naamval staan:
- i coar yassen marilmë, nar carnë "de huizen waarin we wonen, zijn rood"
is decomposed of:
- i coar nar carnë + i coassen marilmë "de huizen zijn rood" + "wij leven in de huizen"
Bijgevolg vervangt ya hier i coassen, en dus verkrijgt het de vorm yassen.
Het volgt de verbuiging van de woorden op -a:
enkelvoud | meervoud | duaal | |
---|---|---|---|
nominatief | ya | yar | yat |
genitief | yo | yaron | yato |
possessief | yava | yaiva | yatwa |
datief | yan | yain | yant |
ablatief | yallo | yallon(r) | yalto |
allatief | yanna | yannar | yanta |
locatief | yassë | yassen | yatsë |
instrumentalis | yanen | yainen | yanten |
respectief | yas | yais | yates |
In een betrekkelijke deelzin is de woordvolgorde niet zo vrij als in een normale zin vermits het werkwoord altijd onmiddellijk op het betrekkelijk voornaamwoord volgt. In deze deelzinnen volgt het onderwerp dus op het werkwoord:
- i osto yassë marë i nér, ... "de stad waarin de man woont ..."
- i tol yanna círar i ciryar, ... "het eiland waarheen de schepen aan het varen zijn ..."
- i nóri yallon tuller i ohtari, ... "de landen waarvandaan de soldaten kwamen ..."
Het voordeel hiervan is dat er nooit verwarring is tussen het gebruik van i als lidwoord en als betrekkelijk voornaamwoord, omdat het betrekkelijk voornaamwoord altijd door een werkwoord gevolgd wordt:
- i nissi i lindëar, ... "de vrouwen die aan het zingen zijn ..."
De naamvalsuitgang van ya kan weggelaten worden als het antecedent in de hoofdzin dezelfde naamval heeft als degene die ya in de deelzin heeft:
- lómissë yassë cennenyes = lómissë ya cennenyes "in de nacht waarin ik het zag"
Betrekkelijke voornaamworden zonder antecedent
[bewerken]Als het betrekkelijk voornaamwoord i zonder antecedent gebruikt wordt dan betekent het "diegene(n) die":
- i lindëa, ná nís "diegene die aan het zingen is, is een vrouw"
- i hirner i malta, nar alyë "diegenen die het goud vonden, zijn rijk"
Zulke deelzinnen kunnen ook als lijdend voorwerp van het hoofdwerkwoord voorkomen:
- hiruvan i suncer limpenya "ik zal diegenen die mijn wijn dronken, vinden"
Het betrekkelijk voornaamwoord ya kunnen we ook op deze wijze gebruiken, maar het betekent "dat wat":
- ecénien, ya túla "ik heb dat wat komt, gezien"
- ya merin, ná limpë "dat wat ik wil, is wijn"
Aanwijzende voornaamwoorden
[bewerken]In Quenya onderscheiden we drie afstanden: dichtbij, verder, heel ver. Er bestaan ook twee aanwijzende voornaamwoorden die naar het verleden en naar de toekomst wijzen.
- dicht: dit aanwijzend voornaamwoord is sina "deze/dit"
- elda sina "deze elf"
- coa sina "dit huis"
en in het meervoud:
- nissi sinë "deze vrouwen"
Merk op: sina is verwant aan sí "nu" en sinomë "hier".
- verder: dit aanwijzend voornaamwoord is tana "die/dat"
- nauco tana "die dwerg"
- rocco tana "dat paard"
en in het meervoud:
- vendi tanë "die meisjes"
- heel ver/toekomst: dit aanwijzend voornaamwoord is enta "ginds", maar het kan ook naar iets in de toekomst verwijzen:
- coa enta "ginds huis, het volgende huis, het toekomstige huis"
en in het meervoud:
- cundur entë "gindse prinsen, de volgende prinsen, de toekomstige prinsen"
Merk op: er is ook een bijwoord ento dat gebruikt in de betekenis "vervolgens, daarna"
- ento manten "daarna at ik"
- verleden: dit aanwijzend voornaamwoord is yana "vroeger, eerder"
- aran yana "de vroegere koning, de eerdere koning"
en in het meervoud:
- arani yanë "de vroegere koningen, de eerdere koningen"
Merk op:
- Woorden met een aanwijzend voornaamwoord krijgen geen lidwoord.
- Aanwijzende voornaamwoorden volgen altijd na het substantief, ze volgen dus de regels van het laatst verbuigbare woord:
- nér sinanen "met deze man" (instrumentalis)
- neri sinínen "met deze mannen" (instrumental)
onafhankelijke aanwijzende voornaamwoorden
[bewerken]De voornaamwoorden sina en tana kunnen ook als onderwerp gebruikt worden zonder dat ze van een substantief vergezeld zijn:
- sin ná coa "dit is een huis"
- ta ná nér "dat is een man"
Deze onafhankelijke vormen veranderen niet in het meervoud:
- sin nar coar "dit zijn huizen"
- ta nar neri "dat zijn mannen"
Vragende voornaamwoorden
[bewerken]In het Nederlandse beginnen de meeste vragende voornaamwoorden met "w": wie, wat, waar, wanneer, waarom, ... In Quenya beginnen ze analoog met ma-.
Zo vinden we bvb. dat "wie" overeenkomt met man:
- man tiruva? "wie zal kijken?"
en "wat" met mana:
- mana ná coimas? "wat is lembas?"
Dit voornaamwoord kan ook gebruikt worden met de betekenis "welke", maar dan staat het niet aan het begin van de zin, maar achter het substantief:
- cirya mana cenil? "welk schip zie je?"
De andere aanwijzende voornaamwoorden maken we met de buigingsvormen van man en mana:
man | betekenis | mana | betekenis | |
---|---|---|---|---|
nominatief | man | wie? | mana | wat? |
genitief | mano | wiens? wier? (van wie?) | ||
datief | manan | waaraan? waarvoor? | ||
ablatief | mallo | waarvandaan? | ||
allatief | manna | waarheen? | ||
locatief | massë | waar? | manassë | wanneer? |
instrumentalis | manen | hoe? | mananen | waarmee? |
respectief | manas | waarbij? |
Tenslotte is er nog één vragend voornaamwoord ma dat gebruikt wordt bij ja/nee-vragen. De woordvolgorde verandert niet, we voegen enkel ma aan het begin van de zin toe om er een ja/nee-vraag van te maken:
- tences i parma "hij schreef het boek"
- → ma tences i parma? "schreef hij het boek?"
- ëa malta i orontessë "er is goud in de berg"
- → ma ëa malta i orontessë? "is er goud in de berg?"
Het werkwoord ná (of nar) wordt gewoonlijk weggelaten zodra de zin in een ja/nee-vraag veranderd wordt:
- nís enta ná elda "die vrouw is een elf"
- → ma nís enta elda? "is die vrouw een elf?"
In een vragende deelzin gebruiken we ook ma:
- umin ista ma utúlies "ik weet niet of hij gekomen is"
Onbepaalde voornaamwoorden
[bewerken]Wanneer men vaag wil blijven over wie een handeling verricht dan gebruiken we "men" of "iemand" in het Nederlands. In Quenya gebruiken we het voornaamwoord quen:
- quen rancë yulma "iemand brak een beker"
De verbuiging is in alle naamvallen behalve de nominatief gelijk aan de verbuiging van het substantief quén, quen- "persoon":
- matië yávë ná mára quenen "fruit eten is gezond voor iemand"
Het voornaamwoord ilya betekent "ieder/elk" in het enkelvoud en "alle" in het meervoud:
- ilya parma "elk boek"
- ilyë parmar "alle boeken"
De voornaamwoorden voor "veel" zijn:
- limba met bijwoord lil (wordt gebruikt voor telbare dingen)
- rimba met bijwoord rimbavë ("dikwijls, talrijk")
- olya met bijwoord olë/oltë (gebruikt voor niet telbare dingen)
De andere onbepaalde voornaamwoorden zijn:
- ilquen "iedereen"
- úquen "niemand"
- qua "iets"
- ilqua "alles"
- úqua "niets"
De Nederlandse onbepaalde voornaamwoorden "enkele" en "sommige" bestaan niet in Quenya. Ze worden met behulp van het partitief meervoud weergegeven (zie Quenya/Substantieven).
Wederkerige voornaamwoorden
[bewerken]De wederkerige voornaamwoorden worden gekenmerkt door het voorvoegsel in-:
- imnë "mijzelf"
- imlë "jezelf" (enkelvoud)
- inso "zichzelf" (mannelijk)
- insë "haarzelf"
- insa "zichzelf" (onzijdig)
- immë "onszelf" (duaal)
- inwë "onszelf"
- indë "jezelf" (meervoud)
- intë "zichzelf" (meervoud)
Er bestaat ook een informele tweede persoon: intyë.
>> Quenya >> Quenya/Voornaamwoorden