Quenya/Gebiedende wijs

Uit Wikibooks

De gebiedende bewijs gebruiken we om bevelen of aansporingen te geven.


Klassieke vorm van de gebiedende wijs[bewerken]

De klassieke vorm van de gebiedende wijs wordt enkel nog bij primitieve werkwoorden gebruikt.

Je vormt deze door een -a aan de stam toe te voegen zonder de kernklinker te verlengen (het is dus eigenlijk een continuatief met korte kernklinker):

tira! "kijk!"


Deze gebiedende wijs komt zeer streng over, als je beleefd wil zijn dan gebruik je deze dus beter niet.


Standaardvorm van de gebiedende wijs[bewerken]

Deze vorm herkennen we aan het partikel á voor de infinitief:

á tirë! "kijk!"
á vala! "regeer!"


Als de kernklinker van de infinitief lang is, een tweeklank is of gevolgd wordt door meer dan één medeklinker dan gebruiken we a als partikel in plaats van á (maar dit is niet echt verplicht, het partikel á gebruiken is nooit echt verkeerd):

a caima! "lig neer!"
a móta! "werk!"
a linda! "zing!"


De medeklinkercombinaties ry, ly, ny, ty tellen niet als meerdere medeklinkers, als de kernklinker door een van deze combinaties gevolgd wordt dan gebruiken we dus steeds á:

á lelya! "ga!"

maar

a mintya! "gedenk!"


Het partikel wordt als een eenheid met de infintief uitgesproken, de klemtoon valt dus meestal op het partikel á en niet op a (de uitzonderingen zijn infinitieven die meerdere lettergrepen tellen).


negatieve gebiedende wijs[bewerken]

Een verbod of negatieve gebiedende wijs wordt met het partikel áva gevormd. Het is identiek voor alle werkwoorden:

áva lelya! "ga niet!"
áva tirë! "kijk niet!"


Het kan ook zelfstandig gebruikt worden, maar dan wordt de lange klinker verplaatst:

avá! "niet doen!"

(merk op: dit is het enige tweelettergrepig woord met de klemtoon op de laatste lettergreep; zie Quenya/Fonologie).


Persoonlijke voornaamwoorden in de gebiedende wijs[bewerken]

Als een werkwoord in de gebiedende wijs staat, dan kan het vergezeld worden door persoonlijke voornaamwoorden die het onderwerp, het lijdend voorwerp of het meewerkend voorwerp vervangen.


onderwerp[bewerken]

Een verwijzing naar het onderwerp komen we niet zo vaak tegen, enkel als het absoluut noodzakelijk is om aan te geven tegen wie het bevel gericht is: "Luisteren jij!"


De uitgangen zijn -t in het enkelvoud en -l in het meervoud:

a lindat! "zingen jij!"
a lindal! "zingen jullie!"

Bij een primitief werkwoord gebruiken we zoals elders -i- als tussenklinker:

á tirë! "kijk!"
á tirit! "kijken jij!"
á tiril! "kijken jullie!"


Ook bij de negatieve gebiedende wijs kan je deze uitgangen gebruiken:

áva tulë! "kom niet!"
áva tulit! "niet komen jij!"
áva tulil! "niet komen jullie!"


lijdend voorwerp[bewerken]

Om naar het lijdend voorwerp te verwijzen gebruiken we de nominatief van het persoonlijk voornaamwoord:

a laita te! "zegen hen!"
á tirë nye! "bekijk mij!"


Het verdient echter de voorkeur om deze nominatief als uitgang aan het partikel á te hechten (in dit geval gebruiken we steeds á, nooit a):

átë laita! "zegen hen!"
ányë tirë! "bekijk mij!"


Ook bij de negatieve gebiedende wijs zijn beide vormen mogelijk:

ávamë tirë! "bekijk ons niet!"
áva tirë me! "bekijk ons niet!"

Maar opnieuw verdient de vorm waarbij -me aan áva hangt de voorkeur.


meewerkend voorwerp[bewerken]

Bij een medewerkend voorwerp gebruiken we natuurlijk de datief van de persoonlijke voornaamwoorden:

ámen linda! "zing voor ons!"


Als een werkwoord zowel een lijdend als een meewerkend voorwerp heeft, dan heb je de keuze welk van beide aan de partikels á or áva gehecht wordt en welk een apart woord blijft:

ánin carë ta! "doe het voor mij!"
áta carë nin! "doe het voor mij!"



>> Quenya >> Quenya/Werkwoorden >> Quenya/Gebiedende wijs

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.